w
Neanderthalerkamp in de Noordzeebodem
voor het voetlicht
Internationale actie na 'Vlissingse' vondst
Vondstmeldingen
en archeologisch
spreekuur
Melding van archeologi
sche vondsten dient te
geschieden bij de SCEZ.
Het materiaal wordt wan
neer nodig geregistreerd
en gedocumenteerd, maar
blijft altijd in het bezit
van de melder, tenzij deze
het zelf wil afstaan. Uw
melding van vondst(en)
of waarneming(en) kan
ook schriftelijk of telefo
nisch geschieden bij:
SCEZ
Postbus 49
4330 AA
Middelburg
T 0118-670870
E j.jongepier@scez.nl
Daarnaast houdt de SCEZ
op elke eerste dinsdag
middag van de maand een
archeologisch spreekuur.
U kunt het spreekuur in
gebouw
De Burg
Groenmarkt 13
te Middelburg
bezoeken om voorwerpen
te laten determineren
(geldswaarde wordt niet
getaxeerd), vondstmeldin
gen te doen, of allerlei
vragen op het gebied van
de Zeeuwse archeologie
voor te leggen.
De eerstvolgende
archeologische spreek
uren vinden plaats op
de dinsdagmiddagen
3 juni, 1 juli en
5 augustus van 15.30
tot 16.30 uur.
Dank voor
uw medewerking!
verkleurd en vertonen soms een licht glanspatina. De
meeste vuistbijlen waren nog grotendeels intact; enkele
anderen zijn gebroken, waarschijnlijk tijdens het sorteer-
proces. De vuistbijlen konden voor meerdere doeleinden
worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het slachten van grote
zoogdieren. Ze zijn vermoedelijk 100.000 jaar oud,
maar mogelijk nog ouder en zijn gemaakt door
Neanderthalers, in een koude tijd toen de
zeespiegel vele tientallen meters lager was
dan nu. Destijds bestond het gebied
van de huidige Noordzee uit een open
toendra-achtig landschap met grassen
en struiken.
Behalve het vuursteenmateriaal trof
de vinder veel faunaresten aan, zoals
botten en kiezen van de wolharige
mammoet, wolharige neushoorn,
steppewisent en hertachtigen:
zoogdieren die in dezelfde tijd als de
Neanderthalers op de vlaktes hebben
rondgelopen.
Vondsten van amateur-archeoloog J. Meulmeester uit
Middelburg hebben onlangs geleid tot de lokalisering
van de eerste grote vondstconcentratie uit de oude
steentijd op de bodem van de Noordzee, ten oosten
van Great Yarmouth (Engeland). Deze belangrijke
vindplaats markeert een kamp van prehistorische
jagers en is intussen aangewezen als monument.
Op 21 december 2007 meldde de heer
J. Meulmeester uit Middelburg de vondst
van drie vuurstenen voorwerpen bij de
SCEZ. Hij had deze ontdekt bij een
grindsorteerbedrijf te Vlissingen in
een hoop grof grind, dat bij navraag
afkomstig bleek te zijn uit de bodem
van de Noordzee. Het Engelse
grindbaggerbedrijf Hanson had het
materiaal opgebaggerd van een diepte
van tussen 30 en 35 meter onder de
zeespiegel, 13 kilometer uit de Engelse
kust, ten oosten van Great Yarmouth.
Enkele vuistbijlen uit het prehistorische
jagerskamp op de huidige Noordzeebodem.
Assistent-provinciaal archeoloog
J. (Hans) Jongepier herkende een
van de voorwerpen als een vuistbijl
uit het paleolithicum (oude steen
tijd); de andere twee stukken bleken
grote afslagen te zijn. Nadien meldde
de vinder regelmatig de vondst van
nieuwe vuistbijlen en afslagen. In totaal
heeft hij in drie maanden tijd 28 vuist
bijlen en circa 50 afslagen - stukken vuursteen
die door de mens van grotere vuursteenknollen
zijn verwijderd - tussen het natuurlijke
vuursteenmateriaal gevonden.
Hoogstwaarschijnlijk hebben zich
nog veel meer artefacten tussen het
natuurlijke vuursteenmateriaal
bevonden, daar de heer Meulmeester
slechts een klein deel van de afval
hoop heeft kunnen onderzoeken.
Het gaat daarom om een omvangrijke
en zeer belangrijke vindplaats, een
plek waar prehistorische jagers hun
kampement hadden opgeslagen. Het is
de eerste keer dat een dergelijk groot aantal
vuurstenen voorwerpen uit het paleolithicum op
de bodem van de Noordzee in situ is aangetroffen, dat
wil zeggen op de plek waar ze door de mens zijn achter
gelaten. De meeste paleolithische vondsten zijn immers
afkomstig van het land.
100.000 jaar oud?
De voorwerpen, die meest vervaardigd zijn uit lichtgrijze
vuursteen, verkeren in uitstekende staat; ze zijn alleen wat
Impressie van een Neanderthaler
(Neanderthal-museum, Neandertal; foto Th. Ihle).
Het is te danken aan de oplettendheid van de heer
Meulmeester - die eigenlijk op zoek was naar sponzen en
fossielen - dat een groot aantal belangrijke prehistorische
gebruiksvoorwerpen niet in de vergruizer zijn terecht
gekomen, waarmee de verwerking ervan in beton nog
juist kon worden voorkomen.
De SCEZ heeft grondmonsters genomen,
die nog worden onderzocht op de aan
wezigheid van pollen, zodat eventueel
de vegetatie ten tijde van de
Neanderthalers kan worden
gereconstrueerd. Naar aanleiding
van de vondsten is door de SCEZ
contact opgenomen met de werk
groep prehistorie van de Noordzee
bodem van de Rijksdienst voor
Archeologie, Cultuurlandschap en
Monumenten (RACM) te Amersfoort,
waarna op 13 maart tijdens een workshop
bij de RACM de vondsten door de heer
Meulmeester zijn gepresenteerd. Op die
bijeenkomst waren zowel Nederlandse als
Engelse archeologen aanwezig. De
vondsten, die internationaal in de
belangstelling staan, hebben ervoor
gezorgd dat de Engelse archeologen
het gebied waaruit de vondsten
afkomstig zijn als monument
hebben aangewezen. Hierdoor moest
het baggerbedrijf noodgedwongen een
nieuwe locatie voor zijn werkzaamheden
uitkiezen.
Zeeuws Erfgoed 15 juni 2008/02 ARCHEOLOGIE