Onderzoek en meldingen
Walcheren
Zuid-Beveland
'Grote archeologische verrassing'
Romeinse dijken en een terp bij Serooskerke
Het laatste onderzoek dat in het geplande nieuwe
tracédeel van de N57 bij Serooskerke op Walcheren in
opdracht van Rijkswaterstaat is uitgevoerd bracht een
grote archeologische verrassing. Ter hoogte van de
Wattelsweg vond ADC ArcheoProjecten dit voorjaar
na enig zoeken sporen van waarschijnlijk erven van
boerderijen uit de vroege en late middeleeuwen, onder
andere een kuil met aardewerk uit de negende eeuw na
Chr. Sporen van gebouwen uit deze perioden zijn niet
gevonden. Groot was de verbazing toen, voor de eerste
maal voor Zeeland in de Romeinse tijd, een kleine terp
(diameter circa 10 meter) werd ontdekt, die op het veen
was opgeworpen met kleiplaggen, afkomstig van een
schor. Op de top van de terp lag een vuurplaats bekleed
met een grote hoeveelheid aardewerk. De aflopende
flanken van de terp waren bedekt met enkele lagen afval,
met daarin, naast aardewerk en dierlijk bot, veel schelpen
van mosselen, kokkels en kreukels (alikruiken). Bijna
euforisch werden de archeologen toen bleek dat er in
Zeeland al in de Romeinse tijd ook dijken zijn aangelegd.
Alleen uit Friesland waren tot nu toe in Nederland drie
plaatsen met Romeinse dijken bekend en in Vlaanderen
is er enkele jaren geleden één gevonden bij Walraversijde.
Vanaf de genoemde terp, die aan het eind van de tweede
eeuw, of eerder in de derde eeuw na Chr. gedateerd moet
worden, loopt in zuidelijke richting over een lengte van
circa 90 meter een, eveneens met schorreklei-plaggen
geconstrueerd dijklichaam van 7 meter breed, dat
gefungeerd heeft als waterkerende lage dijk (zie foto).
Hiervan was nog een hoogte van ongeveer 60 centimeter
bewaard gebleven. Deels onder de resten van deze dijk,
deels een ander tracé volgend, bevinden zich de sporen
van een iets oudere dijk met een breedte van 5,5 meter.
Deze dijk was gemaakt van plaggen die deels uit veen en
deels uit klei bestaan. Tijdens het onderzoek hebben de
onderzoekers uitgebreid monsters genomen voor verder
onderzoek naar geologie, flora- en faunaresten en
dateringen. De uitwerking van al het onderzoek voor
de N57 zal nog geruime tijd in beslag nemen, maar
moet uiterlijk voorjaar 2010 afgerond zijn.
Serooskerke, Wattelsweg.
Doorsnede door de resten
van de jongste Romeinse
dijk, opgebouwd met schor-
reklei-plaggen. Het hoogste
punt van de dijk ligt bij de
monsterbak in het profiel
(foto ADC ArcheoProjecten,
met toestemming van
Rijkswaterstaat).
Noodopgraving in de Singelstraat
Skeletten rondom de Maria Magdalenakerk,
Goes
Bij herbestratingswerkzaamheden rondom de Maria
Magdalenakerk in Goes zijn skeletten aangetroffen die
al op 20 centimeter beneden het huidige straatniveau
aan het licht kwamen. ADC ArcheoProjecten verrichtte
een noodopgraving in het zuidelijke deel van de
Singelstraat. Tijdens de opgraving werden enkel die
skeletten verwijderd die door de voorgenomen
inrichtingswerkzaamheden werden bedreigd. Daarbij
zijn ongeveer 34 begravingen gedocumenteerd uit
vermoedelijk uit de achttiende eeuw. Op basis van
historische bronnen is bekend dat het kerkhof in gebruik
is geweest tussen circa 1550 en 1795. De skeletten, die in
houten kisten waren begraven, bleken goed bewaard. Op
één skelet werden speldjes aangetroffen die suggereren dat
de overledenen in een lijkwade zijn begraven. Verder zijn
resten gevonden van de kerkhofmuur, de oude stadsschool
van Goes en funderingen van enkele kerkhuizen. Gezien
de geringe diepte waarop de archeologische resten
bewaard zijn, werden de overige inrichtingswerkzaam
heden rondom de kerk onder archeologische begeleiding
van ArcheoMedia uitgevoerd. Deze werkzaamheden
leverden aanwijzingen op voor de aanwezigheid van een
jongere kerkhofmuur. Daarnaast zijn opnieuw
Romeinse houten constructie
(detail) uit Kapelle,
een liggende balk met
houten palen en
dwarsbalken
Deze lagen vlak naast
een in de Romeinse
tijd werkzame geul
(foto RAAP).
begravingen aangetroffen die meestal in situ bewaard
konden blijven.
Romeinse vindplaats in de Smokkelhoek, Kapelle
Wegens de geplande uitbreiding van bedrijventerrein
Smokkelhoek liet de gemeente Kapelle een proefsleuven-
onderzoek uitvoeren door RAAP. Hierbij is vastgesteld
dat een groot gedeelte van het plangebied vergraven is
door laatmiddeleeuwse moernering (veenafgraving). In
een beperkt deel van het terrein is echter in de top van
het intacte veen een Romeinse vondstenlaag
aangetroffen met aardewerk en dierlijk
botmateriaal. Langs een in de Romeinse
tijd werkzame geul bevond zich een houten
constructie met een liggende balk en
diverse dwarsbalken. Mogelijk betreft
het een vorm van beschoeiing. Maar
het valt voorlopig niet uit te sluiten dat
de houtconstructie in verband staat met
industriële activiteiten. Vlakbij zijn
namelijk twee haardplaatsen
gedocumenteerd. Duidelijke bewonings-
sporen in de vorm van huisplattegronden
ontbreken vooralsnog. Op basis van de
voorlopige onderzoeksresultaten wordt de
vindplaats tussen 70 en 270 AD gedateerd. De gemeente
Kapelle gaat het gebied uitsparen in de planvorming,
zodat de vindplaats in de bodem bewaard kan blijven.
Zeeuws Erfgoed 13 juni 2008/02 ARCHEOLOGIE