Wat weet jij van de Zeeuwse musea
Kent u de verhalen van de voorwerpen
,Vluseum weekend
Kwaliteitszorg in Zeeuwse musea
"Wanneer
doet mijn museum
het goed?"
Zeeuws Erfgoed 19 maart 2006/01
ARCHEOLOGIEERFGOEDEDUCATIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORG
MUSEAstreektalen
Op 8 en 9 april vindt het Nationaal Museum
weekend plaats. Landelijk zijn dan ruim vijfhonderd
musea gratis of tegen sterk gereduceerde entreeprijs
toegankelijk.
Voor veel Zeeuwse musea is dit weekend tevens de start
van het museumseizoen 2006. Het thema is
'De Kunst van het Weten'. Musea leveren kennis:
de objecten vertellen veel over de geschiedenis van
Zeeland, over het leven van mensen in deze provincie,
over hun werk op zee of op het land, over hun
huisinrichting, kleding, geloof, eten en drinken,
over hun onderwijs en hun vermaak.
Kent u de verhalen van de voorwerpen? Weet u wat een
krabbelaar is, of een dommekracht en waar deze te zien
zijn? Weet u wat darinckdelven is, of dreggen en waar dit
op schilderijen te zien is? U komt het aan de weet op
8 en 9 april in de Zeeuwse musea. En als u het nu al
weet, vul dan het speciale prijsvragenformulier in,
dat vooraf verkrijgbaar is via bibliotheken, scholen,
gemeentehuizen en musea en lever dit tijdens het
Nationaal Museumweekend in bij de balie van één
van de Zeeuwse musea. U maakt dan kans op een
Museumjaarkaart of een interessant kunstboek.
Het Zeeuwse programma vindt u vanaf eind maart
op www.scez.nl Het landelijke programma vindt u op
www.museum.nl
In verschillende gemeenten en op provinciaal
niveau in Zeeland wordt momenteel museumbeleid
ontwikkeld. In de (concept) rapporten wordt met
grote regelmaat gewezen op de kwaliteit die musea
moeten leveren. Maar wat is precies kwaliteit in
een museum en hoe toets je die?
Met die vraag als uitgangspunt kwamen in
november 2005 medewerkers van enkele
Zeeuwse musea bijeen in het Historisch Museum
De Bevelanden in Goes voor de cursus
'Kwaliteitszorg in musea' onder leiding van
Kees Plaisier en georganiseerd door de SCEZ.
Plaisier is één van de auteurs van het afgelopen jaar
verschenen boek Kwaliteitszorg in musea - Een praktische
handleiding voor kleine musea (ISBN 90 5901 987 3).
De eerste vraag die hij de cursisten voorlegde, was:
Uit de diverse antwoorden bleek al wel hoe uiteenlopend
kwaliteit kon worden beoordeeld. Voor de één betekende
dit veel bezoekers, voor de ander een positief resultaat in
het financiële jaarverslag, voor een derde als de medewer
kers tevreden zijn met hun werk. Wie met kwaliteitszorg
aan de slag wil gaan, moet weten dat hier veelal sprake zal
zijn van langdurige en ingrijpende processen.
"Je museum doet het pas echt goed, als het zichzelf
voortdurend onderwerpt aan zelfreflectie en zelfkritiek:
kwaliteitszorg is zeggen wat je doet en doen wat je zegt.
Je bent er eigenlijk nooit klaar mee", hield Plaisier de
cursisten voor.
Zelfs het voldoen aan bepaalde normen, zoals opname
in het Nederlands Museumregister (met negen basiseisen
op het terrein van collectietaken, publiekstaken en
bedrijfsvoering), geeft geen vrijbrief om vervolgens
tevreden achterover te leunen. Na vijf jaar vindt de
herijking plaats. In Zeeland zijn inmiddels negen musea
geregistreerd. De eerste musea verkregen hun certificaat
in 2001, en in 2006 volgt hun herijking. Andere
prestatie-indicatoren binnen kwaliteitsmanagement zijn
een collectieplan (wat is het beleid op het terrein van
verzamelen en bewaren), toeristisch plan (hoe weet ik
met mijn museum een plek op de vrijetijdsmarkt te
verkrijgen), PR-plan (welke - financiële - relaties weet
ik met mijn museum op te bouwen), opleidingsplan
(hoe houd ik kennis en vaardigheid van mijn vaste/
vrijwillige medewerkers op peil) en tevens een plan
voor versterking van een museum in de maatschappij.
Welke hulpmiddelen kunnen musea inzetten om de
eigen kwaliteiten te beoordelen? Intern uiteraard een
sterktezwakteanalyse en extern een publieksonderzoek
(of eventueel stakeholdersanalyse). Maar er zijn meerdere
kwaliteitsbenaderingen. Zo is er het INK-management-
model en Kees Plaisier hanteert in zijn boek en de cursus
de Balanced Score Card, waarmee musea de mogelijkheid
hebben stapsgewijs en vanuit verschillende perspectieven
(financieel, de klant, intern, innovatief en
maatschappelijk) te kijken naar hun eigen functioneren.
Zolang musea nog niet door overheidsbeleid worden
gestimuleerd tot kwaliteitszorg, blijft het een eigen keuze.
Het siert de musea die inmiddels uit eigen beweging
hiervoor hebben gekozen.
Bovenstaande tekst betreft de verkorte inhoud
van de lezing die museumconsulent Leo Adriaanse
op 21 februari gaf voor de Kwaliteitskring Zeeland
in het Zeeuws maritiem muZEEum te Vlissingen.
De nieuwe museum-
wegwijzer voor Zeeland
is vanaf het museum
weekend verkrijgbaar
bij onder andere
campings, hotels, vvv's,
bibliotheken en