Colofon
gQEBEfiaanstelling personeel
MOnuMENTaal
Internet www.sceZ.nl
Zeeuws Erfgoed is een uitgave van de Stichting Cultureel Erfgoed
Zeeland en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert
over nieuws en achtergronden vanuit de werkvelden archeologie,
erfgoededucatie, geschiedbeoefening, monumentenwacht,
monumentenzorg, musea en streektalen.
Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk via postbus 49
o.v.v. Zeeuws Erfgoed.
redactie Aad de Klerk, David Koren, Jan Kuipers, Veronique De Tier,
Tony Veenstra en Janneke de Wit
eindredactie Saskia Buitenkamp, Aad de Klerk, Jan Kuipers
en Aafke Bij de Vaate
foto's Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, tenzij anders vermeld
opmaak decreet, Ramon de Nennie, Middelburg
druk Verhage Zoon, Middelburg
Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
Postbus 49 4330 AA Middelburg
Bezoekadres Gebouw De Burg, Groenmarkt 13
Telefoon 0118-670870 Fax 0118-670880 E-mail info@scez.nl
Zeeuws Erfgoed
jaargang 6 nr. 3
september 2007
- Agenda september 2007 met bijdragen van
Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking
- Zeeuws Archief Nieuws nr. 35
Aan dit nummer droegen bij:
ARCHEOLOGIE W Brouwers, Robert van Dierendonck,
Nathalie van Jole, Hans Jongepier, Jan Kuipers en Arent Vos
ERFGOEDEDUCATIEJosien Pootjes
LANDSCHAP EN HISTORIEAad de Klerk en Huib Uil
MONUMENTENWACHT Alain Goublomme, Wim Jakobsen
en Tony Veenstra
MONUMENTENZORG Toon Franken en David Koren
MUSEA Leo Adriaanse, Marloes Matthijssen en Janneke de Wit
STREEKTALEN Veronique De Tier
MONUMENTAAL Tony Veenstra
ALGEMENE PAGINA'S Jan Kuipers, Rien de Ridder en Jan van Zon
Aanlevering van kopij
Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij voor
keur digitaal tot 22 oktober 2007, zeeuwserfgoed@scez.nl of via postbus
49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws Erfgoed.
Jeroen van Dijke, molenwachter
Jeroen van Dijke (1981) is vanaf 1 april 2007 op uitzendbasis werkzaam
bij de SCEZ als molenwachter. Samen met de eerste monumenten
wachters voert hij inspecties uit op een groot aantal molens in Zeeland.
Hierbij brengen zij de technische en bouwkundige staat van de molen in
kaart. Jeroen wilde al als kind molenaar worden. De techniek en het
werken met een molen trokken hem enorm aan en fascineren hem nu
nog steeds. Als zesjarig ventje leerde hij de beginselen van het
molenaarsvak op de molens van Zierikzee en op veertienjarige leeftijd
maalde hij zelfstandig.
Na de MTS Bouwkunde werkte Jeroen bij molenmakerij Hoefkens in
Middelburg waar hij veel ervaring opdeed in het herstel en de restauratie
van molens. Naast zijn werkzaamheden bij de SCEZ is hij molenaar in de
gemeente Middelburg en draait hij vrijwillig op de molen van Zierikzee.
Daar geeft hij regelmatig rondleidingen aan bezoekers en oefent hij zijn
grote hobby uit, namelijk: het malen van graan tot meel!
Rond 1850 telde Nederland circa 9.000 wind
molens, waarvan er 160 in Zeeland stonden.
Het landelijke aantal komt tegenwoordig neer
op zo'n 1.150. Wat gebeurde er in honderd jaar
tijd met al die windmolens?
In de negentiende eeuw waren molens stoere
krachtpatsers. Zij leverden drijfkracht voor de
agrarische industrie en namen op deze wijze
arbeiders zware klussen uit handen. Vervolgens
namen in de twintigste eeuw stoommachines en
elektrische motoren deze taak van de wind
molen over.
Vooral na de Eerste Wereldoorlog was de
afbraak groot. Er kwamen fabrieken, molens
werden gesloopt, of men keek niet meer naar
het onderhoud ervan om. Tot kort na de
bevrijding in 1945 werd een aantal Zeeuwse
molens nog enige tijd met behulp van een
motor aangedreven, om daarna voorgoed te
worden stilgezet. In de jaren zestig kwam er
dankzij de Monumentenwet meer nationale
steun en aandacht voor molens. De Provincie
Zeeland en de gemeenten stelden subsidies
beschikbaar om verder verval en sloop tegen
te gaan. Ruim tien jaar later, in 1975,
richtte een clubje geestdriftige molenvrienden
de Vereniging De Zeeuwse Molen op. Haar
hoofddoel werd de vergroting van de
maatschappelijke bewustwording van de waarde
van molens. Nog steeds dragen de sierlijke
ornamenten, de bonte verzameling kleuren en
de vaak authentieke naamgeving van molens
bij aan de behoefte van molenaars de eigen
identiteit te behouden en uit te dragen.
Zeeuws Erfgoed 23 september 2007/03