Meer rijksmonumenten voor Zeeland? Rijk maakt zich op voor aanwijzen bouwkunst periode 1940-1965 In juli maakt de minister van cultuur, Ronald Plasterk, het nieuwe selectiebeleid voor cultuurhistorisch erfgoed uit de Wederopbouwperiode (1940-1965) bekend. Zeeland bezit een rijke schat aan deze naoorlogse architectuur. Omdat er in Tweede Wereldoorlog veel is verwoest, is er ook veel weer opgebouwd. De binnenstad van Middelburg is een duidelijk voorbeeld, maar Zeeland kent vele andere. 'Wederopbouw5 omvat behalve herstel van verwoeste steden en dorpen ook nieuwbouw, om woningnood en toegenomen mobiliteit het hoofd te bieden. Het nieuwe selectiebeleid kan voor Zeeland een nieuwe reeks rijksmonumenten betekenen. Wat is de achtergrond van de op handen zijnde aanwijzing en welke Zeeuwse voorbeelden komen misschien in aanmerking voor rijksbescherming? Bejaardentehuis Oostburg, architect PJ. 't Hooft (uit Goes), opgeleverd 1969. Aandacht vragen voor kwaliteit De naoorlogse architectuur en stedenbouw zijn te beschouwen als een belangrijke ontwikkeling in de Nederlandse architectuur geschiedenis. Het was een periode van vernieuwing op het gebied van architectuur door nieuwe materialen en werkwijzen en van het stedenbouwkundig ontwerp door nieuwe verkavelingspatronen, nieuwe wijkopbouw en een steeds belangrijkere rol van het verkeer als ordeningsprincipe. Dat deze vernieuwing niet overal heeft geleid tot aantrekkelijke architectuur en leefbare wijken, is gezien de complexiteit van de toenmalige bouw- opgave geen wonder. Toch verdienen deze bouwwerken en stedenbouwkundige structuren meer aandacht voor de - soms verhuld geraakte - (steden)bouwkundige kwaliteiten. Meer aandacht voor de bestaande kwaliteit kan ook leiden tot een slimmer hergebruik van bestaande structuren en gebouwen. Dit jaar staat de Open Monumentendag in het teken van de twintigste-eeuwse bouwkunst. De SCEZ heeft dit aangegrepen om met name de naoorlogse bouwkunst extra in het zonnetje te zetten. Categoriaal onderzoek en de Wederopbouwdatabank Om die aandacht te krijgen en ons voor te bereiden op een toekomstige selectie en aanwijzing van dit jongste erfgoed, heeft het projectteam Wederopbouw van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM, zie ook kader) onderzoek gedaan naar diverse categorieën van gebouwen. De resultaten van de studies zijn gebundeld in onderzoeks rapporten waarin de ontwikkelingsgeschiedenis van het gebouwtype is beschreven en waarin op basis van een literatuuronderzoek een preselectie van mogelijk behoudenswaardige objecten is gemaakt. Alle geïnventariseerde objecten zijn in de digitale Wederopbouwdatabank ingevoerd. Deze databank bevat momenteel ruim bijna 4.000 gebouwen en zal een belangrijk hulpmiddel vormen voor de selectie van toekomstige rijksmonumenten. De databank is via www.racm.nl voor iedereen toegankelijk. De gegevens in de databank zijn niet altijd compleet en actueel omdat het Wederopbouw- onderzoek tot nu toe voornamelijk op literatuurstudie is gebaseerd. Daarom kunnen geïnteresseerden in de databank niet alleen gegevens opzoeken, maar ook wijzigingen doorgeven, foto's aanleveren en aanvullende informatie toevoegen. Ook hebben we geconstateerd dat niet alle gebiedsdelen van Nederland evenredig vertegenwoordigd waren in de literatuur. Dit geldt ook voor Zeeland. Daarom is in de toekomst nog aanvullend onderzoek nodig. Hierbij kunnen gemeenten en ook de SCEZ een rol gaan spelen. Het categoriaal onderzoek is nu zo goed als afgerond. Dit heeft 28 studies opgeleverd (voor een overzicht van deze studies kunt u terecht op de website van de RACM). Natuurlijk kunnen in de toekomst altijd nog nieuwe categoriale onderzoeken verricht worden door de RACM zelf of in samenwerking met anderen, maar dit zal in eerste instantie niet meer door de RACM zelf geïnitieerd worden. Vanaf 2001 was bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) het projectteam 'Wederopbouw' actief. Hoofdtaken van het projectteam waren onderzoeken naar categorieën bouw werken en woonwijken uit de periode 1940-1965 en draagvlakverbreding voor de architectuur en stedenbouw uit de Wederopbouwperiode. Sinds 1 november 2006 is de RDMZ met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) opgegaan in de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). De RACM is, in samenwerking met anderen, verant woordelijk voor de zorg voor het Nederlandse erfgoed boven en onder de grond en onder water. De RACM is onder deel van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en treedt op onder de directe verantwoordelijkheid van de minister van OCW. Zeeuws Erfg°ed 3 juni 2007/02

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2007 | | pagina 3