Bouwopleiding Zeeland slaat graag spijkers met koppen "Bij restauratiewerkzaamheden ben je toch meer als vakmanaan het werk Interview Johan Wattel, Instructeur Bouwopleiding Zeeland ROP Zuid-West Roseautalie Opleidingsprojecten Instructeur Johan Wattel (BOZ) tegen Jacquelien Pleijte (SCEZ): kan geen kwaad het restauratie vak meer onder de aan dacht van jongeren te Naast voldoende restauratieprojecten en voldoende en gemotiveerde leerlingen is ook de begeleiding in zowel de theorie (zie Zeeuws Erfgoed, maart 2008) als de praktijk van groot belang voor Restauratie Opleidingsprojecten (ROP) Zeeland. In de praktijk worden de leerlingen de fijne kneepjes van het vak bijgebracht door erkende leermeesters. Daarnaast krijgen zij extra begeleiding van instructeurs op de werkplaats van de Bouwopleiding Zeeland (BOZ). Johan, je bent werkzaam bij Bouwopleiding Zeeland. Wat is dat precies voor een bedrijf "De BOZ is een bedrijfsschool voor de bouw. Je moet het zien als een opleidingsbedrijf dat zich bezighoudt met diverse opleidingen in de bouw. In de jaren tachtig ging het slecht in deze sector. Om leerlingen toch voor dit werk behouden, bood de BOZ hen een opleiding aan en nam ze in dienst voor de duur van de opleiding." Hoe lang werk je hier al als instructeur en wat deed je hiervoor? "Ik werk nu ruim twaalf jaar als instructeur bij de BOZ, waarvan de eerste drie jaar als invalkracht. Hiervoor heb ik jaren als timmerman in de bouw gewerkt." Bij de bouwbedrijven worden de leerlingen begeleid door leermeesters. Wat is het verschil tussen een leermeester en een instructeur? "Een instructeur is werkzaam bij het samenwerkings verband (opleidingsbedrijf Hij begeleidt de leerlingen in het opdoen van kennis en vaardigheden. Daarnaast neemt hij samengestelde praktijktentamens af. Een leermeester draait gewoon mee in de bouw en heeft daarnaast ook nog te maken met productiedruk. Instructeur worden is vaak een eigen keuze, terwijl een leermeester vaak wordt aangewezen door het bedrijf. Hij moet dan wel de leermeesterscursus volgen." Al een bedrijf geen werk meer heeft voor een leerling wordt deze teruggeplaatst naar het samenwerkingsverband of naar een ander bedrijf. Hoe ervaar je het als instructeur om steeds weer andere leerlingen onder je hoede te hebben? "Je moet als instructeur inderdaad flexibel zijn. Met sommige leerlingen werk je soms wel zes maanden en met anderen hooguit één dag. Dit heeft natuurlijk te maken met de kennis en vaardigheden van de leerling. Het is mede daardoor een erg afwisselend beroep. Ook vind ik het leuk om te zien hoeveel verschillen er zijn tussen de leerlingen die deze opleiding volgen." Je hebt als instructeur uiteraard veel kennis en vaardigheden nodig. Jouw specialisme is restauratie. Hoe ben je hierin n? "Van jongs af aan ben ik al geïnteresseerd in oude gebouwen. Door het bezoeken van oude boerderijen, kastelen en kerken is deze belangstelling in de loop der jaren alleen maar gegroeid." Wat vind je van het ROP en de leerlingen die deze opleiding volgen? "De oprichting van het ROP is in mijn ogen heel belangrijk. In de huidige bouw wordt het traditionele bouwen steeds meer weggeschoven. Bij restauratie werkzaamheden wordt toch meer als 'vakman' gewerkt. Door het ROP wordt hier weer meer aandacht aan geschonken. Voor de leerlingen is het belangrijk dat ze eerst de primaire en voortgezette opleiding timmeren gevolgd hebben. Als er interesse is voor restauratie werkzaamheden kunnen ze aan het ROP deelnemen. Het zou geen kwaad kunnen als er meer gedaan wordt om dit beroep te promoten bij jongeren." Met grote zorg reconstrueert Johan de luiken van het Zeeuws maritiem muZEEum te Vlissingen. Zeeuws Erfgoed 26 september 2008/03 MONUMENTENZORG

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2008 | | pagina 26