Zeeland rampgebied
voorhistoriscneboerderijen
Zicht op het
achttiende-eeuws
zomerhuis van de
Deehoeve in Tholen.
Het zomerhuis is in het
voorjaar van 2009 gesloopt
(foto Gemeentearchief
Tholen).
Boerderij Nieuwenhove
Een sloopvergunning
is in het voorjaar van
2009 aangevraagd.
Een van de laatst
overgebleven L-vormige
landbouwschuren in
Zeeland, gelegen aan de
Prinsestraat in Cadzand.
Een sloopvergunning
is reeds verleend.
van agrarisch erfgoed zijn. Daarbij betreuren ook veel
eigenaren afbraak van historische erfbebouwing. In veel
gevallen boer(d)en zij en hun voorouders al decennialang
op dezelfde boerderij.
Dat veel eigenaren de afbraak van historische boerderijen
inderdaad spijtig vinden, bleek onder andere bij de
reizende expositie 'Van woonstalhuis tot damwandloods',
die dit voorjaar in de hal van het gemeentehuis van
Tholen stond opgesteld. Vooral oudere boeren uit de
omgeving kwamen herinneringen ophalen bij de
tentoongestelde oude en nieuwe afbeeldingen. Maar ook
van buiten de regio was de belangstelling voor deze
expositie van Boerderijenstichting Zeeland (BSZ) en
SCEZ groot. Des te schrijnender is het feit dat gedurende
de expositie een paar kilometer verderop het achttiende-
eeuwse zomerhuis van de eeuwenoude Deehoeve gesloopt
werd. Gemeentearchivaris Van den Kieboom en
monumentenambtenaar Fase hadden zich bij het
gemeentebestuur van Tholen nog hard gemaakt voor
behoud van dit historische erfelement, maar een bouw
historisch onderzoek bleek helaas het hoogst haalbare.
Voor Zeeuwse begrippen is dit overigens al een
opmerkelijk resultaat. De meeste historische boerderijen
in Zeeland zijn nu eenmaal vogelvrij, ongeacht de
cultuurhistorische waarde van het complex. Zeeland
telt slechts 156 rijksbeschermde boerderijen. Het aantal
gemeentelijk beschermde boerderijen ligt zelfs beduidend
lager en bedraagt slechts een tiental exemplaren. En zelfs
al is een boerderij een beschermd monument, dan nog
kan verval toeslaan en uiteindelijk tot sloop leiden. In de
provincie zijn hiervan voldoende voorbeelden te vinden.
Om het verdwijnen van cultuurhistorisch waardevolle
boerderijen een halt toe te roepen, heeft de Provincie
Zeeland SCEZ gevraagd een boerderijenlijn op te zetten.
Deze boerderijenlijn zal met name bestaan uit een
informatief webportaal, dat zowel boerderij-eigenaren
alsook beleidsambtenaren in de gelegenheid moet stellen
om inzicht te krijgen in de mogelijkheden van behoud
van agrarisch erfgoed in Zeeland. De aangeboden
informatie zal onder andere betrekking hebben op
cultuur- en bouwhistorie, materiaalkennis, wet- en
regelgeving en financiële regelingen. De boerderijenlijn
zal worden beheerd door SCEZ, de achterban zal onder
andere bestaan uit Boerderijenstichting Zeeland en
Stichting Landschapsbeheer Zeeland. De boerderijenlijn
zal medio oktober 2009 van start gaan.
"Een rampgebied voor boerderijen", met deze kop
opende een journalist van de Volkskrant op 24 juni
een artikel over de teloorgang van de historische boer
derij in Zeeland. De pakkende kop was afgeleid van
een uitspraak uit het Jaar van de Boerderij in 2003.
Met dit themajaar probeerde een aantal erfgoedorganisa
ties, onder leiding van de inmiddels opgeheven Stichting
Historisch Boerderij-Onderzoek (SHBO), landelijk de
aandacht te vestigen op het in rap tempo verdwijnen van
historische boerderijen in Nederland. De toestand van het
agrarisch erfgoed in Zeeland bleek al in 2003 alarmerend.
Door oorlogs- en natuurgeweld waren met name in
1944-1945 en in 1953 al veel oude, karakteristieke
boerderijen voor Zeeland verloren gegaan. De schaal
vergroting in de landbouw in de tweede helft van de
twintigste eeuw bracht het agrarisch erfgoed hier echter
een tweede, meer verwoestende klap toe.
Ondanks het toenemende besef van het belang van
behoud van dit erfgoed, zet de neerwaartse ontwikkeling
zich anno 2009 steeds sterker door. Elk jaar verdwijnen
er in Zeeland - soms eeuwenoude - karakteristieke en
beeldbepalende boerderijen. Soms vallen ze ten prooi aan
nieuwbouwwijken, bedrijventerreinen of infrastructurele
werken. Maar veelal gaat agrarisch erfgoed verloren,
omdat het niet meer aan de eisen van comfortabel wonen
of van een moderne bedrijfsvoering voldoet. Vaak spelen
bij afbraak de ingewikkelde en slecht inzichtelijke wet- en
regelgeving en de hoge financiële lasten voor onderhoud
en restauratie een doorslaggevende rol. Dit is jammer,
aangezien vooral door middel van hergebruik en
herbestemming er veel mogelijkheden voor behoud
Zeeuws Erfgoed 22 september 2009/03