ARCHEOLOGIE
Project Verdronken Dorpen
Schoon(en)boom en Dekenskapelle
Archeologisch spreekuur
en vondstmeldingen
GESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORGMUSEASTREEKTALEN
Uitsnede uit
de Kadastrale Atlas van
Zeeland 1832,
Sluis/Heille enz.,
deel 1
Stichting Kadastrale atlas
Zeeland, 1990).
Uitsnede uit de
stadsplattegrond van Sluis
door Jacob van Deventer,
1550.
Op hetzelfde terrein is in 1970 tijdens de aanleg van een
nieuw sportveld een grote hoeveelheid scherven van
Spaans majolica uit het midden van de 15de eeuw
opgeraapt. Het betrof meer dan tweehonderd scherven:
de grootste enkele vondstgroep van Spaans majolica uit
Europa!
Waarschijnlijk behoren de sporen, begravingen en
vondsten bij het kloostercomplex. Wanneer de kaart van
Van Deventer namelijk wordt vergeleken met de
kadastrale atlas van Zeeland uit 1832, waarop op dezelfde
plek een omgracht terrein staat aangegeven, en met de
huidige situatie blijkt dat de aangetroffen funderings-
resten precies overeenkomen met de weergegeven locatie
van het klooster. Bovendien is er tussen de vondsten geen
later materiaal aangetroffen dan uit 1582.
De heer Adri Mackor te Doorn verstrekte enkele
aanvullingen op de voorlopige lijst van verdronken
kerkdorpen in Zeeland, die is afgedrukt in special 3
bij Zeeuws Erfgoed nr. 3. Het gaat om twee nog niet
op de lijst vermelde Noord-Bevelandse dorpen/parochies,
namelijk Schoon(en)boom en Dekenskapelle.
Schoon(en)boom zou al in 1421 (tweede Sint-
Elizabethsvloed) of eerder zijn verdwenen, aldus M.K.E.
Gottschalk in haar driedelige standaarwerk Stormvloeden
en rivieroverstromingen in Nederland (1971-1977). Tijdens
onderzoek in de archieven van het Hof van Holland
kwam de heer Mackor de naam echter nog tegen in
1530/31, in een zaak van de schout van Reimerswaal,
Philips Tassaert, tegen een zekere Cornelis Domisz.
Deze gaf op, woonachtig te zijn in Schoene(n)boem
op Noord-Beveland!
Dekenskapelle, op Noord-Beveland beoosten Wijtvliet,
lag dichtbij Dijxhoeke (nummer 18 op de lijst). Het werd
ook getroffen in 1421, maar grotendeels door de zee
verwoest in 1463. Het resterende deel werd gevoegd bij
Welle (nummer 17 op de lijst).
Aanvullingen door lezers op dit bericht en op de
voorlopige lijst van verdronken kerkdorpen zijn welkom
op het redactieadres.
"We zitten nu trouwens in een interessante periode als je
kijkt naar ons vakgebied. In de 16de/17de eeuw deden
onderzoekers van oudheidkundige resten alles, ze bestu
deerden archeologische objecten, maar ook inscripties,
manuscripten en gebouwen. In de 18de eeuw kreeg je de
archeoloog en nu zie je dat diverse vakgebieden weer bij
elkaar komen. Over tien jaar is er één erfgoeddienst en
over twintig jaar zijn er geen separate archeologie-oplei-
dingen meer.
Jos Bazelmans, hoofd Sector Onderzoek ROB
Bron: Archeobriefnr. 2, 2002
Op elke eerste dinsdagmiddag van de maand houdt
de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland een
archeologisch spreekuur. U kunt het spreekuur in het
archeologisch depot aan het Armeniaans Schuitvlot 1
te Middelburg bezoeken om voorwerpen te laten
determineren (geldswaarde wordt niet getaxeerd),
vondstmeldingen te doen, of allerlei vragen op het
gebied van de Zeeuwse archeologie voor te leggen.
De eerstvolgende archeologische spreekuren vinden
plaats op dinsdagmiddag 8 april, 6 mei en 3 juni, van
15.30 tot 16.30 uur.
Melding van archeologische vondsten dient altijd te
geschieden bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland.
Het materiaal wordt wanneer nodig geregistreerd en
gedocumenteerd, maar blijft altijd in het bezit van
de melder, tenzij deze het zelf wil afstaan.
Uw melding van vondst(en) of waarneming(en) kan
ook buiten het archeologisch spreekuur schriftelijk of
telefonisch geschieden bij de SCEZ, postbus 49,
4330 AA Middelburg, telefoon 0118-670877,
e-mail rm.van.dierendonck@scez.nl.
Zeeuws Erfgoed 7