ji
monumentenzorg*
archeologieerfgoededucatiegeschiedbeoefeningmonumentenwachtMON U MEN 1 EN ZO RGMUSEASTREEKTALEN
Co mmunicatie
Heins Willemsen, oud-directeur van het Monumenten
huis Brabant en betrokken bij de Stichting Jaar van het
Religieus Erfgoed, benadrukt dat wat herbestemming
betreft, het belangrijk is dat het betreffende College
van B en W in een project gelooft en het verhaal beheerst.
De rol van de gemeente bij herbestemming is sowieso
heel belangrijk en komt onder meer tot uitdrukking in
het vaststellen van een bestemmingsplan, het afgeven van
vergunningen, het voeren van grondpolitiek en budget-
beheer, en het onderzoeken van potentiële
herbestemmingen. Daarnaast is communicatie van
enorm belang, zowel met omwonenden als intern binnen
de gemeente. Het geld is een afgeleide: eerst moet het
verhaal er zijn. Willemsen geeft aan dat het niet goed
gesteld is met de manier waarop de Brabantse gemeenten
omgaan met het religieus erfgoed. In Zeeland zijn 'al' vijf
kerken gesloopt, maar dat is slechts stilte voor de storm.
Door het samengaan van kerken in de Protestantse
Kerk in Nederland (PKN) zullen veel kerken een
herbestemming moeten vinden. Zeeland kan van Brabant
leren hoe het niét moet, maar Brabant kan in een enkel
geval (Breda) ook weer een goed voorbeeld geven. Uit
onderzoek in Brabant blijkt dat in gemeenten waar een
goede communicatie is tussen kerken en gemeente, veel
meer kerken behouden blijven. Ook blijkt dat veel
gemeenten niet weten wat er speelt op het eigen
grondgebied rond het religieus erfgoed. Het onderzoek
naar historische kerken in Zeeland leverde een soortgelijk
beeld op.
Het Monumentenhuis Brabant gaat binnenkort starten
met een ambassadeursproject waarbij een aantal oud
burgemeesters en oud-gedeputeerden op bezoek gaan
bij de gemeenten om over het belang van samenwerking
met de kerkelijke organisaties bij het behoud van religieus
erfgoed te praten. Zo'n project zou ook in Zeeland veel
effect kunnen hebben, waarbij het een voordeel is dat er
slechts dertien gemeenten zijn. Een mooi moment om
naar toe te werken zou 2008 kunnen zijn, dat is
uitgeroepen tot Jaar van het Religieus Erfgoed. Het doel
is duurzame aandacht voor roerend en onroerend religieus
erfgoed.
Nieuw provinciaal beleid
De Provincie Zeeland onderkent de noodzaak om het
religieuze erfgoed de komende periode een hoge prioriteit
te geven. Beleidsmedewerker Berit Sens: "Veel uurwijzers
op de kerktorens staan op vijf voor twaalf." Ook hekelde
Sens het nieuwe stelsel van rijkssubsidies voor
monumenten. De instandhoudingsubsidies zijn lager
dan de subsidies voor onderhoud en restauratiesubsidies
zijn bijna niet meer te krijgen. De provincie wil zich
inzetten voor het behoud van monumenten. In de uitwer
kingsnota Cultuurhistorie en monumenten 2007-2012
(waarover meer in het volgende nummer van Zeeuws
Erfgoed) worden een aantal maatregelen voorgesteld die
de instandhouding van historische kerken dienen te
ondersteunen. De aanbevelingen uit de rapportage van
de pilot historische kerken dienen mede als uitgangspunt
voor het nieuwe provinciale beleid. Gedeputeerde Staten
willen bezien of het mogelijk is een financiële bijdrage te
leveren aan de restauratiekosten van grote beeldbepalende,
rijksmonumentale kerkgebouwen met een restauratieach
terstand. Daarnaast zal de bestaande provinciale regeling
voor onderhoudssubsidie worden geactualiseerd.
Het stimuleren van samenwerking en afstemming met
gemeenten vindt plaats via de oprichting van een platform
voor historische kerken in Zeeland. Verder wil de
provincie een inventarisatie maken van wederopbouw-
kerken om te bezien of daar provinciaal beleid voor
gemaakt kan worden.
Tevens wil de provincie, voorzover zij daar een rol in
heeft, planologische mogelijkheden bieden voor de
herbestemming van kerken. Berit Sens pleit tenslotte
voor het afstemmen van de vraag naar nieuwe gebouwen
op het aanbod van monumentale gebouwen die op
herbestemming wachten. Dit is een uitdaging voor de
toekomst en zij spreekt de hoop uit dat de Zeeuwse
gemeenten, organisaties en ontwikkelaars deze uitdaging
aangaan.
Plenaire discussie
In de middag gaan de aanwezigen in vier groepen
discussiëren over verschillende casussen, welke de thema's
hebben van beleid, herbestemming, communicatie en
financiële exploitatie. In de discussies lopen de scheids
lijnen tussen de casussen door elkaar en komen veel
aspecten van de problematiek aan de orde. De groepen
formuleren een aantal stellingen, leerpunten, die
vervolgens met alle aanwezigen bediscussieerd worden.
Een aantal van de geformuleerde stellingen luiden als
volgt:
- Er moeten structurele contacten ontstaan tussen
burgerlijke en kerkelijke gemeenten, waarbij het
initiatief moet uitgaan van de burgerlijke gemeente.
Daarbij moet het gaan over het kerkgebouw en
de bredere context van de gemeente waar de kerk zich
in bevindt. Ook andere zaken, zoals jongeren-
problematiek, kunnen dan aan de orde komen.
De kerken moeten gezamenlijk aan het overleg
deelnemen;
Gezicht op de zaal.
Discussies in kleine groepjes
in het middaggedeelte.
Zeeuws Erfgoed 17 september 2006/03