René Koeman, uitvoerder restauratie "Het is een goede zaak dat jongeren dit specifieke vak willen Je hebt als uitvoerder veel kennis een vaardigheden nodig. Hoe kwam je in de restauratie terecht? Interview Een algemene constatering was dat het mensenwerk blijft. Niet alle ambtenaren en bestuurders hebben voldoende kennis van of affiniteit met cultuurhistorie; scholing en enthousiasmeren blijven noodzakelijk. Daarbij speelt op het bestuurlijke vlak de discontinuïteit: elke vier jaar kan er immers weer een andere portefeuillehouder aantreden. Consulent stedenbouw Jon van Rooijen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed benadrukte dat cultuurhistorie niet een stukje van het plan is, maar dat het ook verweven is met aspecten als duurzaamheid, leefbaarheid en economische vitaliteit. Dit wordt soms uit het oog verloren. Daarom is het ook kortzichtig om op de cultuurhistorie te bezuinigen, omdat dan ook andere kwaliteiten in het gedrang komen. Een ander probleem dat speelt is de relatie cultuurhistorie versus natuur en ecologie. Hoewel vaak wordt beweerd dat beide prima samen kunnen gaan, is volgens gedeputeerde Harry van Waveren van de Provincie Zeeland vaak het tegenovergestelde het geval. Maar per saldo bestaat er naar zijn beleving wel steeds meer de neiging om te kiezen voor de specifieke kwaliteiten van Zeeland. Hierbij wordt uitgegaan van hetgeen men heeft en wordt er een meer waarde gecreëerd op basis van de bestaande kwaliteiten. Maar hoe moet het verder met Belvedere in Zeeland? Daarover waren de meningen verdeeld. Gedeputeerde Van Waveren vindt het een goede zaak dat er na tien jaar een punt achter dit beleid wordt gezet, zodat nu pas op de plaats gemaakt kan worden. Daarbij was hij bang dat het instrument anders wel eens bot kon gaan worden. Jon van Rooijen van de Rijksdienst kon zich wel vinden in deze stellingname. Hij vond het tijd worden om op zoek te gaan naar nieuwe instrumenten die in deze nieuwe tijden passen. Daarbij moet het Rijk geen 'bovenmeester' zijn, maar de gemeenten de ruimte geven. Overigens betekent dit naar zijn mening geen vrijbrief om zaken verloren te laten gaan! Veel anderen waren echter van mening dat Belvedere niet mocht verdwijnen. Arjen Drijgers van de Provincie Zeeland zei dat de kroonjuwelen in Zeeland op straat liggen, maar dat er af en toe wel de schijnwerper op gezet moet worden en dat we nu met z'n allen er voor moeten zorgen dat dit licht brandende blijft. Van Waveren kon zich hier ook in vinden: zonder dit 'licht' bestaat immers het risico dat mensen bepaalde dingen niet meer zien. SCEZ zal in ieder geval proberen dit licht bij de professionals brandende te houden, onder meer via de cursus Buitenkansen! welke in november van dit jaar van start zal gaan en waarvoor inmiddels bijna veertig ambtenaren en RO-professionals (Ruimtelijke Ordening) zich hebben ingeschreven (zie Zeeuws Erfgoed juni 2009). Om leerlingen op te leiden is het belangrijk om goede leerbedrijven te hebben met leermeesters en uitvoerders die de waarde van de opleiding erkennen, en dat op een enthousiaste manier over kunnen brengen. ROP-Zeeland ging in gesprek met de bevlogen uitvoerder René Koeman, die al veel restauratieprojecten voor zijn rekening heeft genomen. René, hoe lang werk je al in de bouw en wanneer ben je n? "Ik werk inmiddels al 30 jaar in de bouw. Ik ben begonnen als leerling-timmerman en heb de eerste tijd bij verschillende aannemers gewerkt. Op een gegeven moment kwam ik bij Bouwbedrijf Van de Linde uit Kloetinge terecht en daar ben ik nooit meer weggegaan. Ik werk daar nu ruim 25 jaar. Een jaar of 7 geleden ben ik uitvoerder geworden." Ben je alleen met restauratieprojecten bezig of heb je ook nog andere projecten? "Voor 90% zijn het restauratieprojecten. Tussen deze projecten door heb ik af en toe ook wat kleinere nieuw bouwprojecten. Aangezien ik meewerkend uitvoerder ben, heb ik zo met alle aspecten van de bouw te maken: timmeren, metselen, stucadoren, et cetera. Dit maakt het voor mij een prettige werkomgeving." Kun je een bijzonder project noemen? "Ja, tien jaar geleden moest de Stenen Brug in Goes worden vernieuwd. Deze heeft vier gewelven en dat maakte het project erg bijzonder. Ook het binnenwerk van de kerk in Kapelle was heel interessant, mede door de aanwezigheid van veel natuursteen en zerken." "Een vroegere collega van mij zat ook in de restauratie, dat vond ik altijd al interessant. Toen Van de Linde ook met restauratieprojecten begon, was dat echt iets voor mij omdat vooral de veelzijdigheid mij aansprak. Ik zie er een uitdaging in en ik heb er veel waardering voor bouwvakkers uit vroegere tijden door gekregen." Wat vind je van het Restauratie Opleidingsproject( en van de leerlingen die de opleiding volgen? "Het is een goede zaak dat jongeren dit specifieke vak willen leren. Zo wordt de kennis voor de toekomst behouden. Het zou mooi zijn als meer mensen die al ervaring hebben in de bouw, deze opleiding zouden gaan volgen. Ik wist ook niet dat deze opleiding al bestond voor de komst van het ROP. Het ROP heeft duidelijk veel meer structuur en bekendheid aan de opleiding gegeven." Je hebt natuurlijk heel wat restauratieprojecten gehad de afgelopen jaren. Kun je er enkele noemen? "Ik ben bezig geweest bij de Oranjemolen in Vlissingen, de kerken in Kloetinge en Retranchement en de molens in Colijnsplaat en Wemeldinge. Daarnaast doe ik veel onderhoudswerkzaamheden aan kerken." Zeeuws Erfgoed 11 september 2009/03 MONUMENTENZORG

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2009 | | pagina 11