Project Verdronken Dorpen ARCHEOLOGIE Geofysisch onderzoek op Duno, Oostkapelle Ravesteyn, Grijpskerke Puzzelen met aardewerk Werkgroep Metaal Lezing Waarnemingen verdronken Rilland Nieuwe gegevens verdronken Agger GESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORGMUSEASTREEKTALEN In maart jl. is op verschillende dagen geofysisch onderzoek verricht op diverse plekken van het zogenaamde 'eiland' op Duno. Het onderzoek werd uitgevoerd door DW Consulting B.V. in de persoon van de heer David Wilbourn. Assistentie verleenden Dicky de Koning, VU-student Karel Jan Kerckhaert en andere AWN'ers. Er is zowel magnetometrisch onderzoek als weerstandsmeting verricht. Een onzekere factor is hoe het 'eiland' er in vroeger eeuwen heeft uitgezien. De huidige, enigszins trapeziumvormige omgrachting is op vroeg cartografisch materiaal niet terug te vinden. Wel is daarop een min of meer ronde omgrachting te zien. Misschien kunnen we aan de hand van de resultaten de oude grenzen van het terrein traceren. Het rapport van beide geofysische onderzoekstechnieken is op dit moment nog niet beschikbaar. Het terrein rondom boerderij 't Hof Ravesteyn wordt ingericht zoals het er in de achttiende eeuw vermoedelijk uitzag. Op de plaatsen waar de AWN de omgrachting aantoonde komen nieuwe grachten. Bomen zijn inmiddels aangeplant langs het toegangswegje en aan beide zijden van de paden rondom het zogenaamde 'eijland'. Uitgangspunt hierbij was de oude kaart van de buitenplaats die zich bevindt in het Zeeuws Archief. De talloze boringen die gezet zijn worden uitgewerkt door Dicky de Koning. Inmiddels zijn hoogtemetingen gedaan door Hans Jongepier (SCEZ). In december 2002 is gestart met een aantal werkavonden voor AWN'ers over ceramische vondsten uit opgravingen. Iedere bijeenkomst werd ingeleid met een korte theoretische uiteenzetting over diverse aspecten van deze belangrijke vondstcategorie. Vervolgens kregen de deelnemers ruimschoots de gelegenheid om de vele scherven aan elkaar te puzzelen. Dit leidde in veel gevallen tot bijna complete voorwerpen. Behalve het feit dat de deelnemers zowel theoretische als praktische kennis over aardewerk vergaarden, is hiermee ook een klein deel van de achterstand in de verwerking van het materiaal weggewerkt. De laatste bijeenkomst vond plaats op 1 april jl. Dankzij bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds Zeeland, Verschuren Foto Video, Middelburg en de Rotary Club Walcheren heeft de Werkgroep Metaal nu de beschikking over een digitale camera om de vondsten te fotograferen. Het aantal aangemelde zegelstempels stijgt nog steeds. Inmiddels zijn het er meer dan 270! De onderhandelingen met de uitgever over de publicatie van in Zeeland gevonden zegelstempels zijn in volle gang. Naar verwachting verschijnt het boek in het derde kwartaal van dit jaar. De lezing 'Twee manen lang', die wegens ziekte van mevrouw Anneke Boonstra van het Prehistorisch Openluchtmuseum in Eindhoven niet doorging, is nu vastgesteld op 24 oktober 2003. Op 8 april 2003 is een verkennend onderzoek verricht op de plaats van het in 1530/32 verdronken dorp Rilland. Dit kerkdorp staat op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) aangegeven als een terrein van archeologische betekenis. Dat houdt in dat de exacte omvang en gaafheid van het terrein niet bekend is. Aangetroffen werden funderingen van een groot gebouw (ongeveer 14 x 10 meter), restanten van een dijk, moerneringsputten, slootjes met boomstronken en houten paaltjes met vlechtwerk. Over een afstand van ca. 200 meter lagen her en der aardewerkscherven uit de veertiende/vijftiende eeuw verspreid. Het is de bedoeling deze archeologische resten op korte termijn in kaart te brengen en boringen te verrichten, waardoor een beeld ontstaat van (een deel van) dit middeleeuwse dorp. Wegens de voorgenomen aanleg van de nieuwe goederenrailverbinding Roosendaal-Antwerpen (railproject VERA) is een bureaustudie verricht door het bureau ArcheoLogic uit Woerden naar de ligging van het verdronken dorp Agger. Het tracé van deze verbinding gaat door de voormalige Grote Aggerpolder. Agger is een zogenaamd 'wandelend dorp'. Het verdronk al in de dertiende eeuw, werd op een andere plaats herbouwd en verdween vervolgens weder om in 1552. In de studie is een viertal eerdere projecties van locaties van het vijftien- de-eeuwse Agger onderzocht en is er door het bureau een vijfde aan toegevoegd. Deze laatste locatie lijkt gezien de gebruikte projectiemethode de meest kansrijke te zijn. In drie van de vijf projecties bestaat de kans dat zich resten van het jongste Agger bevinden in het tracé van de nieuwe railverbinding. Afgewacht moet worden of er verder onderzoek uitge voerd zal worden om de eventuele resten van het dorp op te sporen. Restanten van een groot laatmiddeleeuws gebouw op de slikken bij Rilland. Zeeuws Erfgoed 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2003 | | pagina 7