Een monumentale machine in Sluiskil Zoals we in een vorige aflevering van Zeeuws Erfgoed al summier meldden, wacht in Sluiskil de monumentale elektrostoomgenerator van de voormalige cokesfabriek op een definitieve huisvesting. Een terugkeer, nu als museumstuk. De machine is niet vergeten. Jarenlang geduld en vooral grote inspanning worden uiteindelijk dan toch beloond. Een moeizame weg, maar er zit schot in. Op 1 augustus 1999 werd in Sluiskil de Cokesfabriek gesloten. Sinds 1912 was deze fabriek actief met de productie van cokes en de vele nevenproducten zoals gas voor huishoudelijk gebruik en verwarming. Het gas van de cokes was populair, Zeeland stookte jarenlang op gas uit Sluiskil. Maar tegen de concurrentie van goedkopere economieën zoals die van China was de productie in onze kostbare welvaartsstaat niet opgewassen, dus ging voor het bedrijf de deur op slot. Voor de werknemers een ramp, want 'de Cokes' was bijna negentig jaar een zeer betrouwbare broodheer geweest. Met de sluiting verdween niet alleen de levensvreugde, maar ook de bedrijvigheid, die tot in de wijde omgeving zichtbaar was door de stoomwolken die bij het afblussen van de gloeiende cokes ver omhoog stegen. Industrieel pronkstuk Maar er bleek nog een toegevoegde waarde, de Cokes was een complex met industrieel erfgoed van hoge klasse. De oorzaak kan worden gevonden bij enkele Noord Franse staalbaronnen. Deze waren voor de kwaliteit van hun product gebaat bij - zelfs afhankelijk van - de doorgaande aanvoer van cokes in goede kwaliteit en bij zo min mogelijk schommelende prijzen. Juist op die constante kwaliteit kregen de Franse fabrikanten steeds minder vat. Uiteindelijk besloten zij dat dit alleen bereikt kon worden door ook de cokesproductie in eigen hand te nemen. Het kanaal van Gent naar Terneuzen was door herhaaldelijke verbreding en verdieping een interessante aanvoerweg aan diepstekend vaarwater geworden. Dat trok de aandacht. De nabije spoorwegmaatschappij Mechelen-Terneuzen, met een lijn langs Sluiskil, was aangesloten op het net van de Belgische spoorwegen, overgaand op het Noord-Franse spoor. Met dié spoorwegen werd een langjarig contract gesloten tegen een vast transporttarief van Sluiskil naar Frankrijk. De Franse heren kochten in Sluiskil grond aan en bouwden er een cokesfabriek op. De elektriciteitsproductie stond in die jaren (1911) nog in de kinderschoenen en de centrales van de omringende dorpen, voorzover die er waren, hadden geen capaciteit om een fabriek als de Cokes te bedienen. De Fransen besloten om zelf een centrale te bouwen op het eigen terrein. De installatie bestond uit drie generatoren (dynamo's), elk aangedreven door een stoommachine. Zo werd in 1912 in Sluiskil de cokesfabriek gestart. Al snel werd het complex een pronkstuk voor de Franse staalbaronnen, waarheen zij maar al te graag hun relaties meenamen. De eigen centrale van de Cokes kon echter niet lang in de energiebehoefte voorzien. Al spoedig werden er turbines aangeschaft; die waren goedkoper en namen De Jugendstilbalustrade en elektrostoomgenerator trekken elk jaar op de Open Monumentendag veel belangstelling. Zeeuws Erfgoed 7 juni 2008/02 MONUMENTENZORG

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2008 | | pagina 7