Van de consulent Spreekuur consulent regionale geschiedbeoefening E GESCHIEDBEOEFENING archeologieGESCHIEDBEOEFENIN Gmonumentenwachtmonumentenzorgmuseastreektalen Sint Philipsland, Zierikzee, Goes, Sas van Gent, Arnemuiden, Philippine, Sint Annaland, Hulst en Middelburg. Deze rij plaatsnamen staat voor even zovele bezoeken die ik als consulent in de voorbije periode heb gebracht aan de besturen van de Zeeuwse heem- en oud heidkundige organisaties. Op het moment van schrijven staan alleen nog bezoeken aan de vereniging in westelijk Zeeuws-Vlaanderen en die in Terneuzen op de agenda, maar tegen de tijd dat u dit leest, zullen ook die organisaties naar alle waarschijnlijkheid zijn bezocht. Het was een - in elk geval wat mij betreft - uitermate nuttige en ook prettige ervaring om na enige tijd weer te kunnen aanschuiven bij een bestuursvergadering; om bestaande, soms oude contacten te kunnen vernieuwen dan wel kennis te maken met geheel nieuwe bestuurs leden; en om in beeld te brengen wat we over en weer voor elkaar kunnen betekenen. Wat eens te meer opvalt zijn de vele en uiteenlopende activiteiten die in de verschillende regio's worden ontwikkeld. Zo bracht de jubilerende oudheidkundige kring 'De Vier Ambachten' een zeer fraai boek over de negentiende-eeuwse kunst schilder Jan Haak en zijn omgeving uit. In het westen van Zeeuws-Vlaanderen maakt men zich op om begin september een symposium aan het Mauritsjaar te wijden. Op Walcheren doet men er alles aan om in 2005 circa dertig jaar veldnamenonderzoek af te ronden met een publicatie, de laatste in een serie van zes. En het mededelingenblad van de vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland onderging een gedaante- en naamsverwisseling. En zo zouden er nog veel meer initiatieven te vermelden zijn. Wat ook opvalt is dat in meer dan één vereniging en zeker meer dan vroeger, het besef leeft dat een lezing over de plaatselijke molen of kerk of meestoof natuurlijk interessant is en altijd wel op belangstelling kan rekenen, maar dat intussen even zo goed of misschien wel harder gewaakt moet worden voor dreigende verminking of zelfs afbraak van diezelfde molen of kerk of meestoof. Met andere woorden: het lijkt er sterk op dat de neiging om naast heemkunde, ook heemschut te bedrijven, groeiende is. Tegelijk moet men helaas constateren dat de wegen die daarvoor bewandeld moeten worden, lang niet altijd duidelijk en begaanbaar zijn. Groot, en in sommige gevallen zelfs (sterk) groeiend is het potentieel aan leden van de organisaties op het gebied van de heemkunde. Toch is het overgrote deel van de leden meer passief dan actief lid van 'hun' vereniging. Zij zijn vooral lezer van 'hun' blad, veel minder dan schrijver in datzelfde blad. Sommigen zien het als een uitdaging daar wat aan te doen. Zij zien vergrijzing van het ledenbestand als een ander probleem. Het blijft inderdaad een uitdaging om de jeugd bij de geschiedenis- of heemkundeles te betrekken, maar hoe? In dit verband vestig ik graag de aandacht op een brochure die in 2003 is uitgegeven door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur (NCV) in Utrecht. Het is een handleiding voor historische verenigingen om samen te werken met het onderwijs. Weliswaar weten verenigingen en onderwijs elkaar hier en daar al te vinden, met soms mooie resultaten. Per slot van rekening hebben historische verenigingen veel kennis over de plaatselijke en regionale geschiedenis in huis. Het onderwijs kan die kennis maar al te goed gebruiken voor het vak omgevingsgeschiedenis. Organisaties die in deze vraag- en aanbodrelatie nog niet echt goed thuis zijn, kunnen wat opsteken van deze brochure. Op basis van twee pilotprojecten ('Met de foto op stap' in Drenthe, en tot verhalenvertellers opgeleide leden van historische verenigingen in Gelderland) wordt de weg gewezen naar een nuttige samenwerking tussen vereniging en onderwijs. De 48 pagina's tellende brochure is voor 5 (exclusief verzendkosten) verkrijgbaar bij het NCV, F.C. Dondersstraat 1, 3572 JA Utrecht, tel. 030-2760244; ncv@volkscultuur. nl Tijdens het periodieke overleg met de organisaties kwamen vanzelfsprekend nog tal van andere zaken aan bod. Is het bijvoorbeeld zinvol om een vroeger wel eens gelanceerd plan voor een sprekersgids weer nieuw leven in te blazen? Verdient het overweging om weer eens een provinciale historische markt te organiseren, zoals ooit in Kapelle en Axel? Welke ideeën en mogelijkheden zijn er ten aanzien van nieuwe gidsen ter ondersteuning van de amateur-onderzoeker in onze provincie? Welke wensen en behoeften leven er ten aanzien van cursussen? Al deze en andere onderwerpen zullen op hun haalbaarheid worden onderzocht. Wat cursussen betreft, is er voor het eerste deel van het komende seizoen in elk geval één concreet plan. In samenwerking tussen de Zeeuwse Volksuniversiteit (ZVU), het Zeeuws Archief, de Stichting Veere en de SCEZ zal in de periode november-december 2004 de tot nu toe zeer succesvolle cursus 'Wonen in een monumentenpand/in een monumentenstad' worden gewijd aan de stad Veere. Zoals het er nu naar uitziet, zal de cursus zes maandagavonden omvatten en één wandeling op zaterdagmorgen, en gedeeltelijk in Middel-burg en gedeeltelijk in Veere zelf plaatsvinden. Eind augustus zal bij de ZVU (0118-634800) een folder met het complete programma van deze cursus beschikbaar zijn. De consulent regionale geschiedbeoefening houdt elke woensdagmiddag van 13.30 tot 17.00 uur spreekuur op het Zeeuws Archief, Hofplein 16 in Middelburg. Hij is daar aanwezig op de studiezaal, waar u desgewenst en zonder voorafgaande afspraak een beroep op hem kunt doen. Wilt u absoluut zeker zijn van zijn aanwezigheid, dan is een telefoontje vooraf raadzaam: 0118-678800 (Zeeuws Archief) of 0118-670870 (SCEZ). Uiteraard blijft daarnaast de mogelijkheid van een afspraak in het gebouw De Burg, Groenmarkt 13 in Middelburg (telefoon 0118-670870). Zeeuws Erfgoed 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2004 | | pagina 8