•256
zooals mede van dat gedeelte van VHeer Arendskcrke onder
de benaming van St. Jooslandannex liet voorgemelde Nieuw-
land, gelegen en gesepareerd door een verland canaal eertijds
de Lemmert genaamd. En in die qnaliteit bezitters en eige
naars van de schorren welke in het canaal van Welsinge en
het Arnemuidsche gat langs en voor de polders van het even-
genoemde Nieuwland aangewassen zijnzich uitstrekkende van
de zuidelijke tot de noordelijke thans verlande en geheel toe
gewassen uitwatering van het gezegde canaal de Lemmert."11
Het gedeelte van de Lemmel tot aan en met het kanaal van
Welsingedat ten jare 1302 volgens Melis Stoke nog een
so nauwen en onreynen diepe11 was wrerd later een zeer ge
schikt vaarwater. Door het opwassen en bedijken beide van
gronden in het zuidwestelijk deel van Zuid-Beveland en later
ook door de afdamming in Schouwen van de Golde in 1374,
ontstond eene sterkere strooming door de Sclienge voorbij Ar-
nemuiden x)waardoor de Lemmel meer en meer in noord
westelijke richting gedrongen en hare diepte naar dien kant
eveneens verplaatst werd: wat ook oorzaak was van den onder
gang van Oud-Arnemuiden en het ontstaan van het Arnemuidsche
gat in de 15e eeuw. Dit vaarwater, later meer bekend als het
Welsingsclie kanaal bleef eeuwen lang een der voornaamste
stroomen van Zeeland, een der handelswegen gedurende de
middeleeuwen en in latere tijden."1 2)
Na de aanduiding nu van de Lemmel als de zuid-oostelijke
grens van Walcheren voor 1246 en later, heelt men eene niet
minder opmerkelijke aanwijzing van de westelijke grens van
Zuid-Beveland in het volgende
Het Arnemuiderzandin de Lemmelplas opgewassenreeds
in 1318 genoemd en met het Avezand (Ovezande) voorkomende
in de rekening van den rentmeester van geheel Zeeland Viie-
deitiowas ongetwijfeld in dien tijd reeds bedijkt, blijkens de
v) Ab Utrecht Dresselhuis, Brief over de afdamming van het Sloe.
2) lbid., Wandelingen door Walcherenblz. 21.