Plangebied 'Onder de Toren' te Hulst
In april-oktober 2005 vonden een archeologische opgraving en begelei
ding plaats in een gebied, gevormd door Korte Nieuwstraat 13-21, Lange
Nieuwstraat 1-3, Pierssenstraat 14-16 en Basiliekstraatje in Hulst. Omdat
het plangebied, waar inmiddels een nieuw appartementencomplex staat,
direct naast de kerk lag stond het project bekend als 'Onder de Toren'.
Het onderzoek door ArcheoMedia BV leverde een omvangrijk rapport op.
Voorafgaand deden A. Prinsen (Gemeentearchief Hulst) en D. de Koning-
Kastelijn (AWN Zeeland) archiefonderzoek naar de bewoningsgeschiede-
nis van de Nieuwstraat. De eerste vermelding van de Nieuwstraat dateert
uit 1337. Pas vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw kennen we
eigenaren en bewoners. In sommige gevallen kon de aard van de
bebouwing worden achterhaald. Zo was ter plaatse van Korte Nieuwstraat
13-17 in de tweede helft van de zeventiende eeuw brouwerij Swarten
Arend, later Den Dobbelen Arent, gevestigd. In 1752 is sprake van
herberg Den Swarten Dobbelen Arend. In 1832 blijkt het pand nog altijd
een herberg te zijn, Den Zwarten Arend. De overige panden aan de
Nieuwstraat werden vermoedelijk bewoond door de middenklasse van
de burgerij.
De historische gegevens zijn door ArcheoMedia gekoppeld aan de
uitkomsten van het archeologisch onderzoek. De oudste archeologische
sporen dateren vanaf het laat-paleolithicum tot de dertiende eeuw na Chr.
Het betreft drie ronde kuilen, geïnterpreteerd als drenkplaatsen, en
twee paalkuilen. In de directe nabijheid zijn in dezelfde laag al eerder
prehistorische resten blootgelegd.
Van de vroegstedelijke nederzetting zijn enkele perceelsgreppels als sporen
bewaard gebleven. Later werden ze gebruikt als afvalkuilen, waarvan
de vulling van aardewerk, leer en botmateriaal dateert tussen circa
1225-1275. Tijdens deze periode is de onderzoekslocatie opgehoogd
voor bewoning. Aanwezigheid van mestkuilen duidt op agrarisch gebruik.
Daarnaast zijn sporen, met name zelas, teruggevonden van zoutraffinage
die in Hulst vanaf circa 1240 plaatsvond. Vanaf circa 1325 dateert de
eerste stenen bebouwing, met meerdere huizen en erven in de
Nieuwstraat. Ter plaatse van Korte Nieuwstraat 13 is begin vijftiende
eeuw een opvallend grote structuur gebouwd: een zaalhuis met stookvloer
en een voor- en achterkamer. Achter het huis bevond zich een bakstenen
waterput. De beerbak bij dit gebouw bevatte luxueus glaswerk uit 1450
1550. De historische bronnen melden onder meer een schepen van Hulst
en een burgemeester als eigenaren van het pand.
Alle panden aan de Korte Nieuwstraat bevatten beerputten en afvalkuilen,
gevuld met materiaal dat duidt op behoorlijke welstand in de zeventiende
en achttiende eeuw. Vanaf de negentiende eeuw bleven de structuren van
de panden nagenoeg ongewijzigd.
Resten begraafplaats Sint-Eligiuskerk?
Sloop Nieuwstraat, Oostburg
Bij de sloop van twee panden aan Nieuwstraat 5-7 in Oostburg vond
najaar 2009 een Archeologische Begeleiding plaats. Oranjewoud BV
trof in eerste instantie drie waterputten aan, waarvan twee dateren uit
de zeventiende/achttiende en één uit de negentiende/twintigste eeuw.
De oudste waterput blijft bewaard omdat de nieuwbouwplannen deze
niet verstoren. In het oosten van het terrein zijn op een diepte van circa
1,25 meter beneden maaiveld drie menselijke skeletten aangetroffen.
Niet onverwacht, aangezien ten oosten van de Nieuwstraat de
Sint-Eligiuskerk lag. De vondst van deze skeletten toont waarschijnlijk
aan dat het bijbehorende kerkhof tot de Nieuwstraat reikte. De skeletten
zijn ingemeten, ingetekend en gefotografeerd; één ervan wordt ter nadere
datering onderzocht. Twee skeletten zijn geborgen, het derde en mogelijk
andere die dieper liggen zijn 'in situ' behouden. Het grafveld ligt diep
verscholen onder een toekomstig parkeerterrein.
Bij het archeologisch onderzoek op de locatie van het voormalig bejaar
dentehuis De Burght werden ook resten van deze begraafplaats verwacht.
Deze zijn daar echter niet aangetroffen.
Kloostermuur in Kloosterzande
Op 18 november 2009 verrichtte de SCEZ archeologische waarnemingen
aan een middeleeuwse kloostermuur naast de Hof te Zande Kerk te
Kloosterzande. De kerk deed vanaf circa 1200 dienst als kapel voor
Cisterciënzer monniken. De muur was jarenlang door klimop aan het
zicht onttrokken. Hij is aan de zuidzijde van de kerk ruim 50 meter lang
en 2 meter hoog en deels opgebouwd uit grote kloostermoppen (28,5 x
14,5 x 8 centimeter), deels uit ijsselstenen (16,5 x 8 x 4 centimeter).
Aan de westzijde van de kerk bleef een muurdeel van bijna 10 meter
bewaard. De kerk is na verwoesting tijdens de Tachtigjarige Oorlog in
1609 weer opgebouwd. De aanwezigheid van ijsselstenen, die pas vanaf
begin zeventiende eeuw worden gebruikt, leert dat de muur eveneens rond
die tijd is heropgemetseld. Gezien de uit kloostermoppen opgebouwde
onderste lagen is het aannemelijk dat deze de originele fundering
vormden. De muur verkeert in vrij slechte staat en is over een lengte van
8 meter zelfs ingestort. Het is de enige (deels) originele Cisterciënzermuur
in Nederland.
De na 1609 heropgebouwde Cisterciënzer kloostermuur
van Kloosterzande.
Een spiegeldoos uit Sluis
De heer M. Krijgsman meldde een tin/loden deksel van een spiegeldoos.
Hij vond deze in stortgrond, afkomstig uit het traject Kloosterstraat
Sint-Janstraat te Sluis, waar rioleringswerkzaamheden plaatsvonden.
Het deksel toont een ridder te paard; achter de metalen buitenkant was
de spiegel nog aanwezig. Het voorwerp, een voorloper van de poederdoos,
heeft een diameter van ongeveer 4 centimeter. Het dateert waarschijnlijk
uit de veertiende eeuw. Er zijn inmiddels vier exemplaren van laatmiddel
eeuwse spiegeldozen bij de SCEZ bekend. Toevallig of niet, ze komen
Laatmiddeleeuwse spiegeldoos deksel) uit Sluis.
Zeeuws ErfgOed 5 maart 2010/01 ARCHEOLOGIE