Archeologisch spreekuur
en vondstmeldingen
ARCHEOLOGIE
Een onbekende heilige?
Zeeuwsch-Vlaanderen
Waarnemingen bij Othene
Onderzoek pigmenten
van Romeinse muurschilderingen
Op elke eerste dinsdagmiddag van de maand
houdt de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland een
archeologisch spreekuur. U kunt het spreekuur in het
archeologisch depot aan het Armeniaans Schuitvlot 1
in Middelburg bezoeken om voorwerpen te laten
determineren (geldswaarde wordt niet getaxeerd),
vondstmeldingen te doen, of allerlei vragen op het
gebied van de Zeeuwse archeologie voor te leggen.
De eerstvolgende archeologische spreekuren vinden
plaats op de dinsdagmiddagen 6 oktober, 4 november
en 2 december van 15.30 tot 16.30 uur.
Melding van archeologische vondsten dient altijd te
geschieden bij de Stichting Cultureel Erfgoed
Zeeland. Het materiaal wordt wanneer nodig
geregistreerd en gedocumenteerd, maar blijft altijd in
het bezit van de melder, tenzij deze het zelf wil
afstaan.
Uw melding van vondst(en) of waarneming(en) kan
ook buiten het archeologisch spreekuur schriftelijk of
telefonisch geschieden bij de SCEZ, postbus 49,
4330 AA Middelburg, telefoon 0118-670877, e-mail
rm.van. dierendo nck @scez. n l.
GESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHT MONUMENTENZORG MUSEA TREEKTALEN
In Sluis aangetroffen
pelgrimsinsigne met een
onbekende heilige in
een kogge.
Wegcunet bij Othene
met daarin diverse
greppels uit vermoedelijk
de 16de/17de eeuw.
In mei van dit jaar deed de heer J. Weij uit Draaibrug
enkele opvallende vondsten in zijn regio. Aan de
Wandeldreef te Aardenburg spoorde hij met de metaal
detector in een grasstrook een gouden munt op.
Het betreft een gouden schild van Lodewijk van Male
(1346-1384). Aan de Kloosterstraat in Sluis
(Multifunctioneel Centrum) vond hij diezelfde maand
een loodtinnen pelgrimsinsigne met een voorstelling van
een niet geïdentificeerde heilige in een schip (kogge).
De datering van het insigne is 1350-1450.
In het Terneuzense uitbreidingsplan Othene-Zuid,
ten oosten van de Otheensche Kreek, verrichtte de SCEZ
tweemaal archeologische waarnemingen. Daarbij is in
het talud van een nieuw gegraven waterpartij naast de
Otheensche Kreek een bakstenen vloergedeelte bloot
gelegd en ingetekend. De bakstenen lagen op hun kant.
Het erbij aangetroffen aardewerk dateert uit de vijftiende
eeuw. Iets meer naar het westen kwamen enkele afvallagen
tevoorschijn, met ook daarin aardewerkscherven uit de
vijftiende eeuw. Waarschijnlijk behoren de vondsten tot
restanten van enkele geïsoleerde huizen of boerderijen.
In een wegcunet aan de zuidzijde van het uitbreidingsplan
kon een uitgebreid systeem van slootjes worden
waargenomen, evenals een ruim drie meter breed puin-
spoor uit de zeventiende eeuw, dat in beide profielen nog
doorliep. In dit puin bevonden zich onder meer muur
stukken van ijsselstenen, plavuizen en stukken van tegels.
Het al in 1160 vermelde Othene ging als gevolg van
militaire inundaties ten onder in 1586. Ten gevolge van
de inundaties ontstond ook de Otheensche Kreek. Deze
werd in 1650 bij de totstandkoming van de Zaamslag-
polder afgedamd; in de voormalige uitmonding van de
kreek kwam in 1848 de Nieuw-Othenepolder tot stand.
In de Zaamslagpolder ontstond de huidige buurtschap
Othene of 'Noten'.
Naar aanleiding van het onderzoek van de vorig jaar
gevonden muurschilderingen in de Romeinse villa van
Kerkrade-Holzkuil is door onderzoekers van het Instituut
Collectiebeheer Nederland (ICN) te Amsterdam een
vergelijkend onderzoek gestart naar de gebruikte
kleurpigmenten en bindmiddelen in Romeinse
muurschilderingen uit Nederland en België.
Voor het onderzoek worden monsters genomen die
optisch en microchemisch geanalyseerd zullen worden.
In het onderzoek zijn ook de muurschilderingen van
Aardenburg betrokken, die al in 1985 gepubliceerd zijn
door L.J.F. Swinkels en de huidige provinciaal archeoloog
en SCEZ-medewerker Robert van Dierendonck.
Monsterneming van
pigmenten van Romeinse
muurschilderingen uit
Aardenburg.
Zeeuws Erfgoed 6