gfe*
5
VNC-project met participatie van de SCEZ
Verdwenen Cultuurlandschappen in het grensgebied
van Nederland en Vlaanderen
ARCHEOLOGIE
L ,>coas
i-tesssö'
KTALEN
Ivo en René (Helicon)
bestrijden de schimmel
in het archeologisch
depot.
Een 'afvalberg' van
afgewerkte dozen op
het binnenplein van
het depot.
Voor de uitvoering is het gespecialiseerde bedrijf Helicon
aangetrokken. Het project is gestart met het schoonmaken
van de looppaden in de kelder en de depotruimten, en het
plaatsen van nieuwe stellingen voor de dozen. Het
'pottendepot' is verplaatst naar een andere ruimte. Voorts
zijn alle 'besmette' depotdozen door nieuwe vervangen.
De leeggemaakte depotruimten werden schoongemaakt en
ontsmet.
Al direct na de start is geconstateerd dat ook alle
verpakkingsmaterialen in de dozen door schimmel waren
aangetast en moesten worden vervangen. Daarom is al het
vondstmateriaal overgepakt in plastic zakken. Schimmel is
verder vooral aangetroffen tussen de deksel en de doos.
Begonnen is met een ploeg van twee personen; daarna
werd het Helicon-team versterkt met een derde
medewerker. Doordat het project in de aanvang enige
vertraging opliep, is wekelijks een aantal uren assistentie
verleend door tijdelijk SCEZ-medewerker Paul Poortvliet.
Sinds de zomer van 2002 loopt het project
'Verdwenen Cultuurlandschappen in het grensgebied van
Nederland en Vlaanderen'. Dit onderzoeksproject wordt
gefinancierd door het Vlaams-Nederlands Cultuurfonds
en de universiteiten van Wageningen en Gent. De SCEZ
participeert al vanaf de aanvraag in het project.
Voornaamste doelstelling: onderzoeken of het mogelijk
is via een interdisciplinaire benadering een eenduidig
beeld van de landschapsontwikkeling te geven.
Het project moet leiden tot een beter inzicht in de
verschillende processen die bepalend waren voor de
vorming, verandering en verdwijning van de cultuurland
schappen. Hierbij moet behalve aan natuurlijke
ontwikkelingen gedacht worden aan processen van
menselijk handelen, gestuurd door sociale en maatschap
pelijke factoren. Het verbeterde inzicht moet leiden tot
een meer geïntegreerd beheers- en beschermingsbeleid
ten aanzien van cultuurhistorische waarden.
Het onderzoeksgebied omvat het grootste deel van
West Zeeuwsch-Vlaanderen, vanaf de Westerschelde tot
in het Vlaamse zandgebied met de zuidelijke begrenzing
Maldegem-Eeklo (zie de afbeelding). In dit project zijn
drie promovendi werkzaam, die hun werkzaamheden
zullen afsluiten met een proefschrift: Geuch de Boer
(geoloog) en Alexander Lehouck (archeoloog), beiden bij
de Universiteit Wageningen en Nele Vanslembrouck
(historica) bij de Universiteit Gent. Het afgelopen jaar is
door de onderzoekers vooral besteed aan een inventarisatie
van de voorhanden zijnde gegevens op hun studiegebied;
zo raadpleegde Alexander Lehouck o.m. intensief het
Zeeuws Archeologisch Archief van de SCEZ. Met behulp
van de vergaarde kennis is een eerste klein onderzoeksge
bied uitgekozen, het gebied van de oude Yevene-watering.
De resultaten van de studie tot nu toe zijn in november
door de onderzoekers gepresenteerd op een internationaal
congres in Tampere, Finland.
Sinds september zijn de geoloog en de archeoloog vanuit
Oostburg bezig met de uitvoering van veldonderzoek in
de testregio. Hierbij worden de in het vooronderzoek
geformuleerde vragen getest op zoveel mogelijk locaties
binnen het gebied. Het veldonderzoek bestaat uit opper-
vlaktekarteringen en karterende boringen.
rwK; anfike i
ia-: -
S£>' -
Kaart van het
onderzoeksgebied
van het VNC-project.
Aangegeven zijn de
oorspronkelijke testzones
en de eerste definitieve
testregio (gearceerd).
Zeeuws Erfgoed 5