Monumentenstelsel op de schop
Minister Plasterk moderniseert monumentenzorg
De monumentenzorg staat op de drempel van een
omvangrijke stelselwijziging. De laatste jaren waren er
steeds meer signalen dat het huidige stelsel niet meer
voldeed. Zo werkte de monumentenzorg te sectoraal
en te weinig gebiedsgericht, waardoor cultuurhistorie
niet in alle gevallen die plek kreeg die het behoort te
krijgen.
Daarnaast waren er veel ontwikkelingen waar het oude
stelsel niet in kon voorzien. Wat bijvoorbeeld te doen
met jonge cultuurhistorie uit bijvoorbeeld de Weder
opbouwperiode, jonger dan de wettelijke vijftigjaren-
termijn? Ook waren er veel klachten over een te hoge
administratieve lastendruk, of het nu ging om het
aanvragen van vergunningen, subsidies of anderszins.
Redenen voor minister Plasterk om het stelsel te
moderniseren naar de eisen van de tijd. In september
stuurde hij daartoe een beleidsbrief naar de Tweede
Kamer.
Deze beleidsbrief is tot stand gekomen na een interactief
proces met het veld. Een vijftigtal ervaren mensen - ver
deeld over vijf werkgroepen - hebben hun visie gegeven
op de modernisering van de monumentenzorg. Ook zijn
er allerhande onderzoeken verricht, onder meer naar de
steunpunten monumentenzorg (zie volgende artikel).
Daarnaast zijn er in den lande verschillende discussie
middagen gehouden. Zeeuws Erfgoed van september 2008
berichtte al over de discussiemiddag in Zeeland die de
SCEZ voor het Rijk organiseerde om input voor deze
modernisering te genereren. Per saldo heeft de interactieve
aanpak van de minister voor een breed gedragen stuk
gezorgd, dat na een inspraaktermijn waarop ook nog eens
zo'n zeventig reacties zijn gekomen, een hele duidelijke
richting aangeeft voor de toekomst. In dit artikel zullen
de drie pijlers waarop de modernisering van de
monumentenzorg is gefundeerd, nader worden belicht.
1 Cultuurhistorische belangen meewegen
in de ruimtelijke ordening
Het rijke erfgoed en de vele monumenten uit ons verleden
zijn steeds belangrijker geworden. In de huidige samen
leving, waarin burgers zich betrokken voelen bij de
inrichting van ons land, zijn het bakens van schoonheid
en esthetiek, belangrijke dragers van onze leefomgeving.
Ook ontlenen mensen een gevoel van identiteit en 'thuis
zijn' aan de objecten en gebieden uit het verleden.
Ze geven betekenis aan het leven van mensen.
Kortom: een nieuw monumentenbeleid moet ervoor
zorgen dat kwaliteit, identiteit en herkenbaarheid van
onze leefomgeving gewaarborgd zijn en zelfs versterkt
worden. Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw
zijn er vele duizenden monumenten aangewezen en
daarnaast ook nog beschermde stads- en dorpsgezichten,
maar dat is niet genoeg gebleken. Er is immers overal
cultuurhistorie. En leefbaarheid en een kwalitatieve
ruimtelijke omgeving is overal van belang. Om meer vorm
en inhoud te geven aan borging van cultuurhistorie in de
ruimtelijke ordening zullen gemeenten bij het vaststellen
van bestemmingsplannen derhalve meer rekening moeten
gaan houden met cultuurhistorische waarden. Dat bete
kent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de
cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied
en daar conclusies aan moeten verbinden die in een
bestemmingsplan verankerd moeten worden. De beleids
matige visie van gemeenten, provincies en Rijk zal in
structuurvisies moeten worden beschreven. De integrale
inbreng van cultuurhistorie aan de voorkant van het
ruimtelijke-ordeningsproces, moet deze belangen steviger
op de kaart zetten dan nu via de sectorale manier
gebruikelijk is, waarbij burgers, organisaties en
monumentenzorgers wel eens aan de zijlijn staan als
er plannen gemaakt worden.
2 Krachtiger en eenvoudiger regelgeving
Monumentenzorg is ook steeds meer het domein van
burgers geworden. Zij organiseren zich in belangen
groeperingen, vergaren kennis, verrichten studies of
bewaken de instandhouding. Soms hebben zij ook meer
kennis over de lokale situatie dan de specialisten, bij wie
in het huidige stelsel nog altijd het primaat ligt. Het is
bedoeling dat in het nieuwe stelsel de waarden van de
burger, waartoe ook elementen als beleving en herinnering
horen, meer doorklinken. Naast de burger krijgt ook de
monumenteneigenaar meer ruimte. De overgrote meer
derheid van de monumenteneigenaren is immers trots
op zijn monument en is bereid extra moeite te doen om
het in stand te houden. Deze groep moet optimaal
gefaciliteerd worden en meer de ruimte krijgen. Enerzijds
wordt een deel van de sectorale regelgeving overbodig
omdat veel in het kader van de ruimtelijke ordening
geregeld gaat worden. Anderzijds zal het sectorale
instrumentarium tegen het licht worden gehouden.
Daar waar procedures geen of geringe meerwaarde leveren
voor het monument, maar wel een aanzienlijke last zijn
voor de eigenaar, zal worden ingegrepen. Dat betekent
minder, kortere en eenvoudigere procedures.
3 Bevorderen van herbestemmingen
De samenleving transformeert voortdurend en daarmee
ontwikkelt dus ook de manier waarop we met onze
historische gebouwen en omgeving omgaan. Dit heeft
gevolgen voor gebouwen, complexen en landschappen
die daarmee hun functie en daarmee hun gebruik kunnen
verliezen. Hierdoor kan verval ontstaan en kunnen
cultuurhistorische waarden verloren gaan. Het erkennen
van die waarden is in de loop der jaren gelukkig sterk
toegenomen. Desalniettemin is het ruimtelijk, functioneel
en financieel niet altijd mogelijk objecten en gebieden
onveranderd te behouden, dus beslissingen over
hergebruik zijn onvermijdelijk. Of het nu gaat om
twintigste- eeuwse kerken, woningbouwcomplexen,
industrieel erfgoed of polderlandschappen. Daarbij is
meebewegen met de maatschappij noodzakelijk om
nieuwe betekenissen te zoeken en nieuwe vormen van
gebruik te vinden. Planvorming bij herbestemming duurt
soms jaren en tast het gebouw aan. Het nieuwe stelsel
komt dan ook met beleid om gebouwen in de planperiode
tegen verloedering te beschermen en rust, ruimte en tijd
te bieden om plannen te ontwikkelen en financiers
te vinden.
Minster Plasterk bereidt
een grote wijziging van
het monumentstelsel voor
(foto Ministerie OCW).
Zeeuws Erfgoed 19 december 2009/04 MONUMENTENZORG