f
Het grafmonument voor de Evertsens in Middelburg
MONUMENTENZORG
De vereffening van een oude rekening
ARCHEOLOGIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHT.
MUSEASTREEKTALEN
In twee recent verschenen proefschriften wordt
aandacht besteed aan het in 1685 opgeleverde
grafmonument voor de gebroeders Cornelis Evertsen
de Oude (1610-1666) en Johan Evertsen (1600-1666)
in de Nieuwe Kerk in Middelburg. Het grafmonument
is van de hand van de bekende 'cunstmarmerbeeltenaar'
Rombout Verhulst. De beide Evertsens waren telgen van
het roemrijke zeeheldengeslacht van die naam.
Zij dienden de Zeeuwse admiraliteit in verschillende
functies, met die van luitenant-admiraal als de belangrijkste.
Voor Frits Scholten, in zijn onlangs verschenen proef
schrift Sumptuous memories. Studies in seventeenth-
century Dutch tomb sculpture, geldt het dubbele
grafmonument voor de Evertsens als een voorbeeld van
het type grafmonument waar Verhulst in de tweede helft
van de 17de eeuw naam mee maakte, te weten het type
met portretten van de overledenen ten voeten uit.
Het monument wijkt in vorm en
prijs niet noemenswaardig af van
vergelijkbare grafmonumenten.
De prijs van 6000 gulden is
vergelijkbaar met de prijs van twee
eenvoudige huizen in die tijd.
De eveneens door Verhulst
gemaakte epitaaf voor het echtpaar
Van der Werff-Porrenaer en hun
dochter in de N.H. kerk in
Aagtekerke, kostte ongeveer 1000
gulden.
Doeke Roos promoveerde in april
van dit jaar op het proefschrift Twee
eeuwen varen en vechten 1550-1750.
Het admiralengeslacht Evertsen. Hij
wijdt een aparte paragraaf aan het
grafmonument en dat is niet zonder
reden. De geschiedenis van het monument kent namelijk
wat roerselen. Die beginnen al in 1666, het jaar waarin
Cornelis en Johan 'op het bedde van eer' sneuvelen.
De Zeeuwse Staten spreken uit dat 'zij te zamen in
marmer zouden worden uitgehouwen en aldus hunnen
nagedachtenis en daden aan de nakomelingen tot
navolging mogten worden overgelaten'.
Fraaie woorden, maar voorlopig kwam het niet tot een
aanbesteding. Dat gebeurde pas in 1679, nadat Cornelis
Evertsen de Jonge en Geleijn Evertsen -nabestaanden en
eveneens luitenant-admiraal - besloten het benodigde
bedrag van 6000 gulden voor te schieten.
Het monument dat in 1685 in de Oude Kerk in
Middelburg wordt gerealiseerd, toont de twee zeehelden
in liggende positie. Ze zijn gekleed in volle wapenrusting
en hebben als teken van hun waardigheid een
bevelhebberstaf in de hand. De positie is typerend en
door Verhulst ook toegepast bij zijn grafmonument voor
Hieronymus van Tuyl van Serooskerken in de N.H. kerk
van Stavenisse (na 1669). Wat in 1685 nog ontbrak aan
het monument was een opschrift. Daarover konden de
nabestaanden en de Staten het niet eens worden.
In 1706 en 1721 werden de stoffelijke resten van Cornelis
de Jonge en Gelijn in het graf bijgezet. In 1795 werd het
op het monument aangebrachte wapen van Oranje ernstig
beschadigd en in 1809, als de Oude Kerk onderdak biedt
aan Franse troepen, is er eveneens sprake van
beschadigingen. Omdat inmiddels ook de staat van
de kerk erbarmelijk was, werd het grafmonument in 1818
overgebracht naar de westmuur van de Nieuwe Kerk.
Tegelijkertijd werden de beschadigde onderdelen hersteld
en is er (eindelijk) een opschrift aangebracht. Vóór het
monument kwam een ijzeren hek, naar voorbeeld van het
houten hek in de Oude Kerk. Na 1940 volgde nogmaals
een verplaatsing. Het monument kreeg toen zijn huidige
plek in de Wandelkerk, de ruimte tussen de Nieuwe Kerk
en de Koorkerk.
Het grafmonument voor de Evertsens is gemaakt van
'hard' marmer, maar dat wil nog
niet zeggen dat het onverwoestbaar
is. Dat blijkt wel uit de enige jaren
geleden gerealiseerde, ingrijpende
conservering en restauratie van
het grotendeels marmeren graf
monument van Hendrick de
Keyzer voor Willem van Oranje
in de Nieuwe Kerk van Delft
(1614-1622). En het blijkt óók uit
het Zeeuwse voorbeeld waarmee
Scholten zijn proefschrift besluit:
het grafmonument van
Pieter Rijcx voor Gilles van der
Nisse in de N.H. kerk van Waarde
(1657-1660). Dit is in de
afgelopen honderd jaar
veranderd in een vormloze klomp
steen. Een navrant bewijs van gebrekkige monumentenzorg.
Met het grafmonument voor de Evertsens is het gelukkig
nog niet zo erg. Maar het is wel een feit, dat het
monument niet is beschermd tegen aanraking en
vervuiling. Het ijzeren hek is al geruime tijd geleden
verdwenen. Roos pleit daarom voor een opknapbeurt en
voor de plaatsing van een nieuw hek. De SCEZ laat de
komende tijd onderzoek verrichten naar de materiële
conditie van het grafmonument en naar de gewenste
behandelmethode. Ook de te ondernemen preserverende
maatregelen zullen hierbij worden betrokken.
Het Instituut Collectie Nederland in Amsterdam, dat
indertijd betrokken was bij de conservering en restauratie
van het grafmonument voor Willem van Oranje, is
gevraagd om in dit onderzoek te participeren.
Financiering behoeft geen probleem te zijn.
Roos wijst er in zijn proefschrift namelijk fijntjes op
dat de Zeeuwse Staten het oorspronkelijk door de
Evertsens voorgefinancierde bedrag nooit hebben
terugbetaald. Indien dat alsnog gebeurt en daarbij ook de
indertijd afgesproken vier procent rente wordt betrokken,
is er meer dan voldoende geld beschikbaar!
Het grafmonument
voor de Evertsens in de
Middelburgse Wandelkerk.
Zeeuws Erfgoed 15