ji archeologieerfgoededucatiegeschiedbeoefeningmonumentenwachtmonumentenzorgMUSEAstreektalen Uit diverse bijeenkomsten waarin Zeeuwse musea afgelopen jaar bijeen kwamen om over toekomstig beleid te spreken, mag worden afgeleid dat de musea zullen gaan instemmen met de drie provinciale P's, zij het dat in eer ste instantie de provincie wordt uitgedaagd er meer invul ling aan te geven en ongetwijfeld dat verzoek ook aan de diverse gemeentelijke overheden zal worden gedaan. Ook in verschillende Zeeuwse gemeenten (zoals Terneuzen, Veere, Sluis, Schouwen-Duiveland en Hulst) wordt momenteel (gemeentelijk) museumbeleid uitgewerkt (of is dat onlangs vastgesteld). Uit een reactie van de Vereniging van Zeeuwse Musea (VZM) op de ontwerp-uitwerkingsnota blijkt dat de musea graag zien dat er vooral meer invulling gegeven zal gaan worden aan het begrip profilering. Een goed vertrekpunt hiervoor vormt het eindrapport van het Museum Inventarisatie Project (MusIP Zeeland) uit de jaren 2004-2006, waaruit blijkt dat het verzamelbeleid van de musea te weinig onderscheidend is. Willen de (veelal kleine) Zeeuwse musea het komende decennium 'overleven', dan zullen zij hun collecties en presentaties veel thematischer moeten opzetten, zodat de musea samen het 'Verhaal van Zeeland' vertellen. De VZM ziet deze essentiële verschuiving in het Zeeuwse museumbestel graag 'bottom-up' ontwikkeld, maar verzoekt de provincie wel om een actieve en aanjagende rol. De provinciaal museumconsulent is hiervoor de aangewezen persoon. Op het terrein van de positionering is in het Zeeuwse museumveld veel beweging gaande. Musea worden steeds actiever in hun doelgroepenbeleid. De 'social inclusion', gericht op methoden om ander publiek te verwerven, doet meer en meer zijn intrede. Veel musea kennen van oudsher een traditionele achterban, maar weten dat de accenten moeten worden verschoven. In het vorige nummer van Zeeuws Erfgoed werd bericht over de reizende tentoonstelling 'museuMetamorfose', waarin een impressie werd gegeven (voor en achter de schermen) van de wijze waarop de Zeeuwse musea zich momenteel voorbereiden op hun rol in de toekomst. Zij etaleren zich opnieuw of onderzoeken waarmee zij zich de komende jaren zullen presenteren en vooral ook op wie zij zich de komende jaren zullen richten. Educatie vormt hierbij een belangrijk onderdeel, maar ook nieuwe vormen van mar keting, samenwerking met andere culturele en maatschap pelijke organisaties, e.d. Het derde uitgangspunt voor het provinciaal beleid, prioritering, ligt uiteraard het moeilijkst. Op het terrein van de vernieuwing, de kwaliteitszorg, de veiligheidszorg en de ontsluiting van de collecties liggen bij de meeste musea nog uitgebreide wensenlijstjes, mede ingegeven door landelijke richtlijnen, als die vanuit het Nederlands Museumregister. Aan enthousiasme en inzet ontbreekt het niet in de musea, maar helaas vaak wel aan de financiële middelen om dit te realiseren. De overheid ziet graag dat hiervoor ook meer gekeken wordt naar andere 'bronnen' zoals fondsen en sponsoren en tevens dat de musea de eigen inkomsten meer doen verhogen. De provincie geeft nu in haar beleid naar de musea aan nadrukkelijker te willen horen waar de prioriteiten liggen. De musea op hun beurt kaatsen de bal wat terug naar de provincie en verzoeken de provincie ook bij het opstellen van de prioriteitenlijsten om aanvullende ondersteuning van de museumconsulent. Eén van de terreinen waarop dit momenteel actueel is, betreft het bepalen van de omvang van centrale depotvoorziening in de provincie. Ook op het terrein van de veiligheidszorg kan de komende jaren door een collectieve aanpak in de provincie 'winst' geboekt worden. Al met al zijn er vanuit het museumveld de nodige reacties binnengekomen op de ontwerp-uitwerking van het Provinciaal Museumbeleid2006-2012. De provincie hoopt in het najaar de uitwerkingsnota definitief te maken. Eén aspect op het museumbeleid is nu al vrij duidelijker: de provincie zal voor het realiseren van meer positionering, prioritering en profilering de capaciteit van het provinciaal museumconsulentschap moeten uitbreiden. Gedeputeerde Staten hebben inmiddels besloten per 2007 de middelen daarvoor beschikbaar te stellen. Om te stimuleren dat musea met hulp van de museumconsulent de geformuleerde uitdagingen in de jaren tot 2012 echt aangaan, zullen provincie en gemeenten (hierin hopelijk bijgestaan door fondsen en sponsors) de financiële kaders ruim moeten stellen. De afbeeldingen bij dit artikel tonen enkele topstukken uit musea in Brouwershaven, Dreischor, Middelburg, Veere en Vlissingen, afkomstig van de DVD SZeeuwse Schatten goed bew onderdeel MuslP- eindrapport). Zeeuws Erfgoed 21 september 2006/03

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2006 | | pagina 21