Minisymposium en Zeeuwse opening Een vluchtig spoor De landelijke opening van de OMD vindt op donderdag 11 september plaats in de historische stad Deventer. Een aantal plaatselijke OMD-comités en gemeenten openen de volgende dag, terwijl in Zeeland al op woensdag 10 september het startschot wordt gelost met een minisymposium in het onlangs opgeleverde gemeentehuis van Tholen. Het symposium, met als afgeleide titel 'Sporen van beleving', is een initiatief van de SCEZ in samenwerking met de gemeente Tholen en de Heemkundekring Stad en Lande van Tholen en wordt met steun van de Provincie Zeeland georganiseerd. Naast de sporen boven de grond - de monumenten en bouwsporen - komen de sporen onder de grond - bodemvondsten - en die in het cultuurlandschap aan de orde. Het dagprogramma bestaat uit lezingen, waarin de sprekers een heldere vertaalslag maken naar de aanwezige zichtbare sporen in deze provincie. Wethouder Cees van Dis (cultuur) zal het programma openen met een toelichting op het monumentenbeleid van de gemeente Tholen. Vervolgens gaat Aad de Klerk, consulent landschap en historie van de SCEZ, in op 'het Zeeuwse cultuurlandschap als altijd open monument' en Sandra Dobbelaar van Stichting Landschapsbeheer Zeeland 'wandelt' met digitale voorbeelden door het Zeeuwse landschap. Bouwhistoricus Dirk Jan de Vries van de RACM behandelt de sporen in en rond gebouwen en predikant Louis Wüllschleger spreekt over de 'sporen van beleving' en de gevolgen hiervan op de korte en lange termijn. Carolien Loomans, beleidsadviseur erfgoed bij de gemeente Arnhem, laat zien hoe oude (archeologische) cultuurhistorische sporen als inspiratiebron kunnen dienen bij planvorming. Tot besluit gaat gedeputeerde Harry van Waveren (cultuur) kort in op het landelijke thema en zal hij daarna feestelijk de Zeeuwse OMD openen. Het symposium is op uitnodiging toegankelijk. In het volgende nummer meer over het verloop van deze dag en de - alweer 23ste - landelijke Open Monumentendag. Uitzicht op de kasteelwei te Nisse (foto Stichting Landschapsbeheer Zeeland). Het verdronken Rilland in de Westerschelde; buitendijkse sporen van bewoning en het oude cultuurlandschap. Geen graancirkel, maar wat dan wel? Dat is de vraag bij de aanblik van een cirkelvormig graslandperceel, met een doorsnede van ongeveer 350 meter, vlakbij Breskens, op de topografische kaart van westelijk Zeeuws-Vlaanderen uit 1949. Een cirkel met een kort bestaan, want hij ontbreekt op zowel oudere als meer recente kaarten. De van oorsprong Breskense zoetwarenfabriek Van Melle levert het antwoord. Die zette al in 1935 een bedrijfsvliegtuig in, waarvoor in hetzelfde jaar een eigen vliegveldje werd aangelegd. In de vorm van een cirkel en daardoor goed herkenbaar vanuit de lucht. Wie de nodige biscuits had weggehapt, werd zomer 1936 getrakteerd op een gratis rondvlucht. Het werk Het vliegende toffeekistje legt getuigenis af van deze enerverende episode, die in 1937, na een ongelukkige landing, alweer werd afgesloten. Van de cirkel rest anno 2008 geen spoor. (bron: Topografische kaart schaal 1:25.000; blad 48C; verkend 1936, gedeeltelijk herzien 1946, uitgave 1949) Zeeuws Erfgoed 17 september 2008/03 MONUMENTENWACHT

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2008 | | pagina 17