Cluster van moderne windmolens in het Sloegebied. Zeeuws Erfgoed 7 maart 2009/01 Landschap en Historie PTKN TH&raV DG-EU? VAN5 E3EJS1 STAAT DER ffEDEfcLANHKHMÜLE.MS: V-ïi HELPT ME OH HEL" M"J.t--ü-L,.£l! TE BE-STBI|UEHr AZLICHË Air- HUn/P. Zo zag men in de jaren dertig van de twintigste eeuw de bedreiging van windmolens door elektrificatie (bron: NRC/Heemschut, circa 1930). en de ander het als een aanwinst beschouwt. Een kwestie van smaak waarover valt te twisten. Er is nog een derde manier om naar molens te kijken. Dan krijgt de molen een symbolische betekenis. Onder invloed van de Hollandse landschapsschilders uit de zeventiende, en later die van de Haagse School uit de negentiende eeuw is de molen uitgegroeid tot een formid abel nationaal icoon. Net als tulpen en klompen een han delsmerk van Holland, onder andere als symbool van de eeuwige strijd tegen het water en het permanente leven onder de zeespiegel. Aanvankelijk geschilderd en gezien als teken van techniek en vooruitgang, later juist als uiting van het tegenovergestelde: van romantiek en traditionalis me. Waarschijnlijk tegen deze achtergrond was dichter- dominee Hans Bouma ooit heel stellig over (traditionele) windmolens: "Windmolens zijn nu eenmaal mooier dan kerncentrales. Rembrandt zou nooit een kerncentrale geschilderd hebben." Daarentegen Kees Fens, gevraagd om een oordeel: "Het mooist is de nieuwste windmolen, die lange slanke stalen paal, met aan de top drie metalen wieken, als een ouderwetse propeller." Ook in Zeeland hebben schilders molens vereeuwigd. Zo schilderde Mondriaan de 'Molen bij Domburg' en 'De rode molen'. Maar als een Zeeuws icoon valt de molen moeilijk aan te merken. Windwatermolens - het molentype dat uitgroeide tot icoon van Holland - hebben hier trouwens nauwelijks iets voorgesteld. Kijken naar molens: dat kan op uiteenlopende manieren. Ze bepalen onze kijk op molens.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2009 | | pagina 7