Onderzoek en meldingen
ARCHEOLOGIE
ERFGOEDEDUCATIEGESCHIEDBEOEFENINGMONUMENTENWACHTMONUMENTENZORGMUSEASTREEKTALEN
Geplakt ijzertijd
aardewerk uit de
vermoedelijk rituele kuil
te Grijpskerke.
Walcheren
Massale deponering IJzertijdaardewerk
Grij p skerke- Kievitshoekweg
Zomer 2003 groeven de SCEZ en de AWN bij
Grijpskerke een grote hoeveelheid aardewerkscherven
en botmateriaal op, na een vondstmelding van een
particulier. Het ging om aardewerk uit de late ijzertijd,
enkele eeuwen voor onze jaartelling, dat in een kuil van
circa 3 x 2,5 meter was gedeponeerd. Het handgevormde
aardewerk dateert uit één periode en was versierd met
onder meer kraslijnen, vingerindrukken, kamstreken en
verfstrepen. De scherven kwamen uit een sloot, die door
het Waterschap Zeeuwse Eilanden was verbreed tot een
watergang met natuurvriendelijke oevers. Het aardewerk
dreigde te worden aangetast door verwering, onkruid en
toekomstige rietgroei, waarop men besloot de nog
aanwezige scherven te verzamelen en op te graven, omdat
behoud in situ onder die omstandigheden niet mogelijk
was. Tijdens het onderzoek bleek dat enkele potten nog
compleet in de bodem stonden; de meeste waren door de
druk van de graafmachine gebarsten. Soms waren potten
in elkaar gestapeld. Een dergelijk archeologisch spoor uit
die tijd met zoveel materiaal is niet eerder in Nederland
aangetroffen.
Na de opgraving nam Sjef Thier (AWN-afdeling Zeeland)
de verwerking van de duizenden aardewerkscherven met
een totaalgewicht van 500 a 600 kilo ter hand. Ze zijn
eerst door hem gewassen - een enorm karwei - waarna
hij begon met de bijna onmogelijke klus om de scherven
weer aan elkaar te passen en te plakken. Driedimensionaal
puzzelen!
Er zijn nu 32 potten compleet of archeologisch
compleet gemaakt. Dat laatste wil zeggen dat het profiel
van de pot van rand tot en met bodem compleet is.
Er komen ongetwijfeld nog veel potten bij, want het
vondstcomplex blijkt eveneens een groot aantal bijna
archeologisch complete potten te omvatten, terwijl nog
niet eens de helft van het vondstmateriaal is onderzocht.
De potten vertonen een grote variatie in vorm en grootte.
De grote hoeveelheid aardewerk, die in een korte tijd is
gedumpt, en de aanwezigheid van botresten doet
vermoeden dat het om een rituele kuil gaat.
De uitkomsten van het botonderzoek bij de ROB kunnen
hierover in een later stadium meer duidelijkheid
verschaffen.
Zeeuws-Vlaanderen
Nieuwe resten van het verdronken Coudekerke?
Funderingsrest bij de Hasjesstraat te Hoek
Op 24 mei verrichtten Hans Jongepier (SCEZ) en
Sjef Thier (AWN-afdeling Zeeland) archeologische
waarnemingen langs een watergang met natuur
vriendelijke oevers bij de Hasjesstraat te Hoek.
Aanleiding was de melding van een bakstenen
funderingsrest door twee amateur-archeologen.
De funderingsrest bevindt zich op circa 325 meter
van de provinciale weg. Hij is ongeveer 1,50 meter lang
en 0,60 meter breed en bevindt zich circa 2,20 meter
beneden het maaiveld (circa 1,20 meter - NAP). Langs
de waterlijn is hij afgebroken door graafwerkzaamheden,
voordien was hij mogelijk nog iets langer.
In het talud van de watergang houdt het ZZW-NNO
georiënteerde restant duidelijk op. Het baksteenformaat
is 26,5 x 13 x 6 centimeter. Volgens één van de vinders
loopt de fundering nog 75 centimeter diep door,
waarschijnlijk tot in of op het pleistocene zand, dat zich
onder het veen bevindt. Het veen is op sommige plaatsen
'gemoerneerd' (afgegraven); ook op de plek van de
fundering is het verstoord.
Mogelijk betreft de funderingsrest een poer (funderings-
blok), waarop bogen van een gebouw hebben gestaan.
Deze poer kan tot in het pleistocene zand zijn aangelegd,
omdat veen een slechte ondergrond is voor een gebouw.
Iets ten zuidwesten van de poer, aan de andere zijde van
de watergang, vond men enkele rood geglazuurde
aardewerkscherven en een fragment grijs aardewerk
(datering veertiende eeuw).
Misschien staan de resten in verband met het verdronken
laatmiddeleeuwse dorpje Coudekerke, waarvan 700 meter
ten westen van de watergang al eerder restanten zijn
te ruggevo nde n
Sjef Thier bestudeert één van de duizenden
ijzertijdscherven uit Grijpskerke.
Zeeuws Erfgoed 6 september 2006/03