Afb.l. De Dorpstraat te 's-Heerenhoek, ca. 1905 (Collectie Gemeentearchief Goes)
die de gemeenschap alleen maar geld kost
ten. Zieke vreemdelingen, ook al waren ze
lidmaat van een kerk, kwamen zonder uit
zondering en overal voor rekening van het
burgerlijk armbestuur.
Omdat juist in die tijd veel vreemdelingen
zich op de dorpen vestigden zonder daar
voor toestemming te hebben gekregen,
werd het de inwoners herhaaldelijk verbo
den om zonder vergunning van de schout
aan hen huizen, kamers of keukens te ver
huren. Want omdat het meestal 'onnutte
inwoonders' betrof, werden daardoor de
lasten voor de armen vergroot. Wie toch
zonder toestemming een huis of kamer
verhuurde, moest zelf voor de kosten van
armoede of wangedrag van de huurders
opdraaien. Binnen het beleid om arme
nieuwkomers te weren, werd bijvoorbeeld
in 1746 besloten om een vrouw die op het
dorp was gekomen en 'in onegt zwanger'
was, te laten verwijderen.
De armbesturen van 's-Heerenhoek
Benoeming van de burgerlijke armbestu
ren vond jaarlijks door de ambachtsheren
plaats, tegelijk met de benoeming van
schout, schepenen en andere functionaris
sen. Meestal waren het de schout en twee
schepenen die als armmeesters werden
aangesteld. De dorpssecretaris was belast
met de administratie. De inkomsten van
het burgerlijk armbestuur bestonden voor
een belangrijk deel uit plaatselijke belas
tingen en heffingen.
De diakenen van de Gereformeerde Kerk
werden eveneens jaarlijks benoemd, steeds
op Tweede Paasdag, bij de jaarlijkse 'ver
making' van de kerkenraad. Talrijk en
terecht zijn de klachten van de diaconie
over het gebrek aan middelen. In de eerste
plaats miste men inkomsten uit vaste goe
deren (bijvoorbeeld landerijen) waaruit
vele andere diaconieën inkomsten hadden.
Daarnaast moest men het tractement van
de schoolmeester en koster, alsmede de
kosten van brood en wijn bij de viering van
het H. Avondmaal uit de diaconie-midde
len betalen, uitgaven die ten laste van de
3