Hotel Bri sloop of rijk Architectuur uit de Wederopbouwperiode (1940-1965) kreeg tot nu toe niet de erkenning en publieke waardering die architectuur uit eerdere tijden veelal B wel geniet. Daarbij komt dat er uit deze periode ook nog niets beschermd. Veel wederopbouwgebouwen en structuren worden dan ook met sloop bedreigd, zeker als de initiële kwaliteiten ook nog eens door transformatie minder herkenbaar zijn geworden. Dit wordt geïllustreerd door het dossier van Grand Hotel Brittannia te Vlissingen. Sloopplannen voor dit hotel zijn inmiddels (tijdelijk) uitgesteld door een aanwijzingsverzoek tot rijksmonument bij het Rijk door de Bond Heemschut. Hierdoor geniet het gebouw tijdelijk voorbescherming, in afwachting van een definitief besluit door de minister. Hotel Brittannia is gebouwd op de ruïnes van het in de Tweede Wereldoorlog volledig verwoeste Grand Hotel des Bains uit 1886. Na de Tweede Wereldoorlog werden de ruïnes van het oude statige hotel verwijderd om met de wederopbouw (in modernistische stijl) te kunnen beginnen. Door geldgebrek heeft het tot 1954 geduurd voordat men met de eerste fase van start ging. Deze bestond uit een paviljoen met restaurant, een lobby, vergader- en feestzalen en een dienstwoning. De opdracht hiervoor werd aan architect Joost Boks gegund. Zijn stijl kwam voort uit de Bauhausbeweging. Hij voegde er echter naar Amerikaans voorbeeld een extra dimensie aan toe door kunstwerken in het ontwerp op te nemen: mozaïeken van kunstenaar Louis van Roode. De 84 meter lange mozaïekband in interieur en exterieur, vormt een hoogte punt van het werk van deze kunstenaar. Het gebouw fungeerde vaak als ontvangstruimte voor hoge gasten die in Vlissingen op bezoek kwamen, zoals Prins Claus in 1970. Vijf jaar na de bouw van het paviljoen werd onder supervisie van Joost Boks een hotelgedeelte aan het geheel toegevoegd. De voorkant van de hoteltoren werd eveneens van mozaïeken voorzien. Hierin is de ontwikkeling van de kunstenaar naar een meer abstracte stijl goed waarneembaar. Wat is er met Brittannia gebeurd? De eerste directeuren hadden veel respect voor de bijzondere architectuur van Joost Boks in combinatie met de mozaïeken door Louis van Roode. Zo werd bij elke wens voor verandering eerst de architect geraadpleegd. In deze periode was Brittannia het enige hotel met allure in Zeeland. Na een eigendoms overdracht van het hotel in 1976 is er van alles misgegaan. Met als argument de bedrijfsvoering te verbeteren zijn verschillende verbouwingen uitgevoerd. Zo is er een vloer boven het restaurant aangebracht, waardoor de mozaïeken ter plaatse werden vernield en het ruimtelijke effect van de vide verloren ging. Dit heeft tot gevolg gehad dat de lichtinval sterk verminderde. Op de parkeer plaats en achter het hotel werden twee complexen appartementen gebouwd, wat een verslechtering van het aanzicht en het verdwijnen van de rechthoekige plastiek tot gevolg had. Verschillende kleinere ingrepen, zoals het aanbrengen van overdekte terrassen en verplaatsing van de hoofdingang hadden een minder desastreus effect. Gelukkig bleven de meeste mozaïeken en de voorgevel groten deels gespaard, maar de gloriedagen van het hotel waren definitief voorbij. Uiteindelijk moest het hotel in 2002 zijn deuren sluiten en begon de leegstand - en daarmee het verval - welke tot op de dag van vandaag voortduren. Strijd voor het behoud In 2004 kreeg projectontwikkelaar Loostad een sloop- en bouwvergunning voor het gehele complex. Het bouwplan bestond uit een torengebouw van maximaal zestien verdiepingen met een variabele hoogte op de locatie van de oorspronkelijke hoteltoren en directe omgeving. Het paviljoen zou in deze opzet na verwijdering van de mozaïeken volledig worden gesloopt. Vanwege de te realiseren nieuwbouw zou niets overblijven van de oorspronkelijke uitstraling. De gemeente Vlissingen, verschillende belangengroepen en de projectontwikkelaar gingen ervan uit dat vóór de sloop de mozaïeken zouden worden verwijderd en aangebracht bij een school of langs de boulevard. In februari 2006 werd door de Bond Heemschut getracht de project ontwikkelaar en wethouder te overtuigen van de kunsthistorische waarde van hotel Brittannia. Toen dit niet mogelijk bleek heeft Heemschut het plan opgevat om het belangrijkste deel van Brittannia, het paviljoen uit 1955, voor te dragen voor rijks-bescherming. De beschermingsaanvraag die vergezeld ging van een compleet dossier met documentatie over architect, kunstenaar en bouwgeschiedenis is door de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat het paviljoen een tijdelijke voorbescherming krijgt en niet mag worden gesloopt, in afwachting van een besluit door de minister. Plannen voor restauratie De door de gemeente Vlissingen goedgekeurde nieuwbouwplannen van de projectontwikkelaar blijken als gevolg van renteverlies gedurende zeven jaar en

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2007 | | pagina 6