Verdronken geschiedenis
5
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
D4
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
Nieuwkerke (1530/1532)
Assemansbroek (Broecke) (1530)
Kreke (1530/1532)
Steelvliet (Steenvliet) (1530/1532)
Hinkelenoord (1552)
Agger (1552)
Ouderdinge (1530/1532)
Everswaard (1530)
Schoudee(1530/1532)
Mare (1530)
Nieuwlande (1530/1532)
'Oud'-Krabbendijke (1530)
Tolsende (1530/1532)
Nieuwkapelle (17de eeuw)
Valkenisse (1682 buitengedijkt)
'Oud'-Rilland (1530)
'Oud'-Bath (1552)
Saeftinghe (Saeftinge, Saaftinge)
(vloed 1175, mil. inund. 1584)
Stampaert (1584)
Casuele (1584)
Weele (Sint-Marie)
Namen (1715/1717)
Sint-Laureijns (na 1580)
'Oud'-Hontenisse (1508, 1509, 1511)
Aendijcke (1584)
Saemslach/Genderdijk (Zaamslag) (1584)
'Oud'-Othene (Noten) (1586)
Triniteit (1584/1585)
Beoostenbly
Peerboom (mil. inund. 1488, 1493 stormramp)
Sint-Janscapelle
Moerkerke (eind 15de, begin 16de eeuw)
Niekerke (1393,1488)
Steelant (1488)
Hughersluis (1492)
Hertinghe (1488)
Koudekerke (1375)
Willemskerke (stormvloed en mil. inund. 1488, inund. 1586)
Vreemdijke (Vroondijk) (storm en inund. 1488, storm 1601)
Pakinghe (Sint-Laureinskerke) (1214/eind 14de eeuw)
Wevelswaele (1375/1376, 1404)
De Piet (Ter Piete, Pieta, Pieten) (1375)
Boterzande (1375/1376)
Hughevliet (1404)
Gaternesse (1570)
'Oud'-IJzendijke (1437)
Elmare (1375)
Sint-Nicolaas in Varne (1377)
Oostmanskerke (1404)
Schoondijke (1583/1585)
Nieuwerkerke (1570 en mil. inund. 1584)
Sint-Catharina (Sint-Cathelijne) (1375/1376 en 1583)
Coxie (Coxyde) (1477, 1583)
Hannekenswerve (storm en mil. inund., voor 1660)
Nieuwvliet (16de eeuw)
Oostende (voor 1516)
Westende (voor 1516)
Reimersdorpe (Remboudsdorpe) (voor 1516)
Waterdunen (voor 1516)
Avenkerke (voor 1516)
Schoneveld (1375)
Sint-Lambert-Wulpen (1516)
Schoonboom (1421?)
Dekenskapelle (Noordwelle) (1463)
De Zeeuwse verdronken dorpen zijn, naast de Oosterschelderegio
(Noord-Beveland en de zuidkust van Schouwen), nog te vinden in
twee andere regio's, te weten de verdronken landen van Zuid-Beveland
en Saeftinghe (Ooster- en Westerschelde) en het westelijk deel van
de Westerscheldemonding. Er zijn ook regio's waar (bijna) geen
verdronken dorpen bekend zijn.
Ruïne van de toren van het verdronken Bath
(achttiende-eeuwse tekening uit de Zelandia Illustrata II, 1630).
Het verdronken land in de provincie is heel verschillend. Sommige
gebieden zijn helemaal verdwenen, zoals het Zuidland van Schouwen.
Andere bestaan voort als schorren en slikken die bij vloed
(gedeeltelijk) onderlopen, zoals het Verdronken Land van Saeftinghe
in de Westerschelde. Weer andere zijn herdijkt en opgenomen in
nieuw polderland, zoals Noord-Beveland.
Vele tientallen vloeden teisteren Zeeland in de loop der eeuwen.
De meest recente is de Februariramp 1953, met ongeveer 1835
slachtoffers. Daarvóór zijn er ook erge watersnoden, zoals de Sint-
Felixvloed op 5 november 1530 (Sint-Felix quade saterdach). Tussen
1134 en 1530 zijn er meer dan 45 ernstige overstromingsrampen.
Vroege berichten over vloeden stammen uit de tijd vóór de
bedijkingen. In 838 meldt een Franse bisschop een rampzalige
stormvloed aan onze kust. Na een vloed in 1134 volgen grote
bedijkingsactiviteiten. In de veertiende en vijftiende eeuw is er
naast grootschalige inpoldering aanzienlijk landverlies in Zeeland.
Landaanwinning (inpoldering) en landverlies beïnvloeden elkaar.
De grote toename van ingedijkt land zorgt ervoor dat het water
minder ruimte krijgt, minder komberging. Het in de nauwe zeegaten
opgestuwde water zoekt een uitweg. Resultaat: dijkdoorbraken en
overstroming. Elke ramp inspireert tot herwinning van het verdron
ken gebied, tot herdijking. Daarom liggen veel verdronken Zeeuwse
dorpen nu middenin de polder.
Sint-Felix quade saterdach (1530) wordt in november 1532 gevolgd
door een nieuwe ramp. Door deze twee vloeden blijft Noord-Beveland
drijvend tot 1598, het land van Borssele tot 1616 en Sint-Philipsland
tot 1645. De Brede Watering Beoosten Yerseke gaat grotendeels voor
goed verloren. Hier ontstaat het Verdronken Land van Zuid-Beveland.
Ook na 1530/32 gaat het regelmatig mis, zoals op 26 januari 1682.
In Zeeland overstromen dan 161 polders. Valkenisse, ten zuidoosten
van Waarde, wordt na deze ramp verlaten. De secretaris van Waarde
is ooggetuige. Hij schrijft:
"Daar was dien ganschen nacht sulcken drovigen geschreuw, gehuil,
gekrijt, ende gecrijsch van menschen en beesten als met geen penne kan
uijt gedruckt worden".
Grote overstromingen daarna vinden onder meer plaats in januari
1808 en maart 1906. Maar nu ontstaan geen permanente verdronken
landen meer.