Werkconferentie 'Verdronken Geschiedenis van Zeeland'
Erfgoededucatie
www.verdronkenzeeland.nl.
www.scez.nl.
7
De verdronken dorpen in Zeeland hebben met het kunstwerk een
gedenkteken gekregen, maar het project 'Verdronken Dorpen,
geinundeert en wegh-gespoelt hield meer in. Het omvatte in de
afgelopen jaren een reeks uiteenlopende activiteiten: historisch
en archeologisch onderzoek, documentatie en educatie, publicaties,
tentoonstellingen en een theatervoorstelling. Maar er ligt nog veel
kennis en informatie verborgen in archieven, collecties en in de
Zeeuwse bodem en deze wacht op verdere ontsluiting. De verdronken
geschiedenis van Zeeland is dan ook een van de speerpunten in de
Provinciale Onderzoeksagenda Archeologie Zeeland. Daarom werd de
oplevering van het monument in oktober 2009 aangegrepen om een
werkconferentie te beleggen, die een nieuwe fase van het project zou
moeten inluiden. De werkconferentie vond op 14 oktober plaats in
een tent op de Oosterscheldedijk, naast het monument.
Voor de genodigden belichtten drie sprekers onderzoek en presentatie
van verdronken geschiedenis vanuit hun eigen ervaring. Prof. dr. Erik
Thoen (Universiteit Gent) [4] wees op de uitzonderlijke kwaliteit en
hoeveelheid van de archiefbronnen voor Zeeland en Vlaanderen.
Hij vroeg meer aandacht voor de historische context, omdat sociaal-
economische ontwikkelingen sterke invloed hebben gehad op de
vorming van stad, dorp en buitengebied.
Dr. Albert Buursma schetste het ontstaan en de activiteiten van
de Groningse Stichting Verdronken Geschiedenis. Deze stichting
ontstond uit een werkgroep naar aanleiding van het in 2005
herontdekte verdwenen Waddeneiland Bosch. De stichting houdt
zich inmiddels multidisciplinair en grensoverschrijdend bezig met
onderzoek en presentatie van natuurlijke ontwikkeling en cultuur
historie in het hele waddengebied.
Tot slot presenteerde dr. Marnix Pieters (Vlaams Instituut voor het
Onroerend Erfgoed) de archeologische site Walraversijde (nabij
Oostende). Dit verdronken middeleeuwse vissersdorp wordt sinds
1992 opgegraven en tegelijkertijd voor het publiek ontsloten. Een
wandeling vanuit het bijbehorende museum door de site brengt de
bezoeker naar vier, met originele middeleeuwse bakstenen herbouwde,
vissershuizen: het huis van een rijke reder, de woning van een vissers
weduwe, het huis van een visser en zijn gezin en de visrokerij/bakkerij.
De bouw van deze vier huizen steunt volledig op de resultaten van het
archeologisch onderzoek.
Na deze inleidingen ontspon zich een geanimeerde discussie [5] aan
de hand van een aantal stellingen van dagvoorzitter drs. Robert van
Dierendonck. Hierbij passeerden tal van ideeën, onderwerpen en
strategieën voor het vervolgproject 'Verdronken Geschiedenis van
Zeeland' de revue. Zo werd door velen de noodzaak tot een multi
disciplinaire aanpak benadrukt. Voor historisch onderzoek werd vooral
ook gewezen op de kennis van lokale geschiedenis bij historische
verenigingen, naast mogelijke samenwerking met een universiteit en
de inzet van studenten in toegepast onderzoek. Het opzetten van een
databestand op eenzelfde wijze als het Kastelenlexicon zou een goede
basis kunnen zijn voor keuzes in vervolgonderzoek. Voor archeolo
gisch onderzoek is de ontsluiting van bestaande collecties van musea
en particulieren een must. En het inzetten van moderne multi-
mediatechnieken, zoals informatie via gps-systemen, zou ook meer
interesse bij het jongere publiek kunnen wekken. De resultaten van
de werkconferentie zullen mede bepalend zijn voor de keuzes bij de
opzet van het nieuwe project 'Verdronken Geschiedenis van Zeeland'.
Voor meer informatie over het vervolg van het project:
Het Monument biedt ook goede mogelijkheden voor het onderwijs
om aandacht te besteden aan de verdronken geschiedenis van Zeeland.
Daarom werd op 15 oktober, op de derde presentatiedag van het
monument, een onderwijsprogramma in de tent op de Oosterschelde-
dijk uitgevoerd. Theater Kwark speelde een voorstelling [6] over de
Sint-Felixvloed uit 1530, 'Sint-Felix Quade Saterdach', gebaseerd
op archiefteksten. De voorstelling toonde de schoolkinderen op
indringende wijze hoe groot de uitwerking van de vloed was.
Na de voorstelling werd een toelichting bij het monument gegeven
en lieten Henk Hendrikse en Jan Kuipers van de SCEZ een aantal
archeologische vondsten uit verdronken dorpen in Zeeland (onder
gebracht in het Zeeuws Archeologisch Depot) aan de kinderen zien [7]
Scholen die belangstelling hebben voor een educatief programma bij
het monument, kunnen hiervoor contact opnemen met de SCEZ: