Zeeuws-Vlaanderen Muziek in Romeins Aardenburg Oostburgse woonwijk De Kreeke n Windwijzers van het voormalige huis Klarenbeek in Middelburg (foto A. de Bree). Benen stemsleutel voor een lier uit Romeins van containers met golfrand, van in totaal ongeveer tien potten. Daarbij zijn weer twee fragmenten van recht hoekig briquetage-steunmateriaal aangetroffen. Afgelopen tijd puzzelde hij vele fragmenten aan elkaar, hetgeen resulteerde in een bijna complete rand van een container (diameter 18 centimeter). Johan Visser droeg zijn vondsten voor verdere bestudering over aan het Provinciaal Archeologisch Depot. Reacties Hof Klarenbeek, Middelburg Op het bericht over het onderzoek rond het Roggeveen huis in de vorige Zeeuws Erfgoed kwamen verschillende reacties. Men meldde dat "de steenen palen van een deftig hek, waar eens de schoone lusthof Klaarenbeek" lag nog in de tweede helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw aanwezig waren, echter zonder de bekronende vazen. De Walcherse Archeologische Dienst inventariseert alle reacties. Van 20 juni t/m 13 september presenteert het Zeeuws Museum 'Rome in Zeeland', met medewerking van de SCEZ een expositie over Zeeland in de Romeinse tijd. De voorbereiding leverde een ontdekking op in het Gemeentelijk Archeologisch Museum in Aardenburg. Van een benen voorwerp in een vitrine, uit de opgraving Weide De Smet 1975, was de functie onbekend. Naar analogie van een vondst uit Aalter (B.) is er een stem- sleutel van een lier in herkend, een Romeins snaar instrument en het vaste attribuut van de god Apollo. Een stemsleutel dient om een snaar op de juiste spanning/toon te brengen. Dit tot nu enige muzikale overblijfsel uit Romeins Zeeland krijgt een mooie plaats in de tentoonstelling. Maar er zit méér muziek in Romeins Aardenburg. De grootschalige opgravingen vanaf 1955 zijn niet volledige uitgewerkt. Recente onderzoeken in Vlaanderen en Frankrijk leren dat Aardenburg een sleutelrol speelde in de Romeinse Noordzeekustverdediging. Zowel in de nationale (NOaA) als in de provinciale archeologische onderzoeksagenda (POAZ) is uitwerking van Romeins Aardenburg dan ook aangeduid als van eminent belang. De SCEZ heeft een subsidieaanvraag ingediend bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek NWO. In opdracht van de Provincie Zeeland, die voor dit onderzoek ook 125.000 euro beschikbaar stelt, is deze aanvraag ingediend in het kader van het landelijke project Odyssee voor de uitwerking van belangrijk achterstallig onderzoek. Bij toekenning wordt het onderzoek uitgevoerd door een vele onderzoekers in een samenwerkingsverband van de SCEZ, Hazenberg Archeologie (Leiden) en de Universiteit Gent. Tijdens het onderzoek worden de resultaten op verschillende manieren onder de aandacht van het publiek gebracht, onder andere in Zeeuws Erfgoed. Archeologisch onderzoek Oostburgse Molukkers Wegens geplande nieuwbouw aan de Dierkensteenweg in Oostburg voerde Sagro Milieu Advies Zeeland een bureauonderzoek uit. In de jaren zestig van de vorige eeuw was ter plaatse nog twintigste-eeuwse bebouwing aanwezig. Het aansluitend archeologisch veldonderzoek door SOB Research toonde resten aan van betonnen en bakstenen funderingen en haardplaatsen. De gemeente archivaris van Sluis deelde mee dat het ging om het Molukkerskamp Wilgenhof of Wilgenoord. Oostburg telde drie Molukkerskampen. Dit driehoekige kamp werd vanaf 1951 gebruikt voor de opvang van Molukkers en was voorheen bestemd voor de arbeiders van de weder opbouw voor Oostburg; het had een capaciteit van 256 personen. Het gemeentearchief bezit tekeningen van het kamp, afkomstig van het ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw. Het complex omvatte een houten barak die diende als kerk en kantine. Twintig gebouwen, onderverdeeld in 32 woningen, waren 'nissenhutten' op een bakstenen fundering met een dak van golfplaat. Dit systeem kwam uit de militaire wereld. In 1951 werden er 334 Molukkers ondergebracht. Ze waren op 27 maart 1951 in Tanjung Priok ingescheept op de 'Castelbianco' en arriveerden op 24 april. In 1955 waren nog 26 Molukse gezinnen aanwezig (145 personen), in 1958 nog 105 personen. Vanaf de Nieuwstraat waren de palen van de toegangspoort nog lang zichtbaar. Zeeland telde Molukkers- of Ambonezenkampen op 18 locaties; in West Zeeuws-Vlaanderen in Aardenburg, Groede, Oostburg en Breskens. Op de plek waar recent de Euregiotuinen lagen komt een woonwijk met voorzieningen en veel waterpartijen. De plannen voor het zuidelijk deel zijn klaar. Bij de aanleg van Euregiotuinen verrichtte de SCEZ in 1999 veldonderzoek, waarbij resten van een middeleeuwse boerderij zijn gedocumenteerd. Ook amateur-archeologen meldden laatmiddeleeuwse vondsten. De top van het pleistoceen dekzand bleek destijds intact. Arcadis voerde in het kader van de nieuwbouwplannen een archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek uit, inclusief mechanische boringen. Ten oosten en ten westen van de voormalige Boomkreek bleken forse delen bodemopbouw intact bewaard. In een intacte top van het Hollandveen kunnen sporen of resten uit de late ijzertijd en Romeinse tijd voorkomen. Omdat sprake is van een tweede intacte, veraarde veenlaag in het Hollandveen Laagpakket, zijn mogelijk ook sporen uit de bronstijd aanwezig. Ook is weer een intacte top van het dekzand geconstateerd, zodat resten van vroegere prehistorische bewoning ook mogelijk zijn. Arcadis voert een vervolgonderzoek uit in de vorm van proefsleuven, waarbij één bekende vindplaats gewaardeerd wordt; indien noodzakelijk past men het plan daarop aan. Het onderzoek is tevens gericht op de intacte bodemniveaus met de verwachte sporen. Onderzoek Zoutestraat Hulst Vanwege sloop en een nieuwbouwplan aan de Zoutestraat te Hulst verrichtte ArcheoMedia BV een archeologisch bureau- en een veldonderzoek door middel van boringen en, aangezien puin is aangetroffen, een vervolgonderzoek door middel van proefsleuven. Hierbij is de overgang van de gracht naar de wal aangetoond en kwamen laatmiddel eeuwse sporen bloot. De voormalige gracht bleek groter te zijn dan de huidige. Zeeuws Erfgoed 26 maart 2009/01 ARCHEOLOGIE

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2009 | | pagina 26