Tevredenheid over Zeeuws steunpunt monumentenzorg Veel nieuwe maatregelen Landelijke evaluatie steunpunten door Erfgoedinspectie www.moderniseringmonumentenzorg.nl. www.erfgoedinspectie.nl De drie pijlers van het nieuwe monumentenstelsel worden in het beleidsvoorstel aan de Tweede Kamer ook vertaald in een veelheid aan nieuwe maatregelen. Hieronder worden de belangrijkste genoemd. Pijler 1 Cultuurhistorische belangen meewegen: - Wettelijke verankering van het meewegen van de cultuurhistorie in bestemmingsplanprocedures; - Rijk, provincies en gemeenten stellen structuurvisies op ten aanzien van cultuurhistorie; - Burgerorganisaties kunnen al bij de planvoorbereiding hun visie geven op cultuurhistorie. Pijler 2 Krachtiger en eenvoudiger regelgeving: - Alleen nog selectieve en strategische aanwijzingsprogramma's voor nieuwe rijksmonumenten; daarnaast zullen er verbeterprogramma's worden uitgevoerd op de bestaande groep rijksmonumenten; - De vijftigjarengrens zal uit de Monumentenwet worden geschrapt; - Door de integratie van de cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening zullen er geen nieuwe beschermde stads- of dorpsgezichten meer worden aangewezen. Lopende procedures worden echter afgemaakt en bestaande gezichten behouden hun status en faciliteiten; - De vergunningplicht voor veel kleine ingrepen wordt afgeschaft; - Er zal een kwaliteitsnorm worden ingevoerd voor de restauratie sector; in opdrachten, vergunningen en subsidies zal hiernaar worden verwezen; - Voor monumentenvergunningen voor kleine ingrepen zal niet langer de uitgebreide procedure gelden van 26 weken, maar de reguliere procedure van 8 weken; - De administratieve lastendruk voor de monumenteneigenaar in het Brim zal worden verminderd; - Het budget voor het Brim zal worden verhoogd; - Er zal een structureel budget voor restauratie worden ingesteld; - De Restauratie Opleidingsprojecten zullen structureel worden gefinancierd; - Geen grootscheepse herselectie, maar geleidelijke actualisering van het register; - Mobiel erfgoed zal meer bij de reguliere monumentenzorg worden betrokken. Pijler 3 Bevorderen van herbestemmingen: - Het voorkomen van onomkeerbare stappen in de fase dat herbestemmingsmogelijkheden nog moeten worden onderzocht; - Het ondersteunen van betrokken partijen in die fase bij uit te voeren onderzoek en planvorming; - Het voorkomen van versneld verval van waardevolle objecten gedurende die fase; - Het introduceren van een bijdrageregeling voor haalbaarheids onderzoek, gericht op herbestemmingsopgaven; dit zal gekoppeld worden aan een wind- en waterdichtregeling zodat een pand niet (verder) vervalt en op zoek kan worden gegaan naar investeerders en plannen kunnen worden ontwikkeld; - Het opzetten van een kennisprogramma herbestemming met onder meer het ontwikkelen van een leidraad. Meer informatie is ook te vinden op: In het kader van de modernisering van de monumentenzorg heeft de Erfgoedinspectie ook het functioneren van de provinciale steunpunten monumentenzorg geëvalueerd. Gelukkig bleek uit het onderzoeks-rapport Stut of Steunpilaar dat het steunpunt van Zeeland goed gewaardeerd wordt. De eerste zin uit de enquête onder gemeenten luidde: "In Zeeland zijn alle geïnterviewde gemeenten enthousiast over het steunpunt. Men vindt het steunpunt goed benaderbaar. Vooral het bouwplanoverleg en de studiedagen worden als efficiënt ervaren." Maar wat wordt de rol van het steunpunt in de periode na de modernisering van de monumentenzorg? Vanaf 1995 is door het Rijk ter ondersteuning van gemeenten met een beperkt aantal monumenten een netwerk van provinciale steunpunten gevormd. Het Zeeuwse steunpunt werd met de aanstelling van David Koren eind 2003 opgericht en ondergebracht bij de SCEZ. Als kerntaak had het steunpunt een facilitaire functie en een platformfunctie voor de verschillende overheden. In concreto betekent dit het voeren van afstemmingsoverleggen zoals een bouwplanoverleg, ruimtelijk plan- overleg en een beleidsoverleg. Daarnaast is er een helpdesk/spreekuur en worden diverse netwerkdagen georganiseerd om nieuwe regelingen of ontwikkelingen onder de aandacht te brengen. In de loop der jaren is het werk van het steunpunt steeds verder uitgebreid. Deze uitbreiding heeft mede geleid tot de aanstelling van een tweede adviseur cultuurhistorie en monumenten bij de SCEZ, Marinus van Dintel. Hij is specifiek aangesteld om een viertal dossiers verder te brengen, te weten het Meldpunt Erfgoed Zeeland, het centraal informatiepunt BoerderijEnZeeland, de ondersteuning van het Platform Maritiem Erfgoed Zeeland en de verdere ontwikkeling van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de Provincie Zeeland. Bij SCEZ wordt sinds de decentralisering van de rijksgelden voor de steunpunten naar de provincies per 1-1-2009 overigens niet meer over een (apart) steunpunt monumentenzorg gesproken, maar de taken worden uiteraard nog gewoon uitgevoerd. Het nieuwe monumentenstelsel zoals dat over enige tijd zijn beslag zal krijgen, zal ook van invloed zijn op het werk van het steunpunt, op het werk van de SCEZ. Door de verdere decentralisatie van taken naar de gemeente zal de behoefte aan ondersteuning immers groter worden. Met name de wettelijke verankering van de cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening zal een taakverzwaring geven, zoals dat ook met de archeologie het geval is geweest. De SCEZ zal zich het komende jaar in overleg met gemeenten, Rijk en provincie beraden over nieuwe vormen van ondersteuning op dit terrein. Meer informatie over het gedane onderzoek is te vinden op: Zeeuws Erfgoed 20 december 2009/04 MONUMENTENZORG

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2009 | | pagina 20