Nieuws ARCHEOLOGIE Fysieke bescherming Valkenisse (Zuid- Beveland) Bescherming kerkhofterrein Schakerloo Romeinse schelpkalkbranderij Koudekerke, Breeweg GESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORGMUSEASTREEKTALEN Komend najaar begint Rijkswater staat met werkzaamheden ter bescher ming van het natuurmonument het Schor van Waarde en het daarbij gelegen verdronken dorp Valkenisse, een beschermd archeologisch monu ment. In april maakte men bekend dat er ter plaatse twee 'kribben' worden aan-gelegd om de erosie van schor en voorliggend slik tegen te gaan. De twee kribben komen aan weerszijden van het verdronken dorp te liggen. Ze zullen naar verwachting in april 2003 zijn voltooid. Het zijn stenen strekdammen met een gemiddelde hoogte van 2,5 meter en een lengte van 600 tot 800 meter. Men verwacht dat door de aanwezig heid van de kribben niet alleen de erosie stopt, maar het slik wordt opgehoogd tot ook de dammen grotendeels onzichtbaar worden. De resten van het in 1682 definitief verlaten Valkenisse verdwijnen dus eveneens onder een laag vers afgezet slib. De aanleg is een extra project binnen het natuurcompensatie programma Westerschelde, waarin natuurontwikkeling wordt gecombi neerd met behoud van lokale cultuur waarden. De begraafplaats met kerkresten bij het gehucht Oudeland op Tholen wordt vrijwel zeker aangewezen als archeologisch (rijks)monument. Het terrein behoort tot de gereduceerde nederzetting Schakerloo, eens een van de belangrijkste dorpen op Tholen. Het dorp wordt al vermeld in 1212; de kerk van Schakerloo was de moederkerk van de latere stad Tholen. Het belang van Schakerloo hing samen met de tol op de zeearm de Striene die Schakerloo bezat. De Striene was een belangrijke vaarweg naar Brabant en Holland, en liep op Tholen tussen Schakerloo en Poortvliet naar het noordoosten tot in de Eendracht. Tot in de dertiende eeuw vormde de Striene de grens tussen enerzijds Brabant en anderzijds Zeeland en Holland. Het eiland Schakerloo behoorde eerst dus tot Brabant. In 1310 was de Striene in het Thoolse gebied geheel ingepol derd. De scheepvaart had zich naar de Eendracht verplaatst en Schakerloo werd overvleugeld door de stad Tholen, dat de heerlijkheid Schakerloo in eigendom verwierf. Het dorp verviel tot de huidige buurtschap Oudeland. Op de begraafplaats van Schakerloo zijn nog altijd twee plaat sen gereserveerd voor mensen die er begraven willen worden. Voor het overige is de dodenakker vol. Op deze vindplaats, waarvan al in Nieuwsbrief Archeologie Provincie Zeeland nr. 16 melding werd gemaakt, is door SCEZ Archeologie een vervolgonderzoek ingesteld. Dit onderzoek was noodzakelijk omdat voor de werkzaamheden in het kader van de ruilverkaveling een cunet was gegraven voor de toegang tot een perceel. In dit gegraven cunet bleken grotendeels ongestoorde resten aanwezig van een schelpkalkbranderij uit de Romeinse tijd. Op het moment van schrijven zijn resten van tenminste vier brandplaatsen of ovens geconstateerd, lagen van kalk vermengd met as en houtskool en grote hoeveelheden van de grondstof schelpen (van mosselen, kokkels, alikruiken en oesters). Een voorlopige datering van het aardewerk lijkt te wijzen op meer dan één gebruiks- periode op de locatie, te dateren vanaf het midden van de 1ste eeuw na Chr. tot het midden van de 2de eeuw. Een bezoek aan Valkenisse, januari 2002 (foto D. de Koning, AWN). Het kerkhofterrein van Schakerloo in 1984 (foto B. Oele). Overzicht van het cunet aan de Breeweg te Koudekerke. Schelpenbank in het cunet aan de Breeweg te Koudekerke. Zeeuws Erfgoed 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2002 | | pagina 3