Wijzigingen in het Brim Park Zorgvliet te EUewoutsdijk is een van de voorbeelden van rijksmonumentale parken die in 2011 ook van de Brim-regeling gebruik kun nen gaan maken. De regeling voor de duurzame instandhouding van rijksmonumenten Brim zal per 1 januari 2011 worden gewijzigd en 'Brim 2011' worden genoemd. De overheid wil met deze regeling een financiële bijdrage bieden aan monumenteneigenaren voor de extra kosten die ze maken om hun monument in goede staat te houden door het sober en planmatig te onderhouden. De belangrijkste wijzigingen betreffen de inhoud van de regeling: deze wordt uitgebreid naar nieuwe monument categorieën. Zo kunnen bijvoorbeeld archeologische, maar ook 'groene monumenten' als tuinen, parken en begraafplaatsen voortaan aanspraak maken op subsidie voor de instandhouding. De systematiek van het Brim 2011 is nagenoeg hetzelfde gebleven als die van het 'oude' Brim. De uitgangspunten blijven dan ook ongewijzigd: planmatig onderhoud, eenvoudiger regelgeving, korte procedures en voldoende waarborg voor de kwaliteit van de monumentenzorg. Er is echter één belangrijke wijziging te melden: onder het Brim moest een aanvraag betrekking hebben op datgene wat als één beschermd monument in het monumentenregister was ingeschreven. Dat kwam neer op één aanvraag per monumentnummer. Deze eis is in het Brim 2011 losgelaten, omdat het register minder geschikt bleek om de subsidieverdeling op te baseren. Vergelijkbare monumenten zijn namelijk in de loop der jaren op verschillende manieren geregistreerd. Eigenaar staat centraal Uitgangspunt in het Brim 2011 is dat niet de registratie wijze van het monument, maar de eigenaar centraal staat. In de systematiek van het Brim 2011 wordt uitgegaan van een 'zelfstandig onderdeel' van een beschermd monu ment. Veel beschermde monumenten zijn één geheel, zonder dat verschillende zelfstandige onderdelen te onder scheiden zijn. Het komt echter regelmatig voor dat een gebouwd monument bestaat uit meerdere zelfstandige onderdelen. In dergelijke gevallen kan ook voor zo'n zelf standig onderdeel een lening of subsidie worden aangevraagd. Door ontkoppeling van instandhoudingsregeling en monumentenregister is onder het Brim 2011 niet langer relevant of sprake is van een zogenaamde 'complex bescherming'. De gedachte achter subsidiëring van complexen was de samenhang tussen beschermde monumenten in stand te houden. Deze doelstelling kon echter niet op een voor alle monumenteigenaren gelijke wijze worden bewerkstelligd. Er zijn immers ook complexen die niet als zodanig zijn geregistreerd. Voor een aantal eigenaren van woonhuizen die onderdeel uitmaken van een complex komt hiermee de aanspraak op subsidie, zoals die bestond onder het Brim, te vervallen. Ook hiermee is een ongelijke situatie opgeheven. Er bestaan immers ook woonhuizen die een samenhang vertonen met naastgelegen monumenten, zonder dat sprake is van een complexbescherming. Dit onderdeel is dan ook uit het Brim 2011 geschrapt, hetgeen een vereenvoudiging van de regeling oplevert. Woonhuiseigenaren komen onder het Brim 2011 in aanmerking voor een lening. Dit geldt ook voor eigenaren van woonhuizen die als zelfstandig onderdeel kunnen worden aangemerkt, zoals woonhuizen die met een fabriek of een kerk onder één monumentnummer zijn ingeschreven in het monumentenregister. Woonhuizen, kerkgebouwen en 'overige' Met de ontkoppeling van het register is tevens het aantal categorieën monumenten in het Brim 2011 teruggebracht van vijf naar drie: woonhuizen, kerkgebouwen en 'overige'. Het is overigens wel van belang te constateren dat eigenaren vroeg moeten zijn met hun subsidieaan vraag. Steeds meer mensen weten immers de weg te vinden en steeds meer monumentcategorieën kunnen gebruik maken van de regeling. Dit betekent dat het geld ook steeds eerder opraakt en mensen een jaar moeten wachten alvorens zij opnieuw kunnen meedingen naar subsidie op basis van een periodiek instandhoudingsplan van zes jaar. Meer informatie over de regeling is te vinden op www. cultureelerfgoed. nl en www. monumenten. nl. De SCEZ zal met het Rijk overleggen in hoeverre er (extra) voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd zullen worden om burgers en beleidsmakers voor te lichten over deze nieuwe regeling.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2010 | | pagina 10