Onderzoek en meldingen ARCHEOLOGIE Walcheren Opgraving Abdijplein Middelburg GESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORGMUSEASTREEKTALEN 2» Zeldzaam scheepskanon uit Arnemuiden In Arnemuiden is een zeldzaam scheepskanon uit de vijf tiende/zestiende eeuw gevonden bij een Inventariserend Veldonderzoek met proefsleuven door ArcheoMedia. Ten zuiden van de Arnemuidense Clasinastraat zijn natuurlijke sedimenten van de haven van Arnemuiden gevonden; aan de noordzijde funderingen en een tegelvloer van zestiende-eeuwse koopmanshuizen, gebouwd op een deel van een dijklichaam. Hier bevond zich onder de vloer ook het scheepskanon uit de vijftiende/zestiende eeuw. Verder zijn op deze plaats resten van havenwerken gevon den: een mogelijke kademuur en de houten fundering van een havendam die al is afgebeeld op de kaart van Jacob van Deventer uit circa 1560. De conserveringsomstandig- heden zijn goed, hetgeen onder andere blijkt uit de vondst van een lederen hoed uit de achttiende/negentiende eeuw. Verbouwing binnenplein Abdij Tijdens werkzaamheden voor de verbouwing op een binnenplein van de Abdijgebouwen te Middelburg is door archeologisch bedrijf BAAC uit 's-Hertogenbosch een Archeologische Begeleiding uitgevoerd. Hierbij werden diverse archeologische resten aangetroffen, o.a. muurwerk van drie verschillende muren uit de dertiende eeuw, een vijftiende-eeuwse fundering van de zuidmuur van het abtshuis, een waterkelder uit de zeventiende of achttiende eeuw en een pakket afvalrijke grondlagen uit ongeveer de veertiende eeuw. In twee van de dertiende-eeuwse muren was naast kloostermoppen ook Doornikse kalksteen verwerkt. In de afvallagen zijn twee complexen bijzonder botmateriaal verzameld, waarin naast zoogdier ook resten van amfibieën, vogels en vissen. Deze samenstelling vertoont overeenkomsten met een reeks onderzochte faunacomplexen uit Vlaamse abdijen, waarin eveneens grote hoeveelheden visresten opvallen, naast resten van Scheepskanon uit de haven van Arnemuiden, gevonden onder de keldervloer van een 16de-eeuws huis. Ten behoeve van de aanleg van een nieuwe ingang voor het Zeeuws Museum vond met een vertraging van meer dan een jaar de benodigde opgraving op het Middelburgse Abdijplein plaats. Deze werd uitgevoerd door ARC (Groningen). Naast een aantal sporen van jongere datum, o.a. een vijftiende/zestiende-eeuws riool en een niet dateerbare waterkelder, werden twee belangrijke fenome nen vastgelegd. Zowel in het vlak als in het profiel zijn resten van de wal van de Karolingische ringwalburg met bijbehorende gracht gedocumenteerd. In de wal zijn drie fasen te onderkennen, één meer dan tot nu toe bekend was. Ze zijn te herkennen aan de buitenbekleding van de voorzijde van de wal in de vorm van gestapelde klei- plaggen. De vegetatieniveaus van de plaggen zullen onder zocht worden op het voorkomen van stuifmeelkorrels, ter reconstructie van de begroeiing van het landschap aan het einde van de negende eeuw na Chr. Belangrijkste gegeven: binnen de omwalling, zeer dicht onder het niveau van het huidige plaveisel, bleken bewoningsniveaus van het bin nenterrein van de ringwalburg aanwezig in het zuidweste lijk deel van de werkput. Het bovenste, jongste niveau is blijkens het verzamelde aardewerk te dateren in de twaalfde eeuw. In deze niveaus zijn grote hoeveelheden organisch materiaal aangetroffen. Op een tweede vlak werden verschillende grondsporen waargenomen, paalkuilen van een huis of gebouw, een vloertje en een plank. Op het vloertje zijn mogelijk Karolingisch aardewerk en aanwijzingen voor ambachtelijke activiteiten aangetroffen. Op advies van de provinciaal archeoloog is besloten de opgraving te beëindigen omdat de extra kosten van opgraving niet opwegen tegen het te verwachten resultaat in het te kleine oppervlak. kleine dieren. Uit Nederland zijn dergelijke, goed geconserveerde botcomplexen uit laatmiddeleeuwse abdijen schaars. Glas uit oudste Noord-Nederlandse glasoven? Tot de vondsten van de opgraving op het terrein van de Berghuijskazerne in Middelburg (Zuidsingel, 2003) behoort een uniek, luxe kelkglas. Het exemplaar is mogelijk geblazen in de oudste 'Nederlandse' glasoven die in 1581 in Middelburg gevestigd werd. Het kan echter ook afkomstig zijn uit de 'bagage' van één van de naar het noorden gevluchte Antwerpse kooplui na de val van Antwerpen in 1585. Het gaat om een vrijwel gaaf, kleurloos kelkglas voor wijn uit de periode 1580-1600. De versiering bestaat uit opgelegde witte glasdraden en een balusterstam, waarop resten van de oorspronkelijke vergulding nog aanwezig zijn. Glasexpert Jaap Kottman van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) stelde het Profiel met de drie fasen van de Karolingische ringwal (Middelburg, Abdijplein). De bakken in het profiel bevatten de monsters voor het onderzoek van de stuifmeelkorrels (foto ARC, Groningen). Zeeuws Erfgoed 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2004 | | pagina 5