£4 Walcherse tegelfragmenten
Kleurrijke kwadraattegel met afbeelding van
een boerderij, circa 1600.
Tableau van zestien kwadraattegels met
dierenafbeeldingen, circa 1600.
Kwadraattegel met vrouwenportret, circa 1600.
(bron afbeeldingen: E.M. Vis en C. de Geus,
Althollandische Fliesen. Leipzig, 1926)
Afvalbergen dan wel stortplaatsen vormen
voor veel mensen niet de meest favoriete
stop tijdens een fietstocht. Ook voor mij
was die grauwe massa puin, schuin achter
de bossage bij een weiland gelegen, niet
echt uitnodigend. Toch raakte ik tijdens
mijn dagelijkse fietsrit steeds meer
gefascineerd door deze door puinruimers
opgeworpen puist in het Walcherse
landschap. Ik bespeurde bij mezelf dan
ook een toenemende nieuwsgierigheid.
Verscheidene vragen kwamen bij me op.
Wie stortte hier met zekere regelmaat
ongegeneerd zijn puin? En waarvan was
dit puin afkomstig? Alleen een plaatselijk
onderzoek kon helderheid verschaffen en
zo besloot ik op een dag in mei eens flink
in de remmen te knijpen. Van dichtbij bleek
de berg al gauw minder grauw te ogen dan
ik van een afstand had gedacht. Bovendien
vielen tussen de vele schakeringen bruin en
grijs gelijk enkele kleurrijke tegelfragmenten
op. Besloten werd om de fragmenten tussen
enkele zeventiende- en achttiende-eeuwse
potresten en majolicascherven in de fietstas
op te bergen, om ze thuis aan een nader
onderzoek bloot te stellen.
Mediterrane invloed
Thuisgekomen bleek achter de tegel
fragmenten een mooi, Walchers verhaal
schuil te gaan. De tegelrestanten zijn met
hun kleurschakeringen in groen, geel, bruin
en blauw en hun binnen een kwadraatvorm
afgebeelde dieren of personen namelijk
kenmerkend voor de stijl van de Antwerpse
familie Andries. De 'godfather' van deze
familie was de van origine uit Italië
afkomstige majolica- en tegelbakker
Guido di Savino. Antwerpen was in de
eerste helft van de zestiende eeuw een
welvarende havenstad en middelpunt van
wetenschap en cultuur. Deze Vlaamse stad
had dan ook een grote aantrekkingskracht
op mensen van buiten, waaronder ook
Guido. Guido trouwde - eenmaal gevestigd
in Antwerpen - een Antwerpse vrouw en
veranderde bovendien zijn achternaam in
het Vlaamser klinkende Andries.
De werkplaats van Guido ontwikkelde zich
spoedig tot een gevestigd bedrijf in
Antwerpen. Uit zijn twee huwelijken kreeg
hij een groot aantal kinderen, waarvan een
aantal zonen in het bedrijf werkzaam waren.
Uit politieke en godsdienstige overwegingen
vertrokken enkele van zijn zonen vanaf het
midden van de zestiende eeuw naar elders.
Zo zette zoon Joris Andries in 1564 een
bedrijf op in Middelburg, waar hij
majolicategels en aardewerk vervaardigde.
In zijn atelier had hij verscheidene
plaatselijke leerlingen in dienst, die van hem
de kunst van het tegelbakken leerden. Zijn
vertrek naar Engeland in 1567 had dan ook
geen invloed op de tegelproductie van
sierwandtegels in Middelburg. En zo is
het mogelijk dat vooral bij opgravingen
in de binnenstad van Middelburg en
Vlissingen tot op de dag van vandaag veel
van 'zijn' tegelwerk wordt teruggevonden.
Functionele sier
In het geboorteland van zijn vader Guido
werden de majolicategels tot ver in de
zestiende eeuw als vloertegels gebruikt. In
de nieuwe groeimarkt van de opkomende
burgerij in de Noordelijke Nederlanden
begon men de gebakken tegels echter als
wandafdekking te gebruiken. De toepassing
van de dure majolicategels als vloertegels
werd in de Noordelijke Nederlanden
vanwege de hoge slijtage als een te kostbare
onderneming gezien. Het gebruik als
sierwandtegel genoot daarom de voorkeur.
De geglazuurde tegels bleken namelijk
uitstekend te fungeren als vochtwerende
afwerking in kelders, als tochtwerende plint
afdichting bij vloeren en als warmteregelaar
in schouwen. Bovendien droegen de wand-
tegels bij tot een hoge mate van hygiëne,
wat in de Noordelijke Nederlanden zeer op
prijs werd gesteld. Op de wandtegels werden
vooral figuratieve decors afgebeeld, zoals
personen en dieren. Deze afbeeldingen
komen we ook tegen op de tegels uit het
Middelburgse atelier van Joris Andries.
Een aanzienlijk deel ervan heeft betrekking
op de jacht. Zo worden onder andere
vossen, herten, beren, konijnen, maar
ook jachthonden en jagers weergegeven.
Daarnaast worden ook siertegels met
insecten (libelle) en uitheemse soorten
(dromedaris, lama) aangetroffen.
Vooral op Walcheren zijn - en worden
nog steeds - veel van deze kleurrijke
kwadraattegels gevonden. Maar hoewel
hardgebakken, hebben ze niet het eeuwige
leven. En zo worden op Walcheren nog
steeds tegels uit hun originele setting
verwijderd. De beschadigde exemplaren
belanden vaak op de stort. Maar zelfs in
beschadigde vorm zijn ze nog interessant...
zeker voor een liefhebber die op zoek is
naar het verhaal achter de Walcherse tegel.
Marinus van Dintel,
consulent cultuurhistorie en monumenten,
met dank aan het Nederlands Tegelmuseum
in Otterlo.
Zeeuws Erfgoed 18 september 2008/03 CULTUURHISTORIE EN MONUMENTEN