25 jaar Werkgroep Industrieel Erfgoed Zeeland
'Behoud van monumenten van bedrijf en techniek
iM MR
I Hl SB
Tot het jongste en daarmee meteen ook het
meest kwetsbare culturele erfgoed behoort
het industrieel erfgoed. Het is namelijk na
buitengebruikstelling lastig om er een
nieuwe bestemming voor te vinden en het
heeft door zijn jonge leeftijd veelal geen
monumentenstatus, waardoor vaak sloop
dreigt. De aandacht voor de industriële
archeologie, zoals dit erfgoed aanvankelijk
werd genoemd, is vanuit Engeland over
komen waaien naar Nederland.
De Engelsen begonnen reeds in de jaren vijftig
van de vorige eeuw met het veiligstellen van
relicten van achttiende- en negentiende-eeuwse
fabrieken, die ze meestal moesten uitgraven en
ontdoen van overwoekerend struikgewas en
geboomte, vandaar de term industriële
archeologie. Al gauw breidde de aandacht zich
uit naar de meer recente bedrijvigheid van
rond 1900. Omstreeks 1975 verschenen ook
in Nederland steeds meer publicaties over
monumenten van bedrijf en techniek, nóg een
benaming voor industrieel erfgoed. Doordat
dit erfgoed in rap tempo aan het verdwijnen
was probeerden bedrijfshistorici en bedrijfs-
archivarissen het tij te keren door er aandacht
aan te schenken in het tijdschrift Industriële
Archeologie, dat voor het eerst verscheen in
1981. Dit blad wilde in elke provincie een
correspondent voor de inventarisatie en
documentatie van industrieel erfgoed. Op deze
manier zou dreiging van sloop van waardevol
industrieel erfgoed eerder gesignaleerd kunnen
worden.
Oprichting werkgroep in 1982
Voor Zeeland begon de aandacht voor dit
Erfgoed in 1980 toen prof. dr. H.FJ.M. van
den Eerenbeemt van de Universiteit van
Tilburg de aanbeveling deed om ook in
Zeeland een correspondent industriële
archeologie aan te stellen. Met financiële steun
van de Provincie Zeeland kon Thera de Graaf
als Zeeuwse correspondente van start gaan.
Om haar te ondersteunen werd 25 jaar
geleden, in januari 1982, onder de paraplu
van de Zeeuwse Culturele Raad, de Werkgroep
Industriële Archeologie Zeeland (WIAZ)
opgericht. Een eerste project van deze werk
groep was gericht op het inventariseren van
relicten van de meekrapnijverheid, met name
de meestoven, kenmerkend voor Zeeland en
in bedrijf tot omstreeks 1890. Daarna volgde
de vlasnijverheid in Zeeuws-Vlaanderen en
Schouwen-Duiveland.
De werkgroep houdt ter gelegenheid van het
25-jarig jubileum een feestelijke bijeenkomst
op 12 september in de Goederenloods op het
emplacement van de Stoomtrein Goes-Borsele.
Publicaties over industrieel erfgoed
In 1985 zag de eerste publicatie van de werk
groep het licht: Schouwen-Duiveland, met de
klok mee, een route langs industrieel erfgoed in
deze regio. Drie jaar later volgde Walcheren in
het spoor van bedrijf en techniek, fiets- en auto
routes langs industrieel erfgoed op Walcheren
gelegen aan het tracé van de voormalige tram
lijn van de Stoomtram Walcheren. In 1990
koos de werkgroep voor een gebiedsgerichte
benadering door de publicatie van Beelden uit
het industrieel verleden van de kanaalzone.
zich actief bezig met onderzoek en verzamelen
van gegevens in het belang van het behoud van
waardevol en kenmerkend industrieel erfgoed
in Zeeland. Dit lukt niet altijd. Verloren door
sloop gingen de meelfabriek in Sas van Gent
en vele gebouwen op de terreinen van de
cokesfabriek ACZC te Sluiskil en de scheeps
werf De Schelde in Vlissingen. Toch bleven
de fraaie timmerfabriek en enkele kranen van
deze scheepswerf gespaard. Nog aanwezig in
Zeeland zijn diverse stationsgebouwen en
remises van spoor- en tramwegen, watertorens,
Stoommachine in de elektriciteits
centrale van de cokesfabriek ACZC te Sluiskil
(fotoarchief WIEZ).
In 1996, het jaar van het industrieel erfgoed,
pakte de Werkgroep Industrieel Erfgoed
Zeeland (WIEZ) - zoals de WIAZ toen naar
landelijk gebruik was herdoopt - goed uit met
het boek Scheepswerven in Zeeland. Hierin
werden niet alleen relicten van scheepswerven
in Zeeland beschreven, maar ook gegevens
vermeld van het merendeel van de werven die
ooit in deze provincie werkzaam waren. In de
laatst verschenen publicatie van de werkgroep,
Op stoom! (2004), is een actueel overzicht
opgenomen van het industrieel erfgoed op dat
moment.
Onderzoek, veldwerk en behoud
Naast deze publicaties houdt de werkgroep
Toon Franken, lid van de werkgroep, toont
zijn publicatie Op stoom!' (fotoarchief WIEZ).
een viertal vuurtorens, enkele stoomgemalen
en meestoven. Momenteel is de werkgroep
druk doende om de stoomgenerator van de
voormalige cokesfabriek te Sluiskil, die nu
nog staat te pronken in zijn oorspronkelijke
setting, de elektrische centrale, geplaatst te
krijgen in een nieuw industriemuseum.
Mogelijk wordt voor dat doel de voormalige
suikeropslagplaats van de coöperatieve
suikerfabriek te Sas van Gent ingericht.
Belangstellenden die lid willen worden van
de werkgroep voor het doen van veldwerk,
literatuur- en archiefonderzoek, publiceren
of deelname aan vergaderingen kunnen zich
aanmelden via de SCEZ: 0118-670870.
V
in
Zeeuws Erfgoed 5 september
Warmwaterroterij voor vlas uit 1952,
Brieversweg te Eede (foto Maurice Kindt).
2007/03