Enig idee? Het project: een monument en meer De SCEZ geeft particulieren (jong en oud), organisaties, instellingen, overheden en bedrijven graag de gelegenheid om hun ideeën over de verdronken dorpen en het op te richten monument kenbaar te maken. Uitgangspunt is de gedachte en niet de uitwerking. Het idee kan worden beschreven, geschetst, gefotografeerd, gevirtualiseerd of anderszins vorm worden gegeven. Wat het kost om het idee te realiseren is minder interessant. Het gaat per slot om het idee. Wat telt is de creativiteit, het historische kader, de originaliteit, de maatschappelijke relevantie, de schoonheid of de persoonlijke motivatie. Hoewel het niet bij voorbaat mag worden uitgesloten dat een idee realiseerbaar en betaalbaar blijkt. Ook daar houdt de SCEZ rekening mee. In Zeeuws Erfgoed, de tentoonstellings ruimte en op de website van de SCEZ zal aandacht aan de ideeën en hun bedenkers worden besteed. Voor de vijf ideeën die er uitspringen is een prijs beschikbaar: een bedrag van €150 per idee. Inzenden kan tot 15 februari 2003 naar SCEZ, 'Project Verdronken Dorpen', postbus 49, 4330 AA in Middelburg, e-mail info@scez.nl. De ideeënwedstrijd loopt gelijk op met de inventarisatiefase van het project. In deze fase worden de randvoorwaarden voor het ontwerp en de uitvoering van het |monument geformuleerd. Ook wordt een overzicht gemaakt van de (mogelijke) locaties. De afsluiting van de ideeën- wedstrijd is tevens de start van de ontwerp wedstrijd. Een beperkt aantal personen, organisaties, instellingen, overheden en/of bedrijven krijgt dan de mogelijkheid om op basis van de geformuleerde randvoorwaar den een ontwerp voor het monument te maken. De ontwerpen worden beoordeeld door een breed samengestelde en deskundige jury. De intentie is om het monument voor de verdronken dorpen te presenteren op 5 november 2003. Op 5 november 1530 was het 'Sint Felix quade Saterdach', een vloed die het aanschijn van Zeeland voorgoed veranderde. De oprichting van een monument voor de verdronken dorpen staat centraal in het 'Project Verdronken dorpen'. Het monument moet herinneren aan en verwijzen naar de verdronken dorpen als een herkenbaar onderdeel van de Zeeuwse geschiedenis en het Zeeuwse culturele erfgoed. Maar er is meer. Het gaat ook om de verdieping van de kennis over de verdronken dorpen, de samenhang tussen het monument en de overgebleven roerende en onroerende relicten van de verdronken dorpen en de coördinatie en afstemming van bestaande en nog te ontwikkelen projecten en activiteiten die een raakvlak met het thema van de verdronken dorpen hebben. Het project richt zich op de overheden, de particuliere erfgoedorganisaties en de inwoners van Zeeland. De overheden - provincie, gemeenten en waterschappen - zijn de huidige beheerders van de verdronken dorpen. Ze zijn in zeker opzicht de rechtsopvolgers van de eertijds verantwoordelijke overheden. De particuliere erfgoedorganisaties houden zich passief en actief bezig met aspecten van de geschiedenis van de verdronken dorpen. De inwoners tenslotte leven in de nabijheid van verdronken dorpen. Hoe leefden hun voorgangers in die nabije, verdronken dorpen? Om het project in goede banen te leiden heeft de SCEZ een projectgroep ingesteld. Hierin hebben onder andere vertegenwoordigers zitting van het Zeeuws Archief, het Zeeuws Museum, de Zeeuwse Bibliotheek, Scoop en de stichting Kunstuitleen Zeeland. Projectleider is Wim Scholten. De projectgroep toetst de verschillende plannen en ideeën en heeft ook een platformfunctie. Naast de projectgroep is er een (interne) werkgroep met medewerkers van de verschillende sectoren. Jan Kuipers, de documentalist van de SCEZ, neemt hierin een belangrijke plaats in. Hij zorgt voor verwerking van de onderzoeksresultaten en actualiseert en vervolledigt de documentatie. Monument Een monument kan verwijzen naar verschillende dingen. In zijn oorspronkelijke betekenis (monument is afgeleid van het Latijnse monere, herinneren) staat het voor een gedenkteken een beeld, een plaquette, een gebouw, een ruimtelijk object, een plastiek dat is opgericht ter herinnering aan een persoon, een gebeurtenis, een gegeven of een idee. In deze betekenis is er in Zeeland nog geen monument voor de verdronken dorpen. Er zijn wel monumenten die herinneren aan de watersnoodramp van 1953, zoals het beeld 'houen jongens' in Colijnsplaat of monumenten die zijn opgericht in het kader van de droogmaking van Walcheren en de Deltawerken. Monument in een afgeleide, modernere betekenis staat ook voor een roerend of onroerende goed dat bij wet als monument is erkend. In die betekenis heeft Zeeland wél een monument voor een verdronken dorp, namelijk de plek en de omgeving van het verdronken dorp Valkenisse. Die plek is per 15 januari 2001 als zodanig erkend en dus beschermd. Tenslotte is er ook de persoonlijke interpretatie van het begrip monument. In die betekenis kan het voor heel veel staan en hoeft het ook niet persé 'monumentaal' te zijn. De aandacht in de media over het project heeft reeds geleid tot spontane suggesties voor het op te richten monument. In een brief van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland worden twee locaties voor het monument gesuggereerd: de Plompe Toren van het verdronken dorp Koudekerke, aan de rand van het verdronken Zuidland van Schouwen, en de caissons bij Ouwerkerk, die in 1953 zijn gebruikt bij de sluiting van het dijkgat aldaar. In de rapportage Landschapsvisie Zeeland, opgesteld door Bureau H+N+S in opdracht van Het Zeeuwse Landschap en de Zeeuwse Milieufederatie, wordt gesuggereerd het monument in de vorm van een landartproject te realiseren. Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Reimerswaal tenslotte heeft laten weten dat het grondgebied van de gemeente bij uitstek de plaats is waar het monument opgericht zou moeten worden. De gemeente ontleent haar naam aan de enige verdronken stad van Zeeland. Er is bewust niet gekozen voor het bij voorbaat, dat wil zeggen bij aanvang van het project, begrenzen of strikt formuleren van het begrip monument. Daardoor ontstaat er ruimte voor minder voor de hand liggende suggesties als bijvoorbeeld de oprichting van een 'virtueel' monument of de oprichting van meerdere 'fysieke' monumenten die in samenhang 'hét' monument zouden kunnen gaan vormen. Richtinggevend is dat verdronken dorpen overal in Zeeland te vinden zijn, dat het monument door de verschillende doelgroepen begrepen en gewaardeerd wordt en dat het gerelateerd kan worden aan bestaande of nieuw te ontwikkelen presentaties en activiteiten. Bovendien zullen menselijke getuigenissen als archivalia en (gebruiks)voorwerpen direct of indirect een rol moeten spelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2002 | | pagina 26