2 l I f rï r Duiker legde muurrestanten vast Sporen van het kasteel van Lodijke y n u In de afgelopen maanden is nieuwe informatie 'boven water' gekomen met betrekking tot twee SCEZ-projecten: het project 'Verdronken dorpen in Zeeland' én de hervatte medewerking aan het kastelenlexicon van de Stichting Kastelenlexicon Nederland (SKLN). De Antwerpse duiker Edward Goyvaerts leverde gegevens aan over het voormalige kasteel van Lodijke, een in 1530/32 verdronken dorp in het noorden van het verdronken Land van Zuid-Beveland, ten westen van het verdronken Reimerswaal. De parochie Lodijke werd waarschijnlijk begin dertiende eeuw gesticht. Bij Lodijke stond het stamslot van de heren van Reimerswaal. Kasteelheer Adriaan van Reimerswaal speelde tijdens de Sint-Felixvloed van 5 november 1530 een kwalijke rol: hij wilde een dijkgat niet dichten opdat het binnenkomende water een haven voor hem zou uitschuren. Gevolg was echter dat een groot gebied definitief verloren ging, inclusief Lodijke en zijn slot zelf. Dit verhaal bleef altijd tot de verbeelding spreken. Zo schreef de historische romancier Adriaan Loosjes (1761-1818) over deze materie een fantasierijk treurspel, waarvan de opbrengst bestemd was voor de slachtoffers van een andere vloed: die van januari 1808. van zijn duikclub WDS naar de locatie van het slot van Lodijke was gevaren met schipper Nolet uit Yerseke, die als broodwinning recreatieve duikers naar deze en andere sites in de Oosterschelde brengt. De duik- diepte was 18 meter. 'Mijn indruk,' aldus Edward Goyvaerts, 'is dat er een volwaardig restant van circa 15 meter lengte, vrij rechtlijnig, met een hoogte van circa 3,5 meter overblijft. De rechtlijnigheid en hoogte wijst duidelijk op een muur, maar van welk deel van het kasteel of omwalling blijft gissen. De muur had hier en daar puin rondom hem liggen.' Het is de bedoeling om in de toekomst uitgebreider aandacht aan het verslag van de heer Goyvaerts te besteden in het kwartaalblad Nehalennia. De waarnemingen roepen nieuwe vragen op, maar vormen tegelijkertijd een verrijking van ons collectieve geheugen aangaande Zeelands verdronken landen en het roemruchte slot van Lodijke. Noot 1 Jan J.B. Kuipers, 'Raadselachtige resten van het kasteel van Lodijke', Nehalennia afl. 122, 1999, 19-24. 2 Theo Toebosch, 'Verdronken Nederland', Elsevier 26 augustus 2006, 78-81 ■f f H - Een deel van het muurrestant van het verdronken slot van Lodijke (foto E. Goyvaerts). Achttiende-eeuwse fantasietekening van het slot Lodijke. Volwaardig restant Van het kasteel van Lodijke rusten grote intacte muurresten op de bodem van het Lodijksche Gat, aldus verhalen van sportduikers. Men sprak van circa 1 tot maximaal 4 meter hoge muurresten; deze zouden zich over een lengte van zo'n 16 meter in verband in het - na de vloed van 1530 uitgeschuurde - Lodijksche Gat bevinden. Zelfs de plattegrond van het verdronken kasteel zou nog goed waarneembaar zijn. SCEZ-medewerker Jan Kuipers noemde deze geruchten in 1999 raadselachtig mede omdat het maar niet lukte om aan foto's van de waarnemingen te komen. In 2006 trof hij in het weekblad Elsevier echter wél dergelijke foto's aan, in een artikel van archeologiejournalist Theo Toebosch Navraag bij de auteur leerde dat deze ze van de website van een Vlaamse duikschool had. Dit spoor bracht Kuipers tenslotte in contact met de heer Goyvaerts, die op verzoek een verslag van zijn waar nemingen, inclusief coördinaten, aan de SCEZ ter beschikking stelde. Goyvaerts waarnemingen dateren van april 2005, toen hij met collega's Het kasteel van Lodijke, ook bekend als 'Loonburg', zou in de dertiende eeuw zijn gesticht. Het was waarschijnlijk een 'twee-fasen-kasteel'. De oudste fase was waarschijnlijk een mottekasteel: een omgrachte aarden heuvel (motte of kasteel- berg) met daarop een toren. In de veertiende eeuw was dit vervangen door een bakstenen kasteel, vermoedelijk een 'modern' vierhoekig kasteel met voorburcht. Een bron uit 1365 over het kasteel noemt verschillende behuizingen, een toren, voorhof, boomgaard en gracht. De aparte vermelding van de toren kan duiden op een donjon achtige eerste fase. Volgens dezelfde bron besloeg het kasteel terrein binnen de uiterste gracht en inclusief een stuk boomgaard ongeveer 13 gemeten, d.i. ongeveer 5,2 hectare. Zeeuws Erfgoed 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2006 | | pagina 14