Voorlopig geen Werelderfgoed voor Zeeland
Provincie ziet geen mogelijkheden om erfgoed bij minister aan te melden
De komende decennia zal er geen enkel Zeeuws
erfgoed worden voorgedragen voor de Werelderfgoed-
lijst van UNESCO, de VN-organisatie voor onder meer
cultuur. De Provincie Zeeland heeft namelijk besloten
geen gebruik te maken van de mogelijkheid om zaken
aan te dragen bij minister Plasterk. Deze wil in 2010
de lijst met toekomstige nominaties opstellen, de lijst
van waaruit de Staat der Nederlanden voordrachten
doet voor de prestigieuze Werelderfgoedlijst. De SCEZ
heeft uitvoerig de kansen verkend. De gemeente
Borsele en de gemeente Sluis gaan nog wel een poging
wagen.
Iedereen kent wel de Chinese muur, de Egyptische
pyramides of de binnenstad van Praag, allemaal sites die
al vele jaren pronken op de Werelderfgoedlijst van
UNESCO. Ook Nederland heeft inmiddels al een aantal
locaties op deze lijst staan. Toen Nederland betrekkelijk
laat in 1992 het Werelderfgoedverdrag dat aan de basis
van deze lijst staat tekende, heeft het Rijk een viertal
thema's geïdentificeerd die mondiaal als betrekkelijk
uniek en specifiek voor Nederland gelden. Deze thema's
zijn: de omgang met het water, Nederland in de zeven
tiende eeuw, de Nederlandse bijdrage aan de modern
movement - ofwel de moderne architectuur - en tenslotte
de archeologie.
Op grond van deze thema's heeft Nederland een
zogeheten tentatieve lijst gemaakt, een groslijst van zaken
die men zou kunnen gaan voordragen. De afgelopen
vijftien jaar zijn acht Nederlandse voordrachten van
deze groslijst daadwerkelijk voorgedragen en op de
Werelderfgoedlijst geplaatst. Dit zijn het voormalige
eiland Schokland, de molens van Kinderdijk, de Stelling
van Amsterdam, het Woudagemaal te Lemmer, het
Rietveld-Schröderhuis te Utrecht, de Beemster als
renaissancepolder, de binnenstad van Willemstad-Cura^ao
en - verleden jaar - de Waddenzee. In de komende jaar
vergadering van UNESCO medio juli zal de binnenstad
van Amsterdam worden voorgedragen en waarschijnlijk
ook worden geplaatst. Daarmee is de aanvankelijke lijst
met toekomstige nominaties van Nederland flink
uitgedund. Bovendien verplichten de ondertekenaars
van het Werelderfgoedverdrag zich periodiek deze
tentatieve lijst te actualiseren en tegen het licht te houden.
Bottom-up
Reden voor minister Plasterk om een commissie van
'wijzen' aan te stellen die hem medio zomer 2010 moet
gaan adviseren welke sites de Staat der Nederlanden in de
toekomst wellicht kan gaan voordragen. De minister heeft
daarbij aangegeven dat er wat hem betreft een drietal
aanvullende criteria zullen gelden, te weten: transnationaal
en grensoverschrijdend erfgoed, natuurlijk erfgoed en
erfgoed op de Nederlandse Antillen en Aruba. Daarbij
wenst het Rijk, in tegenstelling tot vorige keer, een
bottom-up proces te volgen waarbij lokale overheden zélf
zaken bij het Rijk kunnen aandragen. De eerdergenoemde
commissie zal dan de eerste selectie verrichten: passen de
aangemelde zaken binnen de thema's die Nederland
hanteert en passen ze binnen de criteria die UNESCO
stelt voor de plaatsing van Werelderfgoed? Veel andere
overheden doen een enthousiast beroep op de minister
om hun erfgoed op de tentatieve lijst en uiteindelijk mon-
diaal erkend te krijgen. Voorbeelden van reeds aangemel
de zaken zijn de Utrechtse grachten als zeldzaam middel
eeuws havencomplex, het gevangenisdorp Veenhuizen,
de Friese Elf Steden en het (transnationale) erfgoed van
de Evangelische Broedergemeente in onder meer Zeist,
Denemarken en Zuid-Afrika. De SCEZ meende dat
- wat Zeeland betreft - zowel de Deltawerken als de
Staats-Spaanse Linies in Zeeuws-Vlaanderen een goede
kans zouden maken om in de toekomst op de
Werelderfgoedlijst geplaatst te kunnen worden.
Komst Republiek op wereldtoneel
De Staats-Spaanse Linies voeren terug tot de Tachtigjarige
Oorlog en het ontstaan van de Republiek op de Europese
(en wereld)kaart. Het is een oud en zeldzaam stelsel van
verdedigingswerken die in tegenstelling tot de Stelling
van Amsterdam ook daadwerkelijk krijgshandelingen
hebben gekend. De afgelopen jaren heeft de Provincie
Zeeland veel geïnvesteerd in het beter zichtbaar maken
en ontsluiten van linies, in nauwe samenwerking met
de Zeeuws-Vlaamse gemeenten en de Belgische buur
provincies. Uit gesprekken die de SCEZ heeft gevoerd
met overheden blijkt ook dat er veel draagvlak bestaat
voor een gang richting UNESCO, waarbij men wel
verwachtte dat de provincie daarbij als (logische) trekker
fungeert. Naast de omgang met het water hebben de
Staats-Spaanse Linies als voordeel dat het ook een grens
overschrijdend militair landschap is. Als zodanig 'scoort'
het extra punten op de door de minister geformuleerde
thema's van grensoverschrijdend en natuurlijk erfgoed.
De Provincie Zeeland heeft echter gekozen voor een
nieuw initiatief van de Europese Unie, het European
Heritage Label. Gedeputeerde Van Waveren heeft
aangegeven de Staats-Spaanse Linies meer van Europees
dan van mondiaal belang te vinden. Een complicerende
factor is bovendien de weerstand bij sommige delen van
de bevolking in Zeeuws-Vlaanderen ten aanzien van de
reconstructie van forten en het mogelijkerwijs terug
brengen van water.
Het aanvragen van het Europese label zal ongetwijfeld
succesvol zijn: het is immers nog onbekend en in
ontwikkeling; de waarde moet nog bewezen worden en
concurrentie is er ook nog niet. Het profijt is echter
navenant. De (toekomstige) Europese lijst mist het
formaat en prestige die de inmiddels veertig jaar bestaande
Werelderfgoedlijst van UNESCO wél heeft. De mondiale
aandacht die met erkenning door UNESCO gepaard gaat
is groot en de structurele stijging van bezoekersaantallen
en toerisme is enorm (minimaal een verdubbeling).
Reisgidsen maken steevast melding van deze status, de
toeristische branche hanteert het bijna als keurmerk voor
te bezoeken sites en er zijn inmiddels veel mensen die
vakanties inrichten en selecteren op basis van aanwezig
werelderfgoed.
Wereldvermaard icoon
De Deltawerken zijn immers een wereldvermaard icoon
van de strijd tegen het water en vormen daarbij een groot
schalige fysieke getuigenis van de bijzondere Nederlandse
expertise op het gebied van watermanagement.
De Deltawerken zijn uiteindelijk niet bij de minister
aangemeld omdat Rijkswaterstaat-Zeeland geen voor
dracht wenste. Mede gelet op de klimaatsveranderingen
Zeeuws ErfgOed 7 maart 2010/01 MONUMENTEN