Zeeland in Japan, Japan in Zeeland te nemen. De Zwartenhoekse Zeesluis was in de eerste plaats een inundatie- sluis; het is zeker de moeite waard dit historisch erfgoed te waarderen en te bewaren. De Vereniging tot Behoud van de Historie van Philippine heeft haar 21ste jaarboek uitgegeven (2009). 'De herinneringen van Pieter Jan Poulusse, brigadier der marechaussee te Philippine van 1879 tot 1882', kwam in handen van L. van Driel tijdens zijn zoektocht naar materiaal voor een studie over de zoon van deze Poulusse. Na een inleiding door Van Driel vol gen de memoires van Pieter Jan Poulusse vanaf zijn overplaatsing naar Sas van Gent in 1879. D. van der Zalm meldt de vondst van een oude dijkpaal in een tuin in de oude kern van Philippine, die een plaatsje heeft gekregen aan het wandel pad op de dijk langs het kanaal. Van der Zalm schrijft ook over een café Philippine, in de wijk Het Patershol in Gent, vervolgens over Dolf den Brusselaer, een van de oudste en markantste figuren van Philippine, en over de dorpsomroeper R. de Bock, overleden in 1983. Er volgen nog meer artikelen in dit jaarboek, zoals 'De restauratie van de PI 77' en 'De Bakkemannen' beide van S. Ploegaert, 'De ware geschiedenis van de hengst D'n Bruinen', met prachtig gekleurde illustraties door P. Hamer, en 'Venster op het landschap' van W. Wintein. W. Neyt geeft 'Een verhaal van enkele dagen uit het leven van een verzets strijdster tijdens de eerste wereldoor log', gekopieerde bladzijden uit een niet achterhaald boek, die door de heer A.M. Schieman geschonken werden. Deze verzetsstrijdster, Gabrielle Petit, die tijdens de oorlogsjaren als spionne fungeerde, heeft een 'open' duiker als geheime vluchtweg gebruikt om Nederland te bereiken. Deze duiker was de 175 jaar oude duiker onder de Vrijendijk, waarover M. De Smet veel interessants weet te vertellen. 'Louise de Bettignies (1880-1918): een moderne Jeanne d'Arc' is een stuk van professor A. Vanneste. Louise is slechts een jaar actief geweest in de inlichtin gendiensten, vanaf het begin van de oorlog tot haar arrestatie in 1915. Toch heeft zij een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd. Zij werd wel de Jeanne d 'Arc van het noorden genoemd. Van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent is de Kroniek 2009 (nr. 42) binnengekomen. H. Waldeck vertelt over een van de eerste automobilisten van Zeeuws- Vlaanderen, de suikerfabrikant Pierre Malotaux, die samen met een investeer der in 1901 een vergunning kreeg van Gedeputeerde Staten van Zeeland voor een vermoedelijk nieuwe F.N. (Fabrique Nationale). Deze vroege automobiel met het kenteken Z 203 wordt uitvoerig beschreven in het artikel. H.A. van de Vijver geeft de geschiede nis van een familie Van de Vijver in Sas van Gent, te beginnen met Jan van de Vijvere die in 1639 in het Landtchijnsboek voorkomt. Vervolgens behandelt E. de Hoo het rijke molenverleden van Sas van Gent, waarna J. van Hecke verklaart dat, volgens H. Puylaert, Karel V de stich ter is van het huidige Sas van Gent. In april 2009 werd gevierd dat de luidklok in de kerk van Philippine terugkwam, de klok die in 1648 voor het eerst in de toren werd gehangen. De geschiedenis van de klok wordt geschreven door F. Cappaert en W. Westbroek. Verhalen over 'De Geuzenhoek te Korsele, St. Maria Horebeke', 'Canisvliet en het landschappelijk deficit', en het 'Industrieel Museum' volgen. Tijdens de feesten ter viering van het 400-jarig bestaan van Sas van Gent is in 1947 een toneelspel opgevoerd. Naast de bewaarde tekst bood E.A. Colpaert de redactie foto's aan van de originele tekeningen van de decorstukken. Zowel de volledige tekst als de afdrukken van de foto's zijn in dit jaarboek geplaatst. Het Bulletin van de Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten (2009, 3) bevat naast de huishoudelijke mededelingen een artikel van P. van de Velde over de jeugdjaren van Willem Imandt, onderwijzer in Sint-Jansteen, later schilder van 'mooi-Indië'. A.L. Kort geeft als aanvulling op zijn eerdere publicaties een artikel over de sjampetters in Axel, die het vaak moeilijk hadden om de orde te bewaren. Zeventiende-eeuws Japans aardewerk in ko-kutani stijl, opgegraven in Vlissingen in de winter van 2007-2008. mochten het land zelf niet binnen; ze opereerden vanaf 1641 vanuit het kunstmatige eiland Deshima voor de kust van Nagasaki. In 1646-1647 was Willem Verstegen, afkomstig uit Vlissingen, een van de eerste opper hoofden van deze handelsnederzetting. Het bewuste bordje dateert wellicht uit deze tijd. Het is verleidelijk om het bordje te zien in het licht van de jaar lijkse processie die de Nederlanders ondernamen naar de Japanse shogun (de militaire commandant) in Edo. Dit was de enige gelegenheid waarbij de Nederlanders het land binnenmochten en een hoogtepunt van hun verblijf aldaar. Op het hof van de shogun wer den exotische relatiegeschenken uitge wisseld tussen de Japanners en de Nederlanders. De opgraving op het Scheldeterrein is in de winter van 2007-2008 uitgevoerd door ADC ArcheoProjecten, onder begeleiding van de Walcherse Archeologische Dienst in opdracht van de gemeente Vlissingen. Het archiefon derzoek werd verricht door het Gemeentearchief Vlissingen. Met dank aan Bernard Meijlink (Walcherse Archeologische Dienst) en Johan Claeys (ADC ArcheoProjecten). De merklap 'Door Ons Gedaen' was van 19 september tot en met 11 december 2009 tentoongesteld in Huis ten Bosch Art Museum. Het museum trok in die periode een kwart miljoen bezoekers, voor namelijk Japanners. Niet iedereen zal de Zeeuwse merklap van begin tot het eind (na 125,62 meter!) hebben bekeken, maar aangenomen mag worden dat heel veel Japanners met bewondering en mogelijk zelfs met enige verbazing hebben gekeken naar de vele fraaie afbeeldingen in kruissteek van Zeeland anno 2000. In diezelfde periode, meer precies op 15 november, keken enige honderden archeologen in de Schouwburg in Middelburg met evenveel bewondering naar een fraai staaltje van Japanse kunstnijverheid: een zeventiende-eeuws bordje in ko-kutani stijl, opgegraven aan de Dokkershaven, op het Scheldeterrein in Vlissingen. Op verzoek van het stadsbestuur van Nagasaki was Door Ons Gedaen (DOG) tot 12 januari 2010 ook nog te zien in het Museum for History and Culture in Nagasaki. Binnen twintig uur na de sluiting van de tentoonstel ling in Huis ten Bosch werd de tentoonstelling in het museum in Nagasaki geopend. Een enorme prestatie die alleen kon lukken dankzij een goede voorbereiding, veel enthousiasme en een uitstekende samenwerking tussen enerzijds de mensen van het museum en de stad Nagasaki en anderzijds de mensen van de SCEZ. Een centrale positie nam het DOG-team in, dat deze keer bestond uit Mia Elmont en Eef en Jaap de Jonge. De opening van de tentoon stelling in het museum was op 14 december en voltrok zich met groot ceremonieel. Niet minder dan vijf hoogwaardigheidsbekleders verrichtten de officiële openingshandeling, te weten het gezamenlijk en op hetzelfde moment doorknippen van een lint. Een centrale positie nam staatssecretaris van Europese Zaken Frans Timmermans in. Hij werd geflankeerd door de gouverneur van de provincie Nagasaki Genjiro Kaneko, de loco burgemeester van Nagasaki Masanobu Chita, de directeur van het museum Ohori Satoshi en door Mia Elmont als vertegenwoordigster van de provincie en de SCEZ. Eef de Jonge vertelde in haar openingstoespraakje iets over het ontstaan van Door Ons Gedaen en bedankte alle betrokken partijen namens de provincie en de SCEZ voor de goede samenwerking. Het bijzondere Japanse bordje dat op 15 november aan enige honderden archeologen werd gepresenteerd is gevonden in een Vlissingse beerput tussen duizenden andere scherven en botjes. De beerput hoorde bij een pand dat in de eerste helft van de zeventiende eeuw in bezit was van Cornelis Lampsins, op dat ogenblik de eigenaar van de grootste rederij van Nederland en de rijkste inwoner van Vlissingen. Hoewel het niet zeker is dat Lampsins ooit het pand zelf bewoonde, wijst de inhoud van de beerput in ieder geval richting een zeer elitaire levensstatus van de toenmalige bewoners. De beerput is op basis van het aanwezige aardewerk, glas en kleipijpen gedateerd in de periode 1610-1660. Het bordje is te dateren in de jaren 1640-1660 en behoort tot de oudste voorbeelden van keramiek in de ko-kutani (oude kutani) stijl binnen Europese archeologische contexten. De oorsprong van deze stijl is nog in nevelen gehuld. Tot op heden is onbekend welke plaats de bakermat is van dit type aardewerk. In de zeventiende eeuw kreeg Nederland het alleenrecht binnen Europa om handel te drijven met Japan. In het begin van de zeventiende eeuw werden de Portugezen met geweld uit Japan verjaagd, nadat ze te drieste pogingen hadden ondernomen om de lokale bevolking te kerstenen. De nuchtere Nederlandse handelsgeest werd door de Japanners duidelijk meer gewaardeerd, maar er golden zeer strenge regels. De Nederlanders 'Vijfman sterk' (v.l.n.r.): museumdirecteur, gouverneur, staatssecretaris, loco-burgemeester en merklapambassadeur knippen tegelijkertijd het openingslint door (foto Jaap de Jonge). Zeeuws Erfgoed 21 maart 2010/01 Erfgoed ALLERLEI

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2010 | | pagina 21