In 1780-1784 gerealiseerde aanbouw van het MiddewuTge
stadhuis aan de Noordstraat (afbeelding uit '*1941).
De twee 'rophaeën die aan de koophandel zijn
links het fragment dat in 2003 aan
aangetroffen, rechts een object met andere motieven.
De afbeelding uit Hoofts 'Emblemata Amatoria' Minerva
houdt het schild vast met daarop het ghelaet dat V
later ook aan de Noogdstraatgevel van het Middelburgse stad-J
huis te zien was: Deckt vry uw vlammend hart -minnelo^
ghelaet; Ick sie door't glasen schildt, datje mijn nig enhaef
Minerva met haar schild (uitsnede).
Het belangrijkste van de in 2003 aan de Volderijlaagte aangetroffen gevelornamenten
van de Noordstraataanbouw van het Middelburgse stadhuis (particuliere collectie).
Ruim vijf jaar na publicatie in Zeeuw Erfgoed is meer bekend gewor
den over een destijds gemelde, merkwaardige vondst uit Middelburg.
Aan de Volderijlaagte zijn in juni 2003 grote, merendeels gedecoreerde
stukken natuursteen (gevelfragmenten) aangetroffen. Door een recente
reactie van de heer A.C. (Riaan) Rijken uit Koudekerke weten we nu
meer over de herkomst, terwijl naar.aanleiding hiervan ook gegevens
zijn opgedolven over de decoratie van het belangrijkste fragment.
van het middenrisaliet (vooruitspringend bouwdeel), steld^fcRegerings-
vorm (de beide uiterste) en Koophandel (de middelste twee, «aarvande
vondst aan de Volderijlaagte er één is) voor. In 2003 dateerd«w£"het
object in waarschijnlijk de latere achttiende eeuw, hetgeen dol de nieuwe
gegevens wordt bevestigd.
De symboliek van onze, aan de koophandel" gewijde 'trophae' lijkt nogal
gezocht. Koophandel werd in de"Jaf£ middeleeuwen veelal uitgebeeld door'
een kogge of verwant scheepstype (ook in Zeeuwse stadswapens/zege^ als
die van Tholen en Veere); sinds de zeventiende eeuw werd daarvoor in de
Republiek meestal de Romeinse handelsgod Mercurius gebruikt, al of niet
in combinatie met exotische figuren uit de verre werelddelen die men voor
de handel exploiteerde. Een 'mannelijke' Medusavariant is echter uitermate
zeldzaam. Een quickscan door ondergetekende in databases en op het j
internet bracht één vroege parallel aan het licht: de prent 'Datje mijn
haet en dunct my niet' in de bundel Emblemata amatoria van P.C^Hoofts
uit 1611. Ook hier een besnorde kop met s^ngenhaar, op e^^mzen
schild waarmee Minerva zich tevergeefs aan de blik vane^nlustig
boogschuttertje tracht te onttrekken. En wat is nu^e"indirecte 'link' met
Camhouts verbeelding van de koophandel^Wetens'chap^odin Minerva,
die het schild met de af^rende slangenkQpvasthoudt, "^mbolisÊeSein 1
de iconografie van de zJentiende en achttiende e£uw, intfavolging van
het oude Rome, in combinatie met Mercurius óók handel en nijverheid.
Een van de fragmenten uit de Volderijlaagte bestaat uit^e^Povalen
cartouche op een basisdeel met florale motieven. Binnen de cartouche zien
we een met slangen omrankt hoofd van een man. Het motief lijkcop een
Medusaschild, frequent voorkomend sinds de renaissance, met dit verschil
dat het bij Medusaschilden uiteraard om vrouwelijke figuren gaat "(Medusa
was een van de drie - vrouwelijke - Gorgonen uit de Griekse mythologie).
De heer Rijken meldde eind vorig jaar zijn ontdekking van de herkomst
van de fragmenten: de bij het bombardement en de stadsbrand van
17 mei 1940 verwoeste aanbouw aan de Noordstraat (1780-1784) van
het Middelburgse stadhuis. Op onbekende wijze zijn de stukken enkele
honderden meters verderop, aan de Volderijlaagte, terechtgekomen. De
heer Rijken herkende op een foto van de Noordstraataanbouw in het
bekende boek De monumenten van Middelburg door W.S. Unger (1941)
*het in Zeeuws Erfgoed afgebeelde gevelornament. De ornamenten zijn
volgens Unger circa 1778 gemaakt door Johannes Prekel; ze waren
ontworpen doof destijds bekende Zeeuwse beeldhouwer Johannes
Camhout. De vier 'trophaeën', geplaatst tussen de ramen van de verdieping
>ers, documentalist
Literatuur
Zeeuws Erfgoed 3 aart 2009/01 J.J.B. Kuipers, 'Gevelornament vol afweer', Zeeuws Erfgoed jg. 2, sept. 5.
W.S. Unger, De monumenten (Mahstricht-1941), 26-27 en 15 (afb. 9).