JEUGDPUISTJES in het monument Verminking Jeugdpuistjes Bestrijding archeologiegeschiedbeoefeningMONUMENTENWACHTmonumentenzorgmuseastreektalen Niet de Bonte zelf, maar zijn larve richt schade aan in kapconstructies van De Monumentenwacht bezoekt en inspecteert jaarlijks diverse monumenten, uiteenlopend van woonhuis tot kerkgebouw en van waterpomp tot praathuisje. In de meeste gebouwen is hout verwerkt in kapconstructies, vloeren, deu ren, ramen en kozijnen. En juist het behoud van dit, soms eeuwen oude houtwerk, is van groot belang bij de instandhouding van ons erfgoed. De laatste vijftien jaar wordt de Monumentenwacht bij de inspectie van deze onderdelen in toenemende mate geconfronteerd met aantastingen door de Grote Houtwo rmkever. worden geplaatst. Door middel van een vulpistool wordt onder druk de vloeistof, het bestrijdingsmiddel, in het hout geperst. Hierbij doet de injector dienst als terugslagklep. In het aanbrengen van de injectoren schuilt nu het probleem. Dat er bij een aantasting door de Bonte Knaagkever iets moet gebeuren staat buiten kijf, maar de manier waarop is soms zeer discutabel. De Monumentenwacht heeft voorbeel den gezien waarbij een waardevolle 16de -eeuwse kapconstructie op diverse plaatsen aan de zichtzijde voeren, overleg dan van te voren op welke wijze deze bestrijding zal plaats vinden. Door vroegtijdig overleg tussen eigenaar en bestrijdingsfirma kan misschien voorkomen worden dat de kapconstructie wordt verminkt. Soms is kan men de injectoren uit het zicht te plaatsen, terwijl toch een goede bestrijding mogelijk is. De monumentale kapconstructie heeft de tand des tijds al vele eeuwen doorstaan. Wie zijn wij als beheer ders/eigenaars om in die enkele jaren dat we een rol mogen spelen in de geschiedenis van het monumenten- pand, het dusdanig te verminken dat de monumentale waarde wordt aangetast? Laten we hopen dat het ingrijpen dat we nu doen, gezien kan worden als enkele jeugdpuistjes in het 'gezicht' van het monument. Als we doordacht met het monument omgaan, kunnen we deze puistjes voorkomen. Zodat over enkele honderden jaren de bewoners niet geconfronteerd worden met littekens uit de 21ste eeuw en onze monumenten nog vele jaren een waardevolle bijdrage mogen leveren aan het woon- en leefgenot in onze bebouwde omgeving. De Bonte Knaagkever zoekt voor zijn larven vochtig, door schimmels aangetast en daarmee voorverteerd) hout uit. De houtwormkever of Bonte Knaagkever komt het meest voor in loofhout. De larven nestelen zich bij voorkeur in de eikenhouten kap- en vloerconstructies, om na een cyclus van soms enkele jaren als kever uit te vliegen. Hoewel de Monumenten- wacht erkent dat er een adequate oplossing geboden moet worden om het vernietigende werk van de Bonte Knaagkever een halt toe te roepen, heiligt dit doel niet de toepassing van alle middelen en methodieken. De bestrijding bestaat veelal uit een combinatie van een oppervlakte behandeling en het injecteren van een insecticide. Om het injecteren moge lijk te maken, worden gaten van 6 tot 9 mm doorsnede in het houtwerk geboord, waarin kunststof injectoren Zeeuws voorzien was van injectoren. Niet bepaald een fraai gezicht. Als uw monumentenpand geïnfecteerd wordt met de bovenbeschreven aantasting en u heeft een erkend bedrijf bereid gevonden om de bestrijding uit te Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, afdeling Monumen- tenwacht of met de consulent Behoud.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2002 | | pagina 12