De Zeeuwse Klapbank We lichten voor de lezers van Zeeuws Erfgoed al een kleine tip van de sluier op door te verklappen dat er in de tentoonstelling twee grote onderdelen zijn. In de eerste zijn er geluidsfragmenten te horen van ongeveer drie a vijf minuten. Gewone mensen uit Zeeland vertellen in de jaren zestig en zeventig over het dagelijkse leven: hun beroep, de landbouw, de ramp en andere tegenslagen, de armoede, en nog veel meer. Enkele van de geïnterviewden zijn geboren voor 1900. De fragmenten worden thematisch ingedeeld. Bij elk thema hoort u fragmenten uit verschillende regio's uit Zeeland. Zo valt het u misschien op dat er veel verschil is tussen de dialecten van Oost-Zeeuws-Vlaanderen en West-Zeeuws-Vlaanderen, maar hoort u ook duidelijke gelijkenissen tussen West-Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland. De tentoonstelling wordt mede samengesteld door twee stagaires van de Reinwardt Academie in Amsterdam. Chris van Eeden en Anne de Rooij gebruiken hun jonge artistieke aanleg om van 'De Zeeuwse Klapbank' een leuke ontmoetingsplek te maken. Aangezien de tentoonstelling moet reizen door heel Zeeland, opteren de stagiaires voor een opstelling die toch wel een beetje flexibel is. Als er geen ruimte is om zeven luisterhokjes te plaatsen, dan kan de tentoonstelling een beetje afgeslankt worden door bijvoorbeeld vijf luisterhokjes aan te bieden. Behalve de opstelling met korte dialectfragmenten uit vroegere tijden is er ook nog een andere hoek, waarin u naar verhalen en liederen kunt luisteren. Hierin is gekozen voor een regionale verspreiding. Er zijn drie groepen, namelijk Noord-Zeeland, Midden-Zeeland en Zeeuws- Vlaanderen. Op gemakkelijke stoelen kunt u rustig luisteren naar enkele Zeeuwse verhalen of liederen. Die verhalen hoorde u misschien al eerder in het radioprogramma 'Proats voor twee' van Omroep Zeeland; ze zijn geselecteerd door Elsa van Hermon, verspreid over het hele Zeeuwse gebied. Natuurlijk krijgt u ook wat informatie over de Zeeuwse dialecten. Hoe het er precies uit zal zien, moet u zelf maar eens komen bekijken. Voor de meest actuele informatie over waar en wanneer de reizende tentoonstelling te zien zal zijn, verwijzen we naar de website van de SCEZ, www.scez.nl en naar de Zeeuwse media. Ook Zeeuws Erfgoed houdt u uiteraard op de hoogte van het reilen en zeilen. Op dit ogenblik is vooral de eerste locatie van belang, namelijk de publieksruimte in het gebouw De Burg in Middelburg, waar de tentoonstelling op 30 juni gepresenteerd wordt aan de pers en de subsidiërende instanties. De Provincie Zeeland, het VSB-fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds zijn namelijk bereid gevonden een substantieel deel van deze tentoonstelling te financieren. De tentoonstelling is in gebouw De Burg te zien, maar vooral te beluisteren vanaf 24 juli tot en met 10 november tussen 10.00 en 16.00 uur (maandag tot en met vrijdag). Klapbank bovenaan de duinen in Zoutelande, 1968 (foto Beeldbank Zeeland, Zeeuws Documentatie centrum Middelburg). De medesamenstellers van de Klapbank, Chris van Eeden en Anne de Rooij (foto Ramon de Nennie). Zeeuws Erfgoed 21 juni 2006/02 archeologieerfgoededucatiegeschiedbeoefeningmonumentenwachtmonumentenzorgmuseaSTREEKTALEN De Zeeuwse Klapbank, een multimediale, reizende tentoonstelling van de ScEZ over Zeeuwse dialecten, krijgt stilaan een gezicht. Hoe die klapbank er ongeveer gaat uitzien, vraagt u zich af? Natuurlijk hebben wij geen echt praatkot of praathuis, geen leugenbank of klapbank aangeschaft, maar we willen wel de sfeer die bij een klapbank of praathuis hoort, in de tentoonstelling halen. Klappen is immers een ouder woord voor 'praten, kletsen'. Een klapbank is dus niet alleen een opklapbare bank, maar ook een bank waar je de laatste nieuwtjes uitwisselt. Taal is een communicatiemiddel; mensen communiceren met elkaar op deze plaatsen, of dat nu rond een boom, aan een kade of ergens anders is. We hopen dan ook dat de geluids fragmenten die in 'De Zeeuwse Klapbank' beluisterd kunnen worden, aanleiding zullen geven tot leuke contacten tussen de bezoekers.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2006 | | pagina 21