Project Koud Kunstje afgerond BEHOUD EN BEHEER Het voorwerk In het vriesveem Na afloop Afspraken en kosten Aangetroffen plaagdieren Zeeuws Biologisch Museum Scholengemeenschap Nehalennia: Als u dit leest, is het project 'Koud Kunstje' verleden tijd. Op 23 juli werden de fruitkratten afgeleverd bij het Zeeuws Biologisch Museum (ZBM) in Oostkapelle en de Stedelijke Scholengemeenschap Nehalennia in Middelburg door het transportbedrijf Korstanje (ingehuurd door de firma Kloosterboer te Vlissingen). In de kratten zouden de geprepareerde dieren worden gemonteerd die een vriesbehandeling moesten ondergaan ter doding van schadelijke insectenlarven. De twee deelnemende instanties, het ZBM en de Nehalennia, hebben eigenhandig de geprepareerde objecten in schone plastic zakken of polyetheenfolie verpakt. Met behulp van een stofzuiger is zoveel mogelijk lucht uit de verpakking gezogen. Met tape of een sealer is het verpakkingsmateriaal gesloten. Deze manier van luchtvrij verpakken heeft twee doeleinden: 1. Het voorkomen van problemen met de Keuringsdienst van Waren aangezien er bij de firma Kloosterboer veel levensmiddelen staan opgeslagen; 2. Neerslag van condensvocht te vermijden omdat vocht kan leiden tot schimmelvorming op de behandelde objecten. De kratten zijn door museummedewerkers aan de binnenzijde bekleed met plastic folie, waarna de objecten aan de kratzijden zijn vastgeschroefd en de plasticfolie dichtgebonden. Op elk krat is een inhoudsopgave aangebracht. De kratten zijn vervolgens per twee gebundeld en ter transport aangeboden. Het laden van de vriestunnel gebeurt door de medewerkers van de fa. Kloosterboer onder toezicht van de consulent Behoud en beheer van de SCEZ. Om een goede circulatie van de koude lucht te bewerkstelligen, worden de kratten vrijstaand in palletrekken geplaatst. Om een zo groot mogelijke temperatuursschok te veroorzaken, is gekozen voor een behandeling in de zomer: de periode waarin larven van schadelijke dieren actief zijn. De objecten zijn gedurende twee weken blootgesteld aan een temperatuur van -35 °C, waarna ze gedurende een week een eerste acclimatisering hebben ondergaan in een koelhuis met een temperatuur van 0 °C. De gerealiseerde temperatuursschok bedroeg ca. 60 °C. De behandeling is op woensdag 13 augustus gestart en duurde tot 27 augustus. Na de behandeling zijn de objecten door het transportbedrijf (en onder begeleiding van de SCEZ) op dinsdag 2 september naar de eigenaars teruggebracht. Na een tweede acclimatiseringsperiode van een paar dagen zijn de dieren weer uitgepakt. De Nehalennia en het ZBM zijn erop gewezen de aangetroffen plaagdieren te verzamelen voor de vaststelling van het soort. Een lijst met aangetroffen 'slopers' is hieronder afgedrukt. Om een nieuwe besmetting te voorkomen zijn de behandelde objecten geïsoleerd opgeslagen. De SCEZ heeft met de betrokken partijen over dit 'Koud Kunstje' de volgende afspraken gemaakt: 1. De gemaakte kosten zullen in eerste instantie door de SCEZ worden vergoed en daarna aan de participanten, verhoudingsgewijs gebaseerd op het aangeleverde volume, in rekening worden gebracht; 2. De deelnemende instantie houdt de administratie bij van zijn ter behandeling gegeven eigendommen en overhandigt de SCEZ kopieën van alle relevante stukken. Verder moeten alle kratten voorzien zijn van nummer, inhoudsopgave en plaats van herkomst; 3. Alhoewel de begeleiding van de objecten en de supervisie over het project bij de SCEZ berust, is de SCEZ niet aansprakelijk voor eventuele schade of het zoekraken van objecten gedurende het heen- en retourtransport of tijdens de behandeling; 4. De kosten voor transport, vriesbehandeling en verzekering bedroegen inclusief btw 2.470,- Krat 1 Krat 2 Krat 3 Krat 4 Krat 5 Krat 6 Krat 7 1 kleermot en 1 cocon van kleermotlarve; 1 pelsmot, 1 kleermotlarve en 4 vervellingen van tapijtkeverlarven; 1 mijt sp. en 1 zebraspinnetje; 1 brokje rommel, beplakt met eitjes cf. kleermot; 1 tapijtkeverlarve en 1 kleermotlarve; Krat 8: Krat 9: - Krat 10: 3 kleermotlarven, 1 pelsmotlarve en zeer veel uitwerpselen van beide soorten; Krat 11: 1 klein loopkevertje (toevallige vondst) en 1 pelsmotlarve. Omdat alle dierpreparaten van de Nehalennia apart verpakt waren, heeft men de verpakkingen boven een vel wit papier uitgeschud en alles bij elkaar ingeleverd. In dit totaalmonster werden zeer veel uitwerpselen aangetroffen van de pelsmot en kleermot, echter geen larven of images (volwassen insecten) van de genoemde soorten. De geprepareerde dieren worden klaargemaakt voor transport. Twee zeehondente groot om in een krat te vervoerenliggen inge pakt klaar om in de vrachtwagen naar het vriesveem overgebracht te worden. De kratten worden vrijstaand in het vriesveem geplaatst. Zeeuws Erfgoed 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2003 | | pagina 23