Wonen en werken in een monumentale boerderij Feiten en achtergronden Vooraanzicht van het woonhuis van Hof de Dierik. ARCHEOLOGIEGESCHIEDBEOEFENING MONUMENTENWACHT MUSEA speciaal voor de bouw aangelegd en bestaat nu niet meer. De onderdelen van het complex zijn in een historische architectuur uitgevoerd: bakstenen gevels met siermetselwerken, gemetselde steunberen, zadeldaken, roedeverdelingen in de ramen en vensters, uitgesneden gootklossen met geschulpte gootlijsten en traditioneel geschilderde houten luiken. In het interieur zijn nog vele historische elementen uit de begintijd bewaard gebleven. De binnendeuren zijn voorzien van glas in lood en de originele wandtegelplateaus zitten nog op de muren. Ook de kranen, het sanitair en de houten plafonds brengen de sfeer en omstandigheden uit die tijd weer tot leven. De oorspronkelijke tuinaanleg, naar een ontwerp van tuinarchitect D. F. Tersteeg uit 1920, is nog grotendeels aanwezig. De wasgelegenheid in de eigenaarswoning van 't Hof de Dierik. In het kader van '2003 Jaar van de Boerderij' heeft de SCEZ een bewoner van een boerderijcomplex gevraagd naar zijn belevingen en ervaringen op het platteland. Binnen het adressenbestand van de monumentenwacht is de SCEZ op zoek gegaan en zo kwam zij terecht bij de bewoners/eigenaren en de pachter van het landgoed en boerderij 't Hof de Dierik in Oudelande. Naast de functie van buitenverblijf en vakantieoord voor de eigenaren wordt een groot deel van het complex gebruikt voor permanente bewoning door de familie Mesu. Het agrarisch bedrijf, bestaande uit een boomgaard en akkerbouwlanderijen, wordt door de familie Mesu al drie generaties lang gepacht. Onze redactie heeft met de eigenaar gesproken over het verleden, het heden en de toekomstmogelijkheden van dit prachtige en tevens unieke complex. Een rondleiding door het woongedeelte van de eigenarenwoning, de overige bedrijfsmatige opstallen en de omliggende tuinen en terreinen hebben een indrukwekkend beeld achtergelaten van deze begin twintigste-eeuwse hofboerderij. Ook hebben wij gesproken met de pachter van het landgoed, over zijn belevenissen en zijn toekomstplannen en verdere mogelijkheden als pachter, landbouwer en fruitteler. Boerderij 't Hof de Dierik is in de periode 1919-1920 gebouwd in opdracht van mr. A. Tak van Poortvliet, de grootvader van de huidige eigenaar. Meester Tak van Poortvliet heeft dit complex enerzijds als buitenverblijf en anderzijds als veilig heen- en onderkomen voor in moeilijke tijden laten bouwen. De landerijen waren al geruime tijd in bezit van de familie Tak van Poortvliet. De landelijk bekende architecten de gebroeders H.A.J. en J. Baanders uit Amsterdam zijn de ontwerpers van dit voor Zeeland unieke complex, dat grotendeels nog in originele staat verkeert. De bouw is uitgevoerd door de firma Maris uit Kapelle. Het complex bestaat uit een dubbele woning, een L-vormige en een rechthoekige schuur (deze laatste is gebouwd in 1928) met mestput, een varkenstal, een dubbele garage en een kippenren. De bouwmaterialen, zoals de bakstenen en dakpannen, zijn van heinde en verre per boot aangevoerd naar Ellewoutsdijk en van daaruit per stoomtrein naar de betreffende locatie overgebracht. Het spoorlijntje was In de tweede wereldoorlog is het complex flink beschadigd door bombardementen. Een Duitse luchtartil- lerie-eenheid had zich op het landgebied gestationeerd. Een granaat ontplofte op de hooizolder met alle gevolgen van dien. De daken van de meeste gebouwen raakten hierdoor zwaar beschadigd. Een bewijs van deze oorlogs handelingen, een granaatscherf, is nog terug te vinden in de voordeur van de woning van de eigenaar. In die tijd kwamen er ook vele Duitse soldaten vanuit het oostfront, waar grote hongersnood heerste, om bij te komen van alle vermoeienissen. Het verhaal ging in die tijd dat een hongerige soldaat zich letterlijk te barsten gegeten had aan de rijkelijke kersenoogst! Het huis van de toenmalige pachter heeft, omdat het lager ligt dan dat van de eigenaar, onder water gestaan tijdens de watersnoodramp van 1953. (lees verder op pagina 13) Zeeuws Erfgoed 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2003 | | pagina 12