Van Dishoeckhuis toch weer terug! Heemschut had zich er al sterk voor gemaakt in haar zienswijze naar de gemeente Vlissingen op de herinrichting van het Scheldeterrein. Het was dan ook de slagroom op de feesttaart van de Landelijke Heemschutdag op 16 september toen Heemschut Zeeland de primeur kreeg van belangrijk nieuws. Bij de afsluiting van deze dag in de Sint-Jacobskerk maakte wethouder mevrouw Tineke Verhage bekend dat de voorgevel van het Van Dishoeckhuis herbouwd zal worden aan de Houtkade van het Dok. In de aanbesteding van het eerste deelplan voor de Dokkershaven, waaronder de Houtkade valt, zal de gemeente dit als voorwaarde opnemen. Het Van Dishoeckhuis was voor Vlissingen een vertrouwd gebouw, want het was sinds 1818 in gebruik als stadhuis. Na 1965, toen het nieuwe stadhuis geopend werd, stond het leeg tot het na lange procedures tenslotte in 1986 gesloopt werd voor uitbreiding van de KSG-werf. Met pijn in het hart denken veel Vlissingers nog altijd terug aan deze ramp, die een imposant en vertrouwd beeld uit hun dagelijks leven weghaalde. De bittere ironie is dat nog geen tien jaar later de werf bekendmaakte dat zij zich uit de binnenstad zou terugtrekken. De eigenlijk bijna onnodige sloop betreft een pand dat wel genoemd is "het monumentaalste woonhuis uit de achttiende eeuw" en "een mijlpaal in de Nederlandse kunstgeschiedenis" De bouwmeester die in 1733 dit pand ontwierp en bouwde was J.P. van Baurscheit de Jonge (1699-1768). Het was het meest imposante van een aantal voorname stadshuizen en buitenplaatsen die hij voor de kooplieden op het welvarende Walcheren bouwde. Veel hiervan is verdwenen zoals het Van de Brande huis (1733) in Middelburg en het bijbehorende prachtige buiten Sint-Jan ten Heere (omstreeks 1735). In Vlissingen staat nog de verplaatste gevel van het huis Westerwijk (1730), ofwel het Beeldenhuis, en in Koudekerke het zojuist gerestaureerde Der Boede (1730), het kleinere zusje van het Van Dishoeckhuis. Later werk is de Koepoort (circa 1740) en het Van de Perrehuis (1765) in Middelburg. Van Baurscheit verbeeldde in die jaren de grote rijkdom van Walcheren in barokke huizen en tuinen. Sommigen ervaren de aangekondigde herbouw van het front van het Van Dishoeckhuis als kitsch of als vervalsing. Het belang van dit huis is echter niet alleen kunsthistorisch erg groot, maar herbouw heeft ook een bijzondere gevoelswaarde voor Vlissingen. Herbouw van monumenten is niet uniek; we hoeven niet ver van Vlissingen te gaan om al voorbeelden hiervan te vinden in Middelburg. Maar ook steden als Dresden leren ons dat dergelijke projecten een stad weer meerwaarde en eigenwaarde geven. Daarbij komt dat het huis vóór de sloop zeer nauwgezet is opgemeten. Wel is bijna al het beeldhouwwerk verdwenen, alleen de beelden van Pallas Athene en Mars staan veilig in het muZEEum in Vlissingen. Er is nog een foto van de putti in de bak van een vrachtwagen. Wie weet waar deze heen zijn gebracht? Heemschut Zeeland zal zich overigens inzetten voor de herbouw van het hele huis, aangezien het hier geen gevel voor bestaande huizen betreft maar een totaalplan. De plattegronden zijn een integraal deel van dit unieke architectonische meesterwerk, dat gelukkig zo weer een nieuwe toekomst krijgt. Evert de Iongh, Adviseur van de Provinciale Commissie Zeeland Heemschut Stadhuis C, Spanje. Het Van Dishoeckhuis met koetshuis en schipbrug omstreeks 1900 (bron: Gemeentearchief Vlissingen). Het Van Dishoeckhuis in 1983; toen waren de ornamenten al van de voorgevel verwijderd en verkocht. Wie vindt ze terug? (bron: RACM). Noot 1 Van Dishoeckhuis (te) behouden huiseen boekwerkje van het Comité Herleving Van Dishoeckhuis, dat zich vóór de sloop beijverde voor verplaatsing van het Van Dishoeckhuis. 2 Jan Arends Buitenplaatsen op Walcheren/Walchers Arcadia, door Martin van den Broeke. Zeeuws Erfgoed

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2006 | | pagina 18