Succesvol symposium culturele planologie
ARCHEOLOGIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHT MONUMENTENZORG MUSEA
Zeeland werd op het symposium culturele planologie
dat op donderdag 1 juli plaatsvond in de aula van de
Zeeuwse Bibliotheek, eens stevig onder handen
genomen. Het Zeeuwse landschap is ziek en lijdt aan
verkokering, de burger wordt te weinig betrokken bij
planvorming en sowieso gaan er miljoenen verloren
voor de Zeeuwse cultuurhistorie omdat er in Zeeland
nauwelijks Belvedereaanvragen worden ingediend
(zie ook special 'monumentenzorg' in vorige Zeeuws
ErfgoedDeze harde constateringen waren afkomstig
van de zes inleiders die in korte, krachtige bijdragen
prikkelend aangaven waar in Zeeland nog kansen
liggen om cultuurhistorie beter te integreren in de
ruimtelijke planvorming. De opkomst was groot en
de stellingnames leidden tot boeiende discussies
met de 130 aanwezige beslissers, beleidsmakers en
betrokkenen. Het symposium werd georganiseerd
door het bij de SCEZ ondergebrachte Steunpunt
Monumentenzorg met als doel om het onderwerp
'culturele planologie' hoger op de politieke agenda
te plaatsen, naar de wens van gedeputeerde Harry
van Waveren. Anderzijds was het de bedoeling om
het Steunpunt - primair ingesteld om gemeenten te
adviseren op het gebied van monumentenzorg en
cultuurhistorie - een grotere bekendheid te geven.
Dat de boodschap is overgekomen, bleek onder andere
uit het voornemen van enkele gemeenten om meer
haast te gaan maken met Belvedereaanvragen.
De sprekers waren het er
nagenoeg over eens dat een
forse mentaliteitsverandering
nodig is om met cultuur
historie om te gaan. Niet
meer objectgericht, niet
meer defensief, maar vanuit
de kansen die er liggen voor ruimtelijke
ontwikkeling. Integreer de cultuurhistorie, gebruik
haar als inspiratiebron en zoek naar combinaties.
WillemFoorthuis, directeur van het Keuning
Instituut in Groningen, gooide een stenen kruik op
de vloer kapot en wees vervolgens op de scherven:
de grote stonden voor sectoren als infrastructuur,
woningbouw en economie, en een enkele splinter
representeerde in financiële zin de cultuurhistorie.
Als je iets met deze sector wilt, zul je dus moeten
kijken naar de sectoren waar wél geld te halen valt.
Daarbij moeten de zogenaamde deskundigen en
planontwikkelaars leren integraler te denken. Burgers
kunnen dat wel, en daar zou dan ook veel beter naar
geluisterd moeten worden.
Frank (project
leider Belvedere van het
gelijknamige projectbureau)
voegde daar aan toe dat
mensen die bezig zijn met
cultuurhistorie per definitie
naar het verleden kijken,
terwijl mensen die bezig zijn met ruimtelijke orde
ning en ontwikkeling, per definitie naar de toe-
komst kijken. Vanuit het Projectbureau Belvedere
wordt getracht deze werelden bij elkaar te brengen
en
projecten in gezamenlijkheid op te pakken. Cultuur
en ruimtelijke ordening moeten elkaar niet meer
bijten, maar elkaar versterken! Enerzijds kun je door
het laten meeliften van cultuurhistorie met ruimte
lijke plannen meer cultuurhistorie behouden, maar
tegelijkertijd voegt cultuurhistorie ook kwaliteit toe
Ook waren alle sprekers het
er over eens dat landschap
per definitie een dynamisch
gegeven is, zeker in een
provincie als Zeeland, maar
dat door snelle ruimtelijke
veranderingsprocessen zoals
ruilverkaveling en uitbreiding van woningbouw en
aanleg van industrieterreinen, al veel kwaliteiten
zijn verdwenen. Historisch-geograaf Aad de Klerk
(SCEZ) hekelde het tot op heden ontbreken van
een cultuurhistorische waardenkaart en het
ontbreken van een adequaat instrumentarium om
het cultuurlandschap te kunnen beschermen, zoals
de monumentenzorg en de archeologie dat wél
hebben.
Dit gebrek aan kennis en instrumentarium betekent
dat er vaak onherstelbare schade wordt berokkend
aan het historische cultuurlandschap. Meedenken
over toekomstige ontwikkelingen zou vanuit de
historische geografie dan ookeen stuk makkelijker
zijn als er een aantal verworvenheden van vroeger
zouden zijn veilig gesteld. Cultuurlandschap valt in
tegenstelling tot natuur immers niet te compenseren:
een nieuwe vliedberg vormt beslist geen compensatie
voor een oude.
Zeeuws Erfgoed 20