/T Zeeuws-Vlaanderen opgraving Vondstmeldingen en archeologisch spreekuur Melding van archeologi sche vondsten dient te geschieden bij de SCEZ. Het materiaal wordt wan neer nodig geregistreerd en gedocumenteerd, maar blijft altijd in het bezit van de melder, tenzij deze het zelf wil afstaan. Uw melding van vondst(en) of waarneming(en) kan ook schriftelijk of telefonisch geschieden bij: SCEZ Postbus 49 4330 AA Middelburg T 0118-670870 E j.jongepier@scez. nl Daarnaast houdt de SCEZ op elke eerste dinsdagmiddag van de maand een archeologisch spreekuur. U kunt het spreekuur in locatie De Burg Groenmarkt 13 te Middelburg bezoeken om voorwerpen te laten determineren (geldwaarde wordt niet getaxeerd), vondstmeldin gen te doen, of allerlei vragen op het gebied van de Zeeuwse archeologie voor te leggen. De eerstvolgende archeologische spreek uren vinden plaats op de dinsdagmiddagen 7 december, 4 januari, 1 februari en 1 maart van 15.30 tot 16.30 uur. Dank voor uw medewerking! si Q 0 i'üj <ïj 4? |ft (3 Middeleeuwse fundamenten buiten Biervliet Op 13 oktober is door de SCEZ, een AWN-lid en een medewerker van Artefact een grote bakstenen fundering opgemeten langs de N61 bij Biervliet. De vondstmelding kwam van de heer G. van der Maas van Rijkswaterstaat. De fundering was aangetroffen in een put, die in opdracht van Rijkswaterstaat was gegraven in verband met munitie- onderzoek. Van dit terrein waren nog geen archeologische vondsten in de landelijke database Archis geregistreerd. De fundering bevindt zich buiten de grenzen van het middeleeuwse Biervliet. Na het schoonmaken bleek het te gaan om een muur van een zeer groot gebouw: een gasthuis, klooster of versterkt huis - mogelijk het befaamde kasteel van Biervliet, dat overigens ook aan de oostzijde van middeleeuws Biervliet wordt gesitueerd. De 16 meter lange zichtbare fundering had nog twee zijstukjes, waarvan er één nog in de (zuidelijke) putwand doorliep. Het andere stuk hield op, maar was niet Domburg (foto WAD). Actiefoto van de opgraving bij de Golfslag, Domburg (foto WAD). Boerderij uit Oost-Souburg, te vergelijken met die uit Domburg. Middeleeuwse agrarische sporen Oostkapelle Bij Oostkapelle wil de gemeente Veere aan de Brouwerijstraat 36b in de nabije toekomst woningen bouwen. Het perceel is gelegen op een brede kreekrug aan de zuidoostelijke rand van het dorp, vlakbij de camping 'In de Bongerd'. De Walcherse Archeologische Dienst heeft hier in de zomer van 2010 een kleine opgraving uitgevoerd. Hierbij werden sporen gevonden van een middeleeuwse akkerlaag uit de dertiende en veertiende eeuw. Onder deze laag kwamen in de top van de kreekrug minstens twee cirkelvormige greppels van circa 5-7 meter in diameter te voorschijn die te interpreteren zijn als resten van hooimijten. De sporen waren maar ondiep bewaard en bevatten aardewerk uit de twaalfde/dertiende eeuw. In de nabije omgeving van de hooimijten bevond zich een aantal kuilen en smalle greppels. Ook werd een reeks kleine paalgaatjes opgetekend die iets jonger leken te zijn en zeer waarschijnlijk tot een hekwerk of een soortgelijke constructie behoord hebben. Al deze sporen zijn toe te schrijven aan agrarische activiteiten aan de rand van Oostkapelle. Middeleeuwse hooimijten worden in verschillende opgra vingen in Zeeland aangetroffen, zoals bij de N57 bij Serooskerke, de Absdaalseweg bij Hulst en in Zaamslag. Hun grootte verschilt sterk, van 1,5-9 meter in diameter. Alle lijken dienst gedaan te hebben als tijdelijke opslag van diverse gewassen. Bij onderzoek naar de inhoud van een van de greppels, gevonden bij het onderzoek van de nieuwe N57 te Serooskerke, werden verkoolde zaden van diverse soorten als broodtarwe, gerst, erwt (en wikke), vlas en huttentut (olie) vastgesteld (vermoedelijk als gevolg van het 'eesten', conservering met behulp van verhitting). De gewassen werden op de grond opgeslagen, al dan niet op een verhoging met grond uit de gracht/greppel. Ook zijn er soms bescheiden houten constructies gebruikt. Archeologisch onderzoek aan de Brouwerijstraat, Oostkapelle. Zeeuws Erfgoed 17 december 2010/04 ARCHEOLOGIE

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Erfgoed | 2010 | | pagina 17