Nieuw provinciaal museumbeleid: de drie P's
MUSEA
1. Positionering De veranderende en in
complexiteit toenemende samenleving stelt aan de musea
hogere eisen. Processen zoals globalisering versus
regionalisering, de multiculturele samenleving en de
hedendaagse informatie- en kenniseconomie vragen van
musea dat zij pro-actief zijn en het liefst toekomstgericht
inspelen op deze ontwikkelingen. Het vraagt van musea
dat zij nadenken over hun nieuwe positie in deze
samenleving in de richting van de collega-musea en
andere culturele instellingen maar ook naar het onderwijs
en de vrijetijdsmarkt.
2. Prioritering In het verlengde van de positionering
ligt het gevaar op de loer dat van musea te veel gevraagd
of verwacht wordt. Musea dienen dan te veel taken op
zich te nemen en te veel groepen tegelijk te bedienen,
waardoor er een frictie ontstaat tussen de ambities van
het museum, de eisen die aan het museum worden gesteld
en het gebrek aan geld en menskracht. Musea dienen
duidelijke keuzes te maken.
3. Profilering Los van deze ontwikkelingen kan
ook geconstateerd worden dat er te veel musea zijn die
- doordat ze vaak dezelfde collecties en presentaties
hebben - te weinig onderscheidend van elkaar zijn.
ARCHEOLOGIEERFGOEDEDUCATIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORG.
STREEKTALEN
Kort voor de zomer presenteerde de Provincie
Zeeland de ontwerp-uitwerkingsnota Provinciaal
Museumbeleid2006-2012. Hoewel de provincie
in 2004 al wel enkele hoofdlijnen ten aanzien van
museumbeleid had aangegeven in de nota Cultuur
Continubiedt zij met deze uitwerkingsnota een dui
delijker inzicht in het gewenste provinciaal museum-
bestel in de komende jaren.
De nota geeft aan dat zich in het laatste decennium
maatschappelijke en andere ontwikkelingen hebben
voorgedaan, die ook gevolgen hebben voor het
functioneren van de musea en de relatie tussen de musea
en de overheden. Deze ontwikkelingen worden overigens
niet als bedreigingen maar eerder als kansen en
uitdagingen gezien om de rol van musea voor onze
samenleving te versterken. Het is aan betrokken partijen
in Zeeland (provincie, gemeenten en musea) de komende
jaren deze uitdagingen te realiseren:
Musea die ook vaak te veel (moeten) bewaren waardoor
er een spanningsveld ontstaat met de publieksgerichte
functies van het museum. Aan de musea kan ook
gevraagd worden kritisch na te denken over hun
bestaansrecht en/of over hun profiel. In een samen
hangend museumbestel is het van belang dat musea
elkaar meer aanvullen en versterken dan beconcurreren
en overlappen.
Het oppakken van deze drie uitdagingen is een zaak van
lange adem. De provincie was aanvankelijk van plan het
beleid te formuleren voor de periode 2005-2008
(en te baseren op de nota Musea op Koers uit 2004),
maar heeft besloten dit tijdvak te verruimen tot de
periode 2006-2012. Aan het begin ervan is het van belang
met elkaar een helder vertrekpunt of een inspirerende
missie te formuleren. Die missie werd in het verleden vaak
gekoppeld aan de definitie die de International Council
of Museums (onderdeel van de UNESCO) in 1974 gaf
aan het begrip museum: "Een museum is een permanente
instelling ten dienste van de gemeenschap en haar
ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek, niet gericht op
het maken van winst, die de materiële getuigenissen van de
mens en zijn omgeving verwerft, behoudt, wetenschappelijk
onderzoekt, presenteert en hierover informeert voor
doeleinden van studie, educatie en genoegen.
De Provincie Zeeland geeft in haar ontwerp-uitwerkings-
nota aan ook de in Engeland in zwang zijnde missie van
het museum als een goed vertrekpunt te zien:
"Een museum is onderdeel van het collectieve geheugen van
een samenleving. Een museum verzamelt, documenteert,
bewaart en ontsluit voorwerpen en ander bewijsmateriaal
van de menselijke cultuur en zijn omgeving. Een museum
ontwikkelt en verspreidt kennis en biedt daarnaast
ervaringen gericht op al onze zintuigen. Een museum is
open voor het publiek en draagt bij aan de ontwikkeling
van een samenleving. Het doel van het museum is kennis
1] Het betreft hier een vertaling van de Engelstalige missie
"A museum is part of society's collective memory. A museum
acquires, documents, preserves and communicates objects and
other evidence of human culture and environment. It develops
and promotes knowledge and offers experiences appearing to
all our senses. It is open to the public and contributes to the
development of society. The purpose of the museum is
knowledge for the citizens".
Interessant aan deze laatste missie is de verruiming
van het verzamelbeleid voor de musea. Niet alleen de
"materiële getuigenissen", maar ook "ander bewijs
materiaal van de menselijke cultuur en omgeving" vormen
onderdeel hiervan. Hoewel de ontwerp-uitwerkingsnota
hier niet verder op in gaat, mag worden verwacht dat
de provincie zal willen bevorderen dat Zeeuwse musea
de komende jaren meer aandacht zullen gaan besteden
aan het zogeheten immaterieel erfgoed. Resultaten van
deze visie zullen ongetwijfeld blijken in de medio 2007
te verschijnen uitwerkingsnota over archieven en
immaterieel erfgoed.
Zeeuws Erfgoed 20 september 2006/03