Achter] de Schermen
MUSEA
STREEKTALEN
In 't Zeeuws kan 't ok
Ter gelegenheid van het 75-jarige jubileum van de
Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek vond
op 20 november 2004 het symposium 'In 't Zeeuws
kan 't ok' plaats.
De aula van de Zeeuwse Bibliotheek zat helemaal vol;
er waren meer inschrijvingen dan plaatsen. Altijd jammer
dat je dan mensen moet teleurstellen, maar er waren
slechts 150 plaatsen beschikbaar.
Het initiatief is zeker voor herhaling vatbaar. Op het
programma stonden een paar bekende namen, zoals
Marjon de Hond, Daan Manneke, Ella Vogelaar en nog
enkele anderen. Zij genoten zichtbaar van hun toch niet
zo evidente inspanning om een verhaal te houden in het
Zeeuws. De ene slaagde er iets beter in dan de anderen,
maar voor alle toespraken geldt dat ze met veel animo
gebracht werden en dat de toehoorders het duidelijk
apprecieerden. Tussendoor kregen we ook een in het
Zeeuws rappende Jan Zwemer te zien.
In de paneldiscussies, geleid door Kees Slager, konden
publiek en sprekers hun mening kwijt over allerlei
stellingen. Dat leidde tot boeiende discussies, o.a. over
dialect en onderwijs. De Zeeuwsche Vereeniging voor
Dialectonderzoek mag trots zijn op deze dag. Wij
wensen haar nog vele jaren plezier met het Zeeuws.
Traditiegetrouw komen enkele bezoekers in
klederdracht naar dialectdagen
of andere streektaalevenementen.
Onder deze rubriek werden afgelopen
jaar al activiteiten op het gebied van
verbouwing, herinrichting en nieuwe
musea in Zeeuws Erfgoed toegelicht.
We kijken dit keer achter de
schermen bij Museum De Burghse
Schoole, waar plannen worden
ontwikkeld om een themamuseum
te worden, gericht op de vroeg
middeleeuwse burg.
Wat zijn de achtergronden?
Centraal de ringburgwal van Burgh
(bron: presentatie dla+ landscape
architects).
Allereerst de naam Burgh. Plaatsnamen
in Zeeland die op 'burg' eindigen, zoals
Middelburg, Souburg (zuidburg),
Domburg (duinburg), Oostburg en
Burgh, danken hun naam aan de
verdedigingswerken die in de Vroege
Middeleeuwen zijn aangelegd, de
zogenaamde ringwalburgen. De meeste
van deze archeologische monumenten
zijn nog steeds duidelijk in het
landschap of het straten-patroon te
herkennen. Al vanaf het begin van de
negende eeuw voeren Vikingen vanuit
de Scandinavische landen langs de
kusten van West-Europa om er zich
te vestigen en handelscontacten te
leggen. Naast deze vreedzame
bedoelingen maakten zij zich schuldig
aan plunderingen. Ook de Zeeuwse
kuststreken, met rijke nederzettingen
bij Domburg (Walichrum) en in de kop
van Schouwen (Scaltheim), ontkwamen
niet aan deze aanvallen. Toen er langs
de kust niet veel meer viel te halen,
trokken de Vikingen steeds verder
landinwaarts. Een reden voor de
plaatselijke bevolking om zich te gaan
beschermen tegen deze ongewenste
bezoekers. In het laatste kwart van
de negende eeuw werden aan de
mondingen van het Zwin en de
Schelde ronde vluchtburgen aangelegd,
bestaande uit een binnenterrein
omgeven door een aarden wal en
omsloten door een brede gracht.
De ringwalburg van Burgh, aangelegd
op de overgang van duingebied naar
zeeklei-landschap, is het meest in
zijn oorspronkelijke staat bewaard
gebleven. Na een korte periode van
bewoning in de tiende eeuw is dit
verdedigingswerk verder onbebouwd
gebleven. Reeds vele jaren liggen er
plannen om de ringwalburg gedeeltelijk
te reconstrueren. Door het ontbreken
van financiële middelen verdwenen deze
plannen steeds weer in de bureaulade.
Op initiatief van Staatsbosbeheer en de
Rijksdienst voor het Oudheidkundig
Bodemonderzoek wordt momenteel een
gedeeltelijke reconstructie voorbereid.
In opdracht van beide organisaties
maakte 'dla+ landscape architects' een
ontwerp. De eerste fase bestaat uit het
ophogen van het binnenterrein en het
gedeeltelijk terugbrengen van de aarden
wal met inbegrip van de houten
palissade. Ook is de aanleg van het
tweede pad dwars over de burg en de
reconstructie van een toegangspoort in
dit ontwerp opgenomen.
Staatsbosbeheer hoopt binnen drie jaar
tot realisatie te kunnen overgaan.
Museum De Burghse Schoole, gelegen
aan de rand van de voormalige gracht,
wil op dit initiatief inspelen door als
themamuseum rondom dit vroeg
middeleeuwse verdedigingswerk te
fungeren. Vanuit het museum is een
mooie wandeling te maken over 't Hoge
Burgh, een eeuwenoud pad dat dwars
over dit beschermde archeologische
monument loopt. Dit museumseizoen
wordt alvast een voorproefje gegeven
met een wisseltentoonstelling in het
kader van het Jaar van het Kasteel.
Artist impression' van de toekomstige
ringburg, met op de achtergrond
Burgh (bron: presentatie dla+ landscape
architects).
Zeeuws Erfgoed 18