Museum r @ndje
Wonen in een boerderij op Schouwen
MUSEA S
Visserijmuseum Breskens
Archeologisch Museum Aardenburg
Bezoekerscentrum 't Zwin,
Retranchement
Streekmuseum IJzendijke
Streeklandbouwmuseum Agrimuda,
Sint-Anna ter Muiden
Oudheidkundige Verzameling
Belfort, Sluis
Streek- en Landbouwmuseum
Goemanszorg, Dreischor
ARCHEOLOGIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORGiVl U S E ASTREEKTALEN
Dankzij een gulle gift van de Rabobank is het
museum vanaf het voorjaar uitgebreid met een aantal
zeeaquaria. In de aquaria zijn vissen en planten te zien
uit de Noordzee. Een uitzonderlijk aquarium is gewijd
aan een tropisch zeepaardje.
Het museum werd tevens verrijkt met een maquette,
gewijd aan beloodsing op de Westerschelde.
Verschillende musea in West Zeeuwsch-Vlaanderen
werken onder auspiciën van Scoop samen in het project
cultuurmenu's en musea. De belangstelling van de scholen
blijkt bijzonder groot. Het Visserijmuseum is er vanaf
het eerste uur bij met onder andere een viskist.
Recentelijk werd de restauratie afgerond van een voor
Zeeland unieke, bijna tweeduizend jaar oude Romeinse
kandelaar. De kandelaar werd gevonden in Aardenburg
en is indertijd mogelijk gebruikt bij de eredienst.
Samen met S. Aldahiri, voormalig hoogleraar
entomologie aan de Universiteit van Bagdad, is door het
Bezoekerscentrum een tentoonstelling samengesteld over
vlinders aan de West Zeeuwsch-Vlaamse kust. Een eerder
onderzoek van prof. Aldahiri toonde aan dat de kuststreek
(nog) uitzonderlijk rijk aan vlindersoorten is.
De tentoonstelling wordt geopend op 6 september a.s. en
is te zien tot het einde van het jaar.
De tentoonstelling 'Helden op stokken' (nog te zien
tot eind oktober) werd gemaakt samen met een aantal
scholen uit de regio en Kunstzinnige Vorming West
Zeeuwsch-Vlaanderen. Behalve vogelverschrikkers,
het hoofdonderwerp van de tentoonstelling, figureren
ook enkele heksen en trollen.
Op 20 juni jl. zijn onder grote belangstelling twee
tentoonstellingen in het museum geopend: Stiekeme
Slopers en Getekend Verleden. De laatstgenoemde
tentoonstelling is gewijd aan oude boerderijen in
West Zeeuwsch-Vlaanderen en vindt plaats in het kader
van het Jaar van de Boerderij. Tijdens de opening werd
ook een beeld over Landarbeiders onthuld
(zie MOnuMENTaal).
Binnenkort verschijnt een nieuwe biografie van
Johan Hendrik van Dale, de bekende Sluise lexicograaf
(woordenboekmaker), archivaris en historicus.
De biografie werd geschreven door L. van Driel.
Naar aanleiding daarvan en het feit dat het dit jaar 175
jaar geleden is dat Johan Hendrik van Dale geboren
werd vindt een symposium plaats in het Belfort te Sluis.
Bij gelegenheid wordt een kleine tentoonstelling in het
Belfort ingericht over leven en werk van de bekendste
Sluizenaar (van 13 september t/m 1 oktober)
Sinds de late 12de eeuw woonden op Schouwen
aanvankelijk alleen lokale bestuurders, d.w.z. edelen,
kloosterlingen en belangrijke ambachtsheren, in op
werven of vliedbergen gelegen huizen van plaatselijk
gemaakte rode baksteen (Zeeuwse moppen).
Aanvankelijk was hiervoor tufsteen gebruikt dat men
uit de Eifel aanvoerde. In de Middeleeuwen en daarna
was hout het bouwmateriaal voor het framewerk.
De muren (wanden) waren van vlechtwerk, aangestreken
met natte klei, gemengd met stro en mest. Riet of stro
diende als dakbedekking.
In de 16de en 17de eeuw werden ca. 10 meter brede
stenen huizen, met plavuizenvloeren, algemeen. Soms
waren ze nog met riet, maar meestal met zogenaamde
Oud-Hollandse dakpannen gedekt. Een huis met
trapgevel was in de 17de eeuw gewild. Met muurankers
werd het bouwjaar in de voorgevel aangegeven. Het huis
stond altijd tegen de oostzijde van een even brede en
omstreeks twintig meter lange,
gepotdekselde schuur.
Bij stormweer uit het westen woonde men
dan in de luwte van zon hoge schuur.
Winterse kou uit het oosten vond men
kennelijk minder onaangenaam.
Achter de voordeur, in de oostgevel liep in
lengterichting de centrale gang. Op het
zuiden was de woonkamer met twee bedsteden,
waarin de boer, boerin en de jongste
kinderen sliepen. De anderen sliepen op de
zolder, soms ook in bedsteden. Aan de koele
noordzijde, direct naast de entree, bevond zich
de ondiepe kelder voor de zuivelproducten en
etenswaren met erboven de opkamer (meest
voor personeel en zonder stookmogelijkheid!).
De 'achterdeur' (eigenlijk zijdeur) was tevens
de keukendeur van het 'achterhuis' met buiten
de regenbak voor het drinkwater.
MI-I..
Zeeuws Erfgoed 17