Nieuws i$. ARCHEOLOGIE Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI) Middelburgsestraat-Tiendenschuur, Goes ïchTmON* Archeologische begeleiding afgraving terrein 'Prins van Oranje', Goes Nieuwe archeologische ontdekkingen in Ellewoutsdijk GESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENW Zeventiende-* beerput van het 'Prins van Oranje' terrein Goes. Op 16 mei zijn op een terrein aan de Middelburgsestraat te Goes boringen en waarnemingen verricht om de archeologische waarde van dit gebied vast te stellen. Deze locatie bevindt zich namelijk in een gebied van hoge archeologische verwachtingswaarde op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Ook is bekend dat er een schuur heeft gestaan, de zogenaamde Tiendenschuur, die volgens omwonenden ongeveer vijfentwintig jaar geleden is gesloopt. Dit was een schuur, waarin vroeger tien procent van de oogst of tien procent van het vee werd opgeslagen ten behoeve van de landsheer. Het is niet goed bekend of de schuur op dezelfde plek een middeleeuwse of latere voorganger heeft gehad. Op plattegronden van Goes uit de zeventiende eeuw komt hij niet voor. Misschien staat hij op de plattegrond van Jacob van Deventer (ca. 1550) afgebeeld, ten zuiden van de 's-Heer Hendrikskinderendijk en ten westen van een weel, die in het begin van de twintigste eeuw is gedempt met huisvuil. Aanleiding tot het onderzoek was de ophanden zijnde nieuwbouw van een appartementencomplex. De boringen zijn uitgevoerd door Hans Jongepier (SCEZ), geassisteerd door Sjef Thier, lid van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN), afdeling Zeeland. In totaal zijn vier boringen gezet, met een maximale diepte van 3,00 meter. In alle boringen is een pakket aangetroffen met baksteenpuin en -stukjes, met soms een aardewerkscherf uit de Nieuwe Tijd (na 1500). In één boring kon niet verder dan enkele centimeters worden geboord, vermoedelijk vanwege een vaste fundering. Aan het maaiveld bevinden zich vijf duidelijk waarneembare funderingen, met rode bakstenen op hun kant. Het baksteenformaat is 21,5 x x 5,5 cm. De funderingen zijn zeer waarschijnlijk de restanten van de Tiendenschuur. Een en ander betekent dat het bodemarchief al vanaf het maaiveld bij graafwerkzaam heden zal worden aangetast. In het afgelopen voorjaar is de afgraving van het terrein van de voormalige schouwburg 'Prins van Oranje' aan de Nieuwstraat te Goes archeologisch begeleid. Daarbij zijn diverse beer- en tonputten uit de zeventiende tot en met negentiende eeuw onderzocht. Uit de tonput- ten kwamen veel pijpen, fragmenten van jeneverkruiken en borden tevoorschijn. Uit een zeventiende-eeuwse beer put is veel keukengerei geborgen, zoals grote kookpotten, kommen, bakpannen en een vetvanger. Op het terrein zijn ook brede funderingen teruggevonden van het kloos ter van de kruisbroeders. Dit klooster staat afgebeeld op de stadsplattegrond van Jacob van Deventer (ca. 1550). Verder is een ongeveer 15 meter brede gracht gedocumen teerd, die mogelijk bij dit kloostercomplex heeft behoord. Deze gracht is later waarschijnlijk aan het begin van de zeventiende eeuw - dichtgezet met palen en planken. Op nog geen 300 meter afstand van een vorige opgraving heeft bij Ellewoutsdijk (gemeente Borsele) een nieuw archeologisch onderzoek plaatsgevonden. De opgraving is uitgevoerd door het Archeologisch Diensten Centrum (ADC) in opdracht van de Westerscheldetunnel N.V. (Rijkswaterstaat directie Zeeland) en onder toezicht van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Een opgraving in het veen is voor de archeoloog een buitenkans. Organische resten, zoals hout, zaden en bot, zijn dankzij de natte omstandigheden goed bewaard geble ven. Dit is ook het geval op de locatie te Ellewoutsdijk, waar enkele houten huizen uit de Romeinse tijd zijn blootgelegd. In 1999 is in het tracé van de Westerscheldetunnel al een groot oost-west georiënteerd 'woonstalhuis' aangetroffen. Dit huis stamde uit de eerste eeuw na Christus. Voor de wanden van het huis was gebruik gemaakt van els, es en eik. Voor de dragende palen is den en els gebruikt. Met behulp van de koolstof14-methode werd vastgesteld dat de dennen palen tijdens de bouw van het huis al circa 3500 jaar oud waren! Het is bekend dat bij Terneuzen een verdronken bos heeft gelegen. Dit bos is omstreeks 3500 voor Chr. gegroeid en later met veen bedekt. Het bos heeft zich in de Romeinse tijd meer naar het noorden uitgestrekt, zodat ook in de buurt van Ellewoutsdijk stammen in het veen te vinden waren. In het huis woonden inheemse boeren, die leefden van zowel akkerbouw als veeteelt. Zij onderhielden contact met de Romeinen, hetgeen blijkt uit de aanwezigheid van Romeins gedraaid aardewerk, enkele munten en het keukenkruid dille. Bij de aanleg van het natuurgebied Ellewoutsdijk zijn voorts verschillende inheemse kleine nederzettingen of erven uit de Romeinse tijd aangetroffen. Enkele van deze vindplaatsen zijn bij het nieuwe onderzoek opgegraven. Eind juli zijn op ca. 75 meter afstand van elkaar twee houten huizen aangetroffen. Deze huizen zijn minimaal 15 meter lang geweest. Verder werden houten hekjes, omheiningen en een enkele kuil zichtbaar. De precieze datering van de huizen is nog onbekend. Er wordt onderzocht worden of we hier te maken hebben met de buren, voorgangers of opvolgers van de bewoners uit het grote woonstalhuis. Zeeuws Erfgoed 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2002 | | pagina 4